Voor Tijmen Snel is druk geen belemmerende factor
“Mijn tweede score op Thialf. Verrassend? Niet per se verwacht dat ik ’m zou winnen, wel dat ik deze tijd zou kunnen schaatsen. Ik geloofde op het ijs al dat de missie was geslaagd. Zenuwen waren er absoluut, want in het eerste maanden had ik een 500 van 35,4 en een 1000 in 1.09,7: geen uitslagen van het niveau om de World Cup in te mogen. Bij mij valt het wel goed zodra er druk op zit.

“De 1500 is meer mijn ding omdat de pure snelheid net wat minder is bij mij. Rondjes van 24,5 heb ik nooit gereden, dan weet je dat deze discipline meer mijn nummer moet zijn. Het is fijn nu in de World Cup de 1500 te kunnen schaatsen, omdat je deze afstand normaliter niet vaak tijdens de training probeert”, vertelt de Amsterdammer, die aansluitend doorgaat over het nieuwe elan van Essent, de voedingsbodem voor het sterke rijden van de magentakleurige ploeg tijdens dit kwalificatietoernooi.

"Het is anders dan vorig jaar. De sprintploeg is gehalveerd ten opzichte van 2023-2024, dat telt al. Al moet ik zeggen dat ik niet eens zoveel verschillen zie, er heerst wel een bepaalde positiviteit bij hetgeen we doen en waar we met z’n allen achter staan. We trekken meer samen op, ook met de allrounders, waardoor er automatisch meer contact ontstaat. Dat mist zijn uitwerking niet.”

Tim Prins niet echt blij na 1500 m WCKT
"Ik wil zó graag, zó ontzettend graag", zei Tim Prins na afloop van de race waarin hij behoorlijk moest worstelen om de eindstreep te bereiken. | Foto: Soenar Chamid

Tim Prins gaat mega-diep, en bijna alleen voor de ervaring
“Dramatisch. Ik heb er geen andere woorden voor. Ik had het gevoel de vorm te hebben. Ik was klaar om te winnen.” D’r zijn gedurende de dag in de smalle gang onder de ijsbaan in Thialf minder zelfkritische teksten gebezigd door langebaanartiesten die niet naar behoren hebben gepresteerd. Iemand vraagt of hij een directe tegenstander heeft gemist in de rit. Nog zwaar in de verzuring vooroverbuigend om een comfortabelere houding te vinden, richt Tim Prins zich op. Zijn gezicht is rood aangelopen van de onmenselijke inspanning die een 1500 meter doorgaan is voor het menselijk lichaam. Toch reageert hij messcherp. “Een tegenstander? Ik heb sinds ik bij Reggeborgh schaats niet een keer een tegenstander gehad. Ik ben dus gewend om het alleen te doen. Als je de beste ter wereld wilt worden, moet je dat ook in je uppie doen. Dat is geen excuus. Volgens mij is dit de manier om de 1500 te rijden. Tenminste..”, en hij herhaalt zijn eerdere woorden, “als ik ooit de beste schaatser wil zijn en grenzen wil verleggen. Blijkbaar ben ik nog niet helemaal in staat door te rijden”, concludeert hij na de race waarin hij aan het slot tamelijk ontluisterend is ingestort.

Deze zaterdag blijft de blonde Fries van 21 heel ver van die mondiale superstatus, qua klassering vooral en wat minder in tijdsverschil uitgedrukt. Hij wordt slechts vierde in de ratrace om wereldbekerplaatsen, achter Tijmen Snel, Joep Wennemars en Wesly Dijs, en dat past niet bij hem. Vindt Prins, voor wie de schaatsmijl net zo’n geliefd onderdeel is als dat is voor zijn grote maar afwezige voorbeeld Kjeld Nuis.

Rond de 1100 meter kachelde hij nog keurig onder zijn pr-schema. “Misschien wel meer. Dan weet je dat wat er nu is gebeurd het gevolg kan zijn. Ik heb ballen getoond. Helaas pakt het niet uit zoals ik wenste. Het is een les voor volgende keer. Dit gaat kennelijk met vallen en opstaan. Ik weet echter dat ik op een keer kan door knallen tot de eindstreep. Een teleurstelling blijft het, eerlijk is eerlijk. Gelukkig heb ik mijn WC-kwalificatie. Als ik verleden jaar vierde zou zijn geworden, dan was het juichen geweest.”