Meedoen aan een internationaal sprinttoernooi was nog nooit echt in het woordenboek van Krol langsgekomen. Zijn 500 meter was daar immers niet stabiel genoeg voor, dacht hij. Maar na de succesvolle World Cup in Heerenveen twee weken geleden begon Jac Orie ineens te twijfelen. Met een goede 1000 meter zou Krol een heel eind in het sprintklassement kunnen komen, dacht de coach van Jumbo-Visma. "Zullen we dan maar een aanwijsplek voor de 500 meter op het NK gaan aanvragen?", vroeg Orie aan Krol.
"Ach, waarom ook niet?", antwoordde Krol. "Als het niet lukt, jammer dan. Lukt het wel, dan is dat heel gaaf." En zo geschiedde. Krol, die voorafgaand aan de KPN NK Afstanden slechts één 500 meter dit seizoen had gereden, reed op de kortste afstand een dik persoonlijk record. Met een tijd van 35,14 verraste hij met een achtste plek. "Daarmee had ik mezelf een goede dienst bewezen. Daarnaast wist ik dat ik op de 1000 meter nog wat kon repareren."
Met een schuin oog bekeek Krol zondagmiddag de 1000 meter van zijn directe concurrenten Ronald Mulder en Dai Dai Ntab. Nadat Krol hun tijden zag, wist hij wat zijn opdracht was. Dat moet te doen zijn, dacht hij. Toen Krol vervolgens zelf 1.08,26 liet noteren, had hij zijn missie volbracht: weliswaar niet de gehoopte nationale titel, maar wel een ticket voor het EK Sprint in Collalbo. "Het was een goed idee van Jac", lacht Krol. "Ik had hier niet per se rekening mee gehouden, dus dan is dit wel heel gaaf. Bovendien is Collalbo qua ligging de mooiste baan ter wereld."
Krol beseft dat hij op de 500 meter geen weerstand kan bieden aan iemand als Havard Lorentzen en Pavel Kulizhnikov, maar denkt wel aan een afstandszege op de 1000 meter. "Mijn doel is om te schitteren op de 1000 meter en wie weet kan ik er wel eentje winnen. Op een buitenbaan hebben sprinters het bovendien iets zwaarder dan 1500 meterrijders, dus ik denk dat ik in het klassement nog best kans kan maken. Of het reëel is om te verwachten of ik op het podium eindig, weet ik niet."