De opzet is vergelijkbaar met die van de wereldbekerwedstrijden. Per Rabo Holland Cup kan een schaatser punten verdienen en aan het eind van de cyclus is de winnaar die schaatser die in het eindklassement bovenaan staat. In veel gevallen maakt de Holland Cup deel uit van een van de schaatsklassiekers, zoals Kraantje Lek, de Eindhoven Trofee, de Gruno Bokaal en Utrecht City Bokaal. Bij deze klassiekers tellen maar bepaalde afstanden mee voor de Holland Cup.

Waar de Rabo Holland Cup oorspronkelijk in het leven geroepen is als cyclus voor langebaners die geen World Cups rijden, staat er tegenwoordig veel meer op het spel dan punten behalen voor het eindklassement. Per wedstrijd zijn er namelijk startplekken te bemachtigen voor het World Cup kwalificatietoernooi en de Nederlandse kampioenschappen.

Het biedt talenten de kans om zich ertussen te rijden en schaatsers die bijvoorbeeld terugkomen van een blessure de mogelijkheid om weer aansluiting te vinden met de top. Maar ook reeds geplaatste rijders staan vaak aan de start van de eerste Holland Cup om wedstrijdritme op te doen.

Wat valt er te verdienen?
• De Rabo Holland Cup 1/IJsselcup geldt als laatste kans om een startbewijs af te dwingen voor het World Cup kwalificatietoernooi (WCKT).
• De Rabo Holland Cup 2 dient, naast het WCKT, tevens als selectiemoment voor het KPN NK Afstanden.
• Via Rabo Holland Cup/Kraantje Lek (dames) en de Rabo Holland Cup/Eindhoven Trofee (heren) kunnen rijders zich plaatsen voor het KPN NK Allround. De Rabo Holland Cup/Gruno Bokaal is de tweede plaatsingswedstrijd voor het allroundtoernooi.
• Bij de Rabo Holland Cup/Utrecht City Bokaal zijn plaatsen te verdienen voor het KPN NK Sprint.
• Tot slot is de Rabo Holland Cup 3 een plaatsingswedstrijd voor de Rabo Holland Cup finale en het NK neo-senioren.

Meer informatie over de plaatsingsschema's en selectieprocedures vind je hier.