Bij de KNSB Baancompetitie in Zwaagwesteinde stond zaterdagmiddag een nieuw onderdeel op het programma. Het aanwezige publiek kreeg alvast een voorproefje voor wat er over twee weken in Wervershoof op het NK te wachten staat: de 200 meter duo-tijdrit. Schaatsen.nl deed een rondje langs de velden om de reacties te peilen.

Maar eerst de belangrijkste vraag: wat houdt de 200 meter duo-tijdrit eigenlijk in? Twee rijders starten ieder aan een kant van de baan voor een tijdrit van 200 meter. De starter staat op het middenterrein en geeft de commando's en het startschot. De starter heeft hulp van twee juryleden per rijder. Zij geven met een blauwe vlag aan dat de rijder de procedure goed uitvoert. De starter geeft pas bij twee blauwe vlaggen het startsignaal. Als er vals gestart wordt, fluit de tweede starter af. 

In een voorronde moeten alle rijders een tijd zetten, waarna de zestien snelste in een finale nog eens in actie komen. De rijder met de snelste tijd wint. Er wordt niet gestreden volgens een knock-outsysteem. De juryleden oefenden deze week alvast op de piste in Heerde en de Edese IJsvereniging legde het nieuwe onderdeel vast in een video. 

Merijn Scheperkamp (tweede plaats in Zwaagwesteinde)
"Eerlijk gezegd weet ik niet of dit onderdeel voor het publiek mooier is dan de 300 meter. Er rijden twee mensen in de baan, dus je moet kiezen naar wie je kijkt. Een knock-outsysteem zou het wel spannender maken. Als je fit bent kan dat ook wel, al is het wel belastender."

Cock Verweij (tweede starter in Zwaagwesteinde)
"Het is een mooi onderdeel, vooral ook voor het publiek. Het is goed dat er weer nieuwe dingen worden geprobeerd. Voor ons als starters is het ook even wennen. We hebben deze week al even geoefend, want met vijf starters is het nu echt een kwestie van teamwork."

Marit van Beijnum (tweede in Zwaagwesteinde)
"Het is een mooi onderdeel voor mij. De start is heel anders dan de 300 meter en dat vind ik wel fijn. Ik heb wel al geoefend van tevoren, al kom ik wel net terug van een liesblessure. De tweede keer ging het ook al beter dan de eerste keer. Ik hoop er op het NK weer te staan."

Yordi Martens (trainer bij RTC Zuidwest)
"Voor mij als oud-sprinter is dit een prachtonderdeel. Het is ook wel goed dat de rijders nu weer moeten oefenen op de start. Na het afschaffen van de 300 meter was er alleen nog de 500 meter en was dat veel minder nodig. De 1000 meter wordt namelijk al weer veel tactischer gereden, dus het is goed dat er nu weer iets is voor de echte sprinters. Een knock-outsysteem zou te belastend zijn voor de rijders. Zoals het nu is, is het prima."

Foto: Hidde Muije

Moniek Klijnstra (winnares in Zwaagwesteinde)
"Voor mij is dit precies kort genoeg, want de bochten lopen nog niet zo heel soepel. Ik ben snel op snelheid, maar houd het meestal niet zo heel lang vol. Dus dit is voor mij heel mooi. Ik heb een keer eerder een landelijke baan gewonnen, dus dat ik nu weer eens win is best wel bijzonder. Het is wel jammer dat er geen knock-outsysteem is, maar dit is ook prima."

Frank Fiers (bondscoach inlineskaten)
"Ik sta er neutraal in. De 300 meter was ook mooi, maar op de 200 meter gaat het puur om reactievermogen en nog meer om snelheid. Als je een tiende laat liggen bij de start, telt die extra zwaar."

Rémon Kwant (winnaar in Zwaagwesteinde)
"De 300 is ook wel mooi om te doen, maar je hoeft ze niet allebei te hebben. Als ze hiervoor kiezen is dat prima. De 200 meter is niet direct een voordeel voor mij, want die is net iets te kort. Ik wil wel nog wel een stap zetten op de 500 meter, dus voor mij is het ook wel goed dat deze afstand er is. Een knock-outsysteem zou ook goed zijn. Mensen klagen wel eens over de liezen als ze veel moeten starten, maar dat kun je gewoon trainen. Voor de afstand op zichzelf zou het mooi zijn, ook voor het publiek. Ik heb een filmpje uit Colombia gezien, dat ziet er heel gaaf uit."