Hij geniet er van, het rijden in het geel-zwart van de Jumbo. Dat mensen tijdens een fietstraining in het buitenland denken dat ze van de gelijknamige wielerploeg zijn. "Valt dat dan even vies tegen", zegt hij lachend en met de nodige zelfspot. Maar je proeft uit zijn woorden dat hij met plezier voor de supermarktketen rijdt. "Je merkt wel het verschil als je bij Jumbo zit, dat je wat meer aandacht krijgt."

Maar die aandacht van buitenaf, daar is het hem niet om te doen. "Het is een leuke ervaring, zeker voor mij, als je al zoveel jaren hebt gesport", legt hij uit. "We testen meer, het is een net iets serieuzere manier van aanpakken. Qua faciliteiten is dit ook wel wat me gemotiveerd heeft. Van de zomer waren we nog in Inzell met de langebaners. En dan is het best interessant om met hen te praten over technische dingen."

Weer wedstrijden winnen
De laatste zege van Berga is alweer drie jaar geleden, maar door het nieuwe elan dat hij kreeg bij Team Jumbo-Visma, denkt hij inmiddels weer nadrukkelijk aan nieuwe overwinningen. "Ik heb zeker wel het doel weer wedstrijden te winnen", zegt hij vol overtuiging. "Ik heb ook het gevoel dat ik daar op dit moment goed genoeg voor ben."

Foto: Neeke Smit

"Maar weet je", vervolgt hij. "We hebben ook gewoon zes goeie rijders in de ploeg. Ze moeten allemáál wel een wedstrijd kunnen winnen. In ieder geval Mats Stoltenborg, Erik Jan Kooiman, Robert Post, en ik. Harm Visser is ons jonkie", voegt hij er lachend aan doe. "Die moet het nog bewijzen. Maar hij heeft heel veel snelheid in de benen. En Casper de Gier is ook een snelle jongen."

Graag racen
Dat hij het met z'n ploeg op dit moment nog niet kan laten zien door corona, noemt hij wel 'extra zuur'. "Voor mijn gevoel schaats ik lekker en ben ik best wel fit. Dan is het gewoon jammer dat ik het niet kan laten zien. We hebben vanaf maart hard getraind. Ik ben wel een racer, dus het liefst rij ik gewoon elke week een wedstrijd. Nu hebben we al zo'n beroerde zomer gehad en dan heb je dit nu ook nog", waarbij hij doelt op het afzeggen van in ieder geval een groot deel van het schaatsseizoen.

Net als iedere andere rijder hoopt hij toch dat er nog wat overblijft van het seizoen, bijvoorbeeld op het Zweedse natuurijs. "Ik hoop het, en anders trainen we gewoon door tot de zomer", zegt hij strijdbaar. "Ik zou heel graag weer wedstrijden willen skeeleren, dat is ook een passie van me. Die skeelers trek ik nooit met tegenzin aan, dat vind ik altijd leuk. Maar het liefst rij je gewoon wedstrijden, zeker straks na bijna een jaar zonder wedstrijden. Ik mag graag weer een beetje racen."