Toen voor Mark Tuitert als veelbelovend schaatser de deur naar Jong Oranje open zwaaide, hoefde hij maar één ding te doen: stoppen met skeeleren. Het kostte hem twee weken flinke buikpijn, maar hij besloot toch door te gaan op de wielen. "Ik heb het niet gedaan en ben bij Wehkamp gebleven. Godzijdank. De eerste twee maanden van dat seizoen won ik bijna alles waar ik aan meedeed. Met Edward Hagen en René Ruitenberg tegen Team Hulzebosch, tegen Arjan Smit."
'Het had makkelijk gekund'
Maar na die legendarische zomer lonkt Jong Oranje toch weer en hangt Tuitert uiteindelijk zien skates voorgoed aan de wilgen. "Vanaf dat moment heb ik wel gezegd: 'Nu ga ik vol voor het schaatsen'." Ergens knaagt het bij hem nog wel, dat hij zijn grote liefde opofferde vanwege zijn olympische ambities. Zonder grote spijt, dat wel, maar toch… "Soms denk je: het had makkelijk gekund, man", zegt hij eerlijk. "De Mulders hadden een trainer en een omgeving die dat toeliet. Gerard van Velde liet Ronald en Michel ook echt los, hé. 'Ga maar skeeleren!'. Dat is bijna onvoorstelbaar in het schaatsen. Alles moet volgens een strak stramien. Zo móet je trainen, dit is hoe het werkt."
Zo lang mogelijk inlinen
Het is nu reden voor hem ervoor te pleiten de jeugd zo lang mogelijk te laten inlinen. "Als kinderen het leuk vinden om skeelerwedstrijden te rijden, daar leer je zoveel van. Er is uit meerdere onderzoeken gebleken, dat hoe veelzijdiger je traint, hoe beter het voor je is en hoe veelzijdiger je als atleet wordt. Ik reed tegen Shani Davis. Hoe moet ik hem ooit kloppen op bochten rijden? Hij heeft zoveel geshorttrackt. Hoe moest iemand mij op mijn zeventiende kloppen op mijn duurvermogen? Ik reed een uur achter elkaar, beuken op m'n hartslag. Ga er maar aanstaan. Ga maar lekker vijf keer vijf minuten duurintensief skeeleren. Ik durf wel te wedden wat een betere training is op dat moment. Zolang het gaat, moet je het blijven doen. Je leert op skeelers weer heel andere dingen dan op schaatsen. Je kan het heel goed combineren."
Zelf kansen creëren
De hoogtijdagen van het inlineskaten met duizenden bezoekers langs de kant lijken nu wel definitief achter ons te liggen. Toch ziet Tuitert een enorme professionalisering. In coaching, in de aanleg van banen. En dat publiek? Daar moet je als het even kan naartoe. "Als het publiek niet naar je wedstrijd komt, dan breng je je wedstrijd naar het publiek. In ieder dorpje in het oosten heb je een plaatselijke week. Zo'n braderie of kermis, een kermisweekend. Dan loopt gewoon het hele dorp uit. Als je maar vijf of zes van zulke wedstrijden hebt.... Maar breng het naar het publiek!" Want wie weet staat er dan vroeg of laat weer een rijder of rijdster aan de start die op de wielen iedereen het nakijken geef en daarmee de basis legt voor grote internationale successen. Op de wielen natuurlijk, en vooruit, als het even kan ook op het ijs.
Het volledige interview met Mark Tuitert verschijnt vandaag (vrijdag 14 mei 2021) ook in de skatespecial van Proskating-magazine, samen met onderstaande skateverhalen:
Het magazine is hier te bestellen.