Wie de shorttracksport volgt, weet al een tijdje dat Xandra eraan zit te komen. Wereldkampioene bij de junioren. Vorig jaar behaalde ze EK-brons op de 500 meter en goud met de relay op de WK. In de World Cup in Nagoya pakte ze brons op de 1000 meter en zondag greep ze samen met de dames het goud op de relay tijdens de World Cup in Dordrecht.
Er staat een opgetogen Xandra in de mixed zone van Dordrecht (speciaal ingerichte ruimte waar rijders geïnterviewd worden door de pers, red.): “Ik denk dat ik een goede plek verworven heb binnen ons relayteam. We dragen allemaal iets bij. Ook in de trainingen. De dynamiek in het team is heel erg goed met veel positieve energie.”
De vrolijke blonde krullenbol is zelfverzekerd en open tegelijk: “Ik ben fel, heb goed voor ogen wat ik wil en ik ben niet bang om te verliezen. Dat gaat misschien niet altijd goed. Je kunt niet altijd honderd procent mentaal en fysiek goed zijn. Als ik veel zenuwen heb, kan ik me goed focussen op de dingen die ik moet doen en heb ik daar de controle over. Je moet vooral niet bang zijn om te verliezen. De ritten zijn vanaf de kwartfinales of zelfs vanaf de heats al zo moeilijk, dan moet je risico’s nemen.”
De ultieme racer op het ijs kan goed met haar ouders opschieten. Ook met zusje Michelle heeft ze een sterke band. Ze wonen samen in Heerenveen: “Mijn ouders en zusje zijn een grote steun voor mij. De hele familie eigenlijk. Mijn vader, oom en tantes begrijpen waar ik het over heb, dus met hen kan ik goed praten. Zij kunnen adviezen geven op basis van hun eigen ervaringen. Dat helpt. Mijn achternaam geeft mij geen extra druk. Daar ben ik helemaal niet mee bezig. Het zorgt eerder voor extra kracht. Ik denk dat wij ‘Velzeboers’ allemaal goed weten hoe de shorttracksport in elkaar zit. Dat heb ik ook van hen meegekregen. Inmiddels doe ik zelf ook al een tijdje mee en leer ik steeds meer.”
Monique Velzeboer (52) is als tante zichtbaar trots: “Als er belangrijke wedstrijden zijn, blijf ik ervoor thuis. Ik ben dan behoorlijk zenuwachtig. Je kunt beter zelf schaatsen. Ik vind het leuk dat Xandra’s twee jaar jongere zus Michelle het momenteel ook hartstikke goed doet. Ik kan het met beiden goed vinden. Vroeger trokken mijn broer Marc en ik veel samen op en zijn we ook vaak gezamenlijk op vakantie geweest. Het werd al snel duidelijk dat Xandra en Michelle sportieve meiden zijn. Fietsen, schaatsen, inlineskaten, hockey. Zowel van de kant van hun moeder Carianne (deed aan hockey, red.) als van de kant van hun vader Marc zat het sportieve erin. Dat ze uiteindelijk voor shorttrack kiezen, is bijzonder. Het had ook iets anders kunnen zijn. Op haar achtste startte Xandra met schaatsles in Den Bosch, maar niet meteen heel fanatiek. Als je dat wat rustiger opbouwt, beleef je er denk ik ook langer plezier aan.”
Bij de naam Velzeboer is het begrijpelijk dat de aandacht ook naar Monique gaat (ze kwam in 1993 tijdens een training voor de Olympische Spelen van Hamar ongelukkig ten val en liep een dwarslaesie op, red.). Toch wil de voormalig shorttrackcoryfee daar nog wel iets aan toevoegen: “Het succes van Xandra en Michelle kan in de Velzeboer-genen zitten, maar hierin speelt moeder Carianne natuurlijk ook een grote rol. Met haar hockeyachtergrond heeft zij ook de goede genen. Het is de combinatie van hun vader én moeder.”
Ondanks haar eigen situatie heeft Monique nooit het gevoel gehad de meiden te willen beschermen of te behoeden voor de sport: “Dat kan ik los van elkaar zien. Ik blijf shorttrack een prachtige sport vinden. Het blijft een van de spannendste en mooiste sporten om naar te kijken én om zelf te doen. Om technisch deze sport te ervaren is heel gaaf. Ik heb veel sporten gedaan als kind. Maar shorttrack is toch wel het ultieme. Ik kan me goed de eerste slagen van zowel Xandra als Michelle herinneren. Xandra was een jaar of vier toen ze voor het eerst op het ijs stond. Ze hadden beiden ijshockeyschaatsjes aan. Ze hadden meteen die valbeweging en durfden te schaatsen. Klein en tenger, dat is ook altijd wel een voordeel. Je wordt dan meer gestimuleerd om aan je techniek te werken. De kracht is bij hen wat later gekomen.
Tante Monique ziet overeenkomsten:” Xandra en Michelle weten hoe ze moet racen en dat wist ik ook. Tactisch sterk zijn en niet bang zijn om moe te worden. We hebben ook een familie-app. Tijdens wedstrijddagen laten we altijd even weten dat ze het goed doet. Ook bij Michelle doen we dat. Na de wedstrijd bellen we meestal. Ik denk dat het fijn is als je die bevestiging krijgt. Dat kan ik van m’n eigen tijd ook herinneren.” Ze ziet ook een betere versie van zichzelf: “Xandra kan heel goed met druk omgaan, beter dan dat ik dat kon.”
Zusje Michelle Velzeboer (18) is ook apetrots: “Ik vind het superleuk om naar haar te kijken. Ze doet het hartstikke goed. Samen met mijn ouders heb ik dit weekend voor de livestream gezeten. Het motiveert mij enorm om daar uiteindelijk ook te staan.” (Michelle doet van 11 tot en met 21 december mee aan de Winter University Games in het Zwitserse Luzern om zelf ook te strijden voor het mondiale shorttrackeremetaal red.)
Zodra het zoomgesprek is opgestart, klinkt een identieke stem als die van Xandra. Op het beeldscherm begint de goedlachse Michelle vol lof te vertellen: “Ik zie haar echt als mijn zus. We hebben een sterke band. Ze is heel belangrijk voor mij en is een voorbeeld. Ik vind het knap hoe snel zij zichzelf in de wereldtop heeft gevochten en al meedoet om de prijzen. Daar ben ik supertrots op. Ik zie hoeveel plezier ze heeft in de sport. Ik woon samen met haar in Heerenveen. Wanneer ze terugkomt van een goede training, is ze superblij. Als het niet goed ging, kan ze ook best chagrijnig zijn, maar ze is heel gepassioneerd in de sport. Ze is zelfverzekerd, heeft wilskracht en weet wat ze wil. Dit kan ze ook duidelijk overbrengen. Hiermee helpt ze mij ook. Op het ijs zijn we allebei racers. We hebben een echt race-instinct en we beleven er beiden veel plezier aan. Onze wedstrijdschema’s lopen niet gelijk, dus dat is niet zo gezellig. Zo lopen we elkaar veel mis en. Verder is het heel fijn om met mijn zus samen te wonen.”
De twee meiden combineren shorttrack met een studie: “We studeren allebei Life Science and Technology in Groningen. Xandra heeft de studie nu even stopgezet in verband met de Spelen. Ik ben dit jaar begonnen. Het is een soort biomedische wetenschappen, maar het heet net iets anders en het is in het Engels. Het gaat over cellen en dat soort dingen. Eerst wilde ik het niet doen, omdat mijn zus het al studeerde. Tante Monique heeft me overtuigd dat ik ervoor moet gaan als ik het leuk vind. Ik moet me niet laten beïnvloeden door anderen.”
De twee jonge Velzeboers zijn op het ijs te herkennen aan speciale nekbeschermers: “Xandra heeft nu een heel mooie nekbeschermer die bij haar pak past (gekregen van de pakkenleverancier van de NTS, red.). Ik heb er eentje die mijn vader heeft gemaakt. Jens van ’t Wout (ploeggenoot van Xandra bij ShorttrackTeamNL, red.) heeft een ongeluk gehad, waarbij hij een schaats in zijn wang kreeg. Op dat moment waren er meer rijders in hun gezicht getroffen. Mijn vader vond dat gevaarlijk, dus is hij gaan experimenteren. Hij heeft van een snij vaste stof een nekbeschermer gemaakt, die we vastmaken aan de achterkant van onze helm. Zo blijft het goed zitten en zijn we beschermd. Eerst hadden Xandra en ik onze bedenkingen hierover, maar het geeft een veilig gevoel. En waarom zou ik het niet dragen? Ik heb er geen last van. Het is zelfs fijn als we in een koude ijshal rijden. Dan is het lekker warm. En stel als er iets gebeurt, dan vergeven we het onszelf nooit als we het dan niet om zouden hebben.”
Volgens Michelle zijn er ook verschillen tussen de twee: “Ik ben introverter en iets rustiger. Xan treedt meer op de voorgrond. Ik heb ook niet het idee dat ik zo sterk en explosief ben als zij. Toch kan ik op een 500 meter goed meekomen, dus misschien ben ik iets meer een glijder en is zij meer een sterke fysieke rijder. Technisch verschillen we ook.”
Het eerste wat er bij Xandra’s jeugdtrainer en voormalig shorttracker Niels Kerstholt (38) opkomt is dat ze een echte vechter is: “Ik weet het nog goed. We gingen naar de Europacupfinale en haar grootste concurrent op dat moment was Georgie Dalrymple (is nu haar teamgenoot in de NTS, red.). We waren een plannetje aan het bedenken hoe we Georgie strategisch konden aftroeven. Zij kon sneller schaatsen. Daar leeft Xandra van op. Zodra ze zich tactisch ergens in moet bijten, komt zij tot haar recht.”
“Ik wist vrij snel dat ze goed zou worden”, gaat Kerstholt verder. “Ze heeft de juiste instelling. Je moet fysiek talent hebben, hard kunnen werken en het vermogen hebben om je ergens in vast te kunnen bijten. Genieten van het rijden en het spelletje zijn ook van belang. Dat je anderen constant te slim af bent. Daar kickt zij op. Dan word je een grote. Het is niet per se iets ‘Velzeboers’. Dat is echt iets van Xandra zelf.”
Coördinator van de NTS en voormalig shorttracker Koen Hakkenberg beaamt dat Xandra iemand is, die heel goed weet wat ze wil: “Ze heeft een goede kop erop zitten, met veel talent en is slim. Ze vraagt veel informatie van het begeleidingsteam om te verbeteren. Heel leergierig en vraagt: ‘Wat zal ik doen?’ Waarschijnlijk heeft ze het al in haar hoofd, maar dan is die bevestiging fijn voor haar. Ze doet ook wat met de informatie. Als ze een fout maakt in een race, dan hebben we het erover en ziet ze het voor zich. De volgende keer dat ze in een vergelijkbare situatie komt, doet ze meteen het goede. Ze maakt niet snel dezelfde fout. Dat zie je niet vaak.”
De allesondersteuner van het team haalt nóg een punt aan waarop ‘Xannie’ of ‘Kleine Smurf’ uitblinkt: “Ze heeft heel goede druk op het ijs. Zij is een van de weinigen die de bochten helemaal doorstapt. Koreaans regerend olympisch kampioene op de 1500 meter Choi Min-Jeong doet dat bijvoorbeeld ook. Je ziet het op de 500 meter. In de derde bocht schiet ze bij iedereen weg, omdat ze deze vol door versnelt. In deze bocht is ze de beste van allemaal in dit veld. Xandra heeft een bepaald gevoel met het ijs. Ik denk dat zij meer een pure sprinter is dan Suzanne. Ook heeft ze alles door en is niet stil. Als ze wat wil zeggen dan laat ze van zich horen. Het wordt dan heel lief gezegd, maar ondertussen eist ze dat er iets moet gebeuren vanuit de stafleden.
Koen schiet in de lach: “We noemen haar Kleine, maar eigenlijk is ze helemaal niet zo klein (1 meter 65 red.). Toen ze in het team kwam, was ze nog minder groot, maar ze begint ook steeds gespierder te worden. Ik word er bijna bang van.”
Het klankbord dat langs de baan en de heatbox staat tijdens de internationale wedstrijden voor de Nederlandse rijders is disciplinemanager en Brits voormalig wereldkampioen shorttrack Wilf O’Reilly (57). Hij staat daar om bij uit te kunnen huilen, te lachen, voor een paar woorden of een high five: “Ieder mens heeft behoefte aan bevestiging of een luisterend oor. Het kunnen inschatten in het moment is belangrijk om te weten wat nodig is. Ik ken Xandra al van jongs af aan en wat mij opvalt is dat zij plezier heeft in de sport. Prestaties komen wel als je dat plezier blijft ontwikkelen. Dat is gelukkig ook wat we hebben bewerkstelligd binnen de gehele NTS.”
De eerste woorden die O’Reilly gebruikt om de persoon Xandra te typeren: “Snelheid, leergierig, soms boos en ze laat de kaas niet van het brood eten. Na de halve finale van de 500 meter (van afgelopen zaterdag red.) zag je hoe kwaad ze was. Ze had startpositie twee, Suzanne stond op drie en ze gaat de bocht in als laatste. Voor haar doen is dat een slechte start. Ze was niet door en moest
de B-finale rijden. Dan weet je dat ze niet aanspreekbaar is omdat die boosheid en emoties eruit moeten. Mijn rol is om dan niet al te veel te zeggen, maar ervoor te zorgen dat de juiste boodschap overbrengt in zo weinig mogelijk woorden. Ik zei tegen haar: laat de emoties zakken en focus je op de rit. Het is niet de bedoeling dat je het ijs op gaat vol met emotie en je dan vergeet dat je moet schaatsen. Je zag bij haar de ontlading van de emotie. In zo’n geval kunnen vijf woorden genoeg zijn. Na de B-finale vertelde ik haar dat dit haar beste race ooit was die ik heb gezien. Ze wist het zelf ook.”
De Nederlandssprekende Brit vult aan: “Xandra beschikt over een grote motor. Dat hebben ze allemaal in de Velzeboer familie. Xandra beheerst de sprintafstanden en de langere afstanden. De damesploeg heeft Suzanne als prachtig voorbeeld. Dat speelt ook mee. Ze traint dagelijks met haar en kan dus alles zien. Suzanne heeft de lat hoog gelegd, maar als er iemand in staat is om die te verschuiven, is dat Xandra. Zij is op de goede weg en is nog een jonge griet. Een mooie carrière lonkt. Als je ziet hoe ze nu rijdt: chapeau!”