Het goede gevoel. Lekker abstract, die omschrijving. Itzhak de Laat (27), ritst zijn snijvaste shorttrackpak open en kijkt wat afwezig in de verte. “Het is nog even zoeken. Goede benen en een goed gevoel blijven iets ontastbaars. Ach, meestal komt het wel in de dagen voor de wedstrijd. Ik heb nog even, hè.”

Hij is ontspannen, komt uit zichzelf een praatje maken voordat hij de warming-up doet die voorafgaat aan de zoveelste training van dit e-l-l-e-n-l-a-n-g-e seizoen. De shorttrackfamilie heeft de programmamakers van de ISU vervloekt. Wie verzint het om zes weken na de Winterspelen nog op de proppen te komen met een wereldtitelstrijd?

“Natuurlijk vond ik dat ook heel vervelend, zoals iedereen. Ik had gelukkig nog geen vakantie geboekt. Hoefde niets af te zeggen. Maar het was al een lang seizoen, het is nu extreem lang. Hoe leuk shorttrack ook is, je wilt er na een tijdje weer even mee ophouden. Drie weken later…” Een moment van stilte, van woorden afwegen. “Het is maar drie weken, dat kun je ook zeggen. Door het opschuiven kun je wel weer een beetje werken naar nieuwe piek, al blijft dat lastig. Ik voel dat het lichaam rust nodig heeft, merk dat het een uitdaging is
om geïnspireerd te blijven.’’

Hoe heb je Olympische Spelen verteerd? En vooral natuurlijk de mislukte relay voor de mannen.
“Wel beter dan ik het me op het moment zelf in februari voorstelde. Ik dacht toen echt, vooral de uren daarna: hier ga ik veel last van hebben. Ik heb het in perspectief kunnen plaatsen. Ik ben best hard voor mezelf. Mijn wereld stortte toen in mijn eigen hoofd helemaal in. Van alles wat ik gehoopt had, zou niets meer terechtkomen, op die manier maakte ik mezelf af in m’n hoofd. Ik deed mezelf extra pijn. Maar als ik het van de bright side zie: ik deed het zeker niet goed, maar het was ook niet zo dramatisch qua schaatsen als ik het gedurende die dagen voor me zag.’’

Foto: Vincent Riemersma


Je hebt het een paar keer teruggezien, en eenmaal terug in Nederland…
“Ik heb ook met mensen getelefoneerd. Met de bondscoach. Met de mental-coach die me begeleidt. Niels Kerstholt (oud-atleet, red.) belde me dezelfde avond al. Die heeft iets soortgelijks meegemaakt in Sotsji 2014: een val in de finale van de aflossing. Al was dat misschien voor hen nog harder dan voor mij nu, het voelde voor mij hetzelfde, denk ik. We hebben zoveel gewonnen op de relay, waren er zo dichtbij. En dan weer niet…”

Hoe waren de reacties bij thuiskomst?
“Oh, ik heb heel veel lieve berichten gehad. Dat was erg fijn. Iedereen leefde mee, bijvoorbeeld de collega’s van m’n vriendin, mensen van wie je niet verwacht dat die ook kijken. Bijna iedereen heeft het shorttrack wel gezien. Dan is het bijna leuk dat veel mensen dit live hebben meegekregen. Het was me ook een shorttrackdag ten top. De mannenploeg met het drama en daarna het goud voor Suus. Het was voor kijkers best heftig allemaal.’’

“Ik hoop dat dit het diepste dal van m’n sportcarrière was. Dan heb ik dit ook maar gehad. Ik heb er uiteindelijk wel van geleerd. Om ook hiermee om te gaan. Je moet het in perspectief kunnen plaatsen. Toch vergeten, een beetje. Want de eerste 43 rondjes gingen prima. Daar viel niet veel op aan te merken. Tijdens de laatste twee rondjes had ik door moeten schaatsen. Dat is het enige wat ik eruit moet halen. Als ik de vorm van vorig jaar had gehad, had ik dat ook kunnen doen. Maar op de Spelen had ik op een of andere manier de vorm niet. Ik reed en was niet goed genoeg. Daar moet ik nu ook vrede mee hebben.’’

Foto: Vincent Riemersma


Wordt dit WK een revanchewedstrijd?
“Zo zouden we er misschien wel in moeten gaan. Aan de andere kant: dat is dan een soort druk waar ik niet zoveel mee kan. Ik wil m’n beste beentje voor zetten, relays rijden zoals ik dat goed kan. Daarom denk ik dat je niet uit wraakgevoelens moet rijden, ook al is dat een goede motivator. Die motivator heb ik voor mezelf niet nodig om hier goed te kunnen schaatsen.’’

“Maar als het ons lukt om hier wereldkampioen te worden, hebben we er alles aan gedaan het seizoen goed af te sluiten. Of ik dan weer een van de gelukkigste mensen op aarde ben? Nee, met een medaille op de Spelen zou ik nog gelukkiger zijn geweest? Haha, weet ik niet hoor. Maar het zou een zoete troostprijs zijn.’’

Moet je op dit toernooi een resultaat scoren dat je helpt door te kunnen versnellen naar volgend seizoen?
“Ik heb zin om volgend jaar alles wat er dit jaar is misgegaan, beter op te pakken. Stappen zetten dankzij de geleerde dingen. Ik voel echt dat ik daarin kan groeien en weet dat ik er nog niet alles heb uitgehaald. Ik wil in elk geval nog een jaar door. Daar heb ik veel zin in. Het zou mooi zijn als dit WK de springplank naar volgend jaar wordt.’’

Doel je nu op schaats-technische zaken, of meer het mentale aspect?
“Beetje van beide.” De Laat denkt een tel na. “Vooral mentaal. Het is iets waar ik weet hoe lang ik al mee bezig ben. Ik loop toch elke keer weer tegen nieuwe dingen aan. Dan ontdek en leer weer nieuwe dingen over mezelf. Dit jaar is moeilijk geweest, maar het is qua persoonlijke groei wel belangrijk geworden. Maar dingen ontdekken en weten hoe het zit, dat allemaal overwinnen gebeurt niet in één jaartje. Dat is een langetermijnproces. Ik denk echt dat ik de juiste weg ben ingeslagen.’’

“Helaas kun je dit niet timen. Helaas. Aan de andere kant was het daarom een uitstekende leerschool, met de grootste ups en downs, de meeste druk en de raarste wedstrijden. De meest onvoorspelbare dingen gebeurden, daar kwam corona nog bovenop. Daarom zeg ik: dit is misschien wel mijn belangrijkste leerjaar ooit geweest.’’

Nog een keer zo’n olympisch traject, of wacht je volgend seizoen af?
“Ik kijk eerst hoe het volgend jaar gaat. Over vier jaar is nog ver weg. Ik ben dan 31 jaar, ik zou het fysiek dan nog prima kunnen. Maar zo ver ben ik nog niet. Over een jaar mag je me deze vraag nog een keer stellen.’’