Gefeliciteerd, heren! Beiden hebben jullie nu het diploma schaatstrainer-coach niveau 4 in the pocket. Kunnen we spreken van een mijlpaal?
Erben: “Het geeft vooral een lekker gevoel dat dit nu is afgevinkt. Als ik ergens aan begin, wil ik het ook afmaken en dat is nu gelukt. Eerder was ik altijd ‘die schaatser’ en nu kan ik ook zeggen dat ik trainer ben. Bij mij is het een heel lang proces geweest. In 2012 ben ik al begonnen en zat ik in een speciale groep, waarbij ST3 en ST4 gecombineerd waren. Van dat groepje is volgens mij niets meer overgebleven. Uiteindelijk heb ik eerst ST3 gehaald en nu ST4.”
Michel: “Voor mij voelt dit ook wel als een ‘vinkje’. Toen ik stopte met schaatsen in 2020, ben ik meteen doorgerold in het trainerschap. Hiervoor had ik de papieren nodig. Vervolgens kwam corona, waardoor het allemaal wat lastiger werd. Nu doe ik er nog even niets mee, maar het is wel fijn om dit diploma alvast op zak te hebben. Bovendien waren het leuke en leerzame dagen.”
Wat was je motivatie om deze opleiding te volgen?
Erben: “Ik vind het mooi dat je door deze opleiding vanuit een ander perspectief naar de sport kijkt. Dat is een enorme verrijking en was een hartstikke leuk proces. Voor mij was het vooral voor dat ‘vinkje’. Als ik ooit trainer zou willen worden op hoger niveau, dan is dit nu in ieder geval mogelijk. Het training geven bij de IJsclub Stokvisdennen, dat ik al vele jaren doe, gaat hierdoor ook makkelijker. Als ik op het NK-junioren kwam en ik niet op het ijs mocht, dat vond ik zo knullig. Dat probleem hebben we nu niet meer,” zegt de oud-wereldkampioen met een big smile. “Het grappige is, als je Michel Mulder of Erben Wennemars heet, dan moet wel alles via de regels. Juist omdat onze naam eraan hangt. ‘Denk maar niet dat je meer bent dan een ander’, wordt dan al snel gezegd.”
Michel: “Ja, anders worden ze op de vingers getikt. Dat vind ik overigens prima. Dit is voor mij een extra motivatie geweest om het ‘gewoon’ te halen. Ik wilde altijd al graag trainer worden. Ik heb de CALO gedaan (hbo-opleiding die maatwerk in onderwijs, zorg en sport levert, red.). Als je schaatstrainer wilt worden, heb je ST4 nodig. Misschien volgt ST5 ook nog eens. De individuele afsluiting van dit traject vond ik heel prettig, want er waren elementen waar ik al veel ervaring in had en waar ik voor mijn gevoel minder hoefde te leren. Als je drie jaar voor de klas hebt gestaan, twaalf jaar topsport hebt bedreven en alles hebt meegemaakt, dan heb je toch een beetje voorsprong ten opzichte van iemand die op een blauwe maandag bedenkt: Ik word schaatstrainer in plaats van voetbaltrainer.
Hebben jullie tijdens de opleiding veel gedeeld of hadden jullie vooral privélessen?
Michel: “We hebben allebei een individueel traject doorlopen. Mede door corona waren veel workshops online. Voor mij kwam dit wel heel goed uit, aangezien ik als assistent-trainer bij Schaatsteam Reggeborgh veel weg was en fysiek niet bij de lessen kon zijn.”
Erben: “Ik vond het heel fijn met Jildou Gemser. Die heeft mij goed begeleid. Ook Hans Boom heeft in een eerdere fase veel gedaan. Het geduld dat zij hebben gehad, daar ben ik erg blij mee.” Ondertussen knikt Michel instemmend.
Gaan we jullie op een NK op de kruising zien?
Michel: “Je gaat me zeker zien… op de tribune”, zegt Mulder lachend. “Ik gooi de deur absoluut niet dicht. Ik zou het hartstikke leuk vinden om ooit nog eens een ploeg te hebben. Desnoods zelf of met iemand. Komend jaar in ieder geval nog niet. Nu wil ik vooral even afstand nemen van het schaatsen en verder kijken.”
Erben: “Ja, mij zie je ook op de tribune!” grapt Wennemars mee. “Ik heb geen aanleiding om te denken dat ik als trainer op de kruising zou willen staan en ik zou niet weten in welke hoedanigheid. Ik vind het vooral fijn om het diploma als bagage in mijn rugzak te hebben. Ik ga geen gewest of commercieel team trainen. Daar heb ik op dit moment geen tijd voor.”
Wat hebben jullie geleerd van jullie eigen coaches?
Erben: “Ik denk dat ik geluk heb gehad dat ik met de beste coaches van de wereld heb samengewerkt. Ik heb met een gekke Amerikaan Peter Mueller gewerkt, die mij echt gevormd heeft. Beroepsmilitair Leen Pfrommer heeft mij discipline, rust, reinheid en regelmaat meegegeven en een wetenschapper als Jac Orie heeft vanuit de trainingsleer veel kennis overgedragen. Gerard Kemkers is een echte manager. Dit neem ik allemaal mee. Met terugwerkende kracht: nu ik zelf de trainersopleiding heb gedaan, vind ik hen eigenlijk nog beter dan dat ik dacht dat ze waren. Er komt zoveel meer bij kijken. Eerst dacht ik altijd: Ik moet hard schaatsen en hard trainen, maar om het allemaal te managen en iedereen tevreden te houden… Ook om met de verschillende karakters om te kunnen gaan en de neuzen allemaal dezelfde kant op te krijgen, dat is heel ingewikkeld. Ik vind het heel knap hoe Kemkers en Orie dit gedaan hebben en hoe lang zij dit volhouden.”
Michel: “Ik heb wat minder trainers gehad, als ik dit zo hoor, maar wel die in twee verschillende disciplines actief waren: het schaatsen en inlineskaten. Het was een enorme uitdaging om dit op een lijn te krijgen. Van alle trainers neem ik dingen mee en heb ik ook elementen ervaren die ik zelf anders zou willen doen. Ik denk dat dit heel normaal en goed is. Van elke trainer pak je wel iets mee.”
Heb je iets gemist in je carrière wat je zelf als coach anders aan wil pakken?
Michel: ‘Ik heb niet zoveel gemist. Als sporter ben ik vrij eigenwijs geweest. Ik heb wel eens de hele ploeg opgebeld en gezegd: Over drie weken is het WK Inlineskaten, daar ga ik lekker naartoe. Wat ik als trainer belangrijk vind, is om het gesprek aan te gaan met de sporter: wat vind je nog meer leuk om te doen? Ik wilde als sporter bewijzen dat ik twee sporten kon combineren. Een traditionele schaatstrainer loopt daar over het algemeen niet heel warm voor. Ik zou hier als trainer juist wel enthousiast van worden en zou dit graag een kans geven.”
Erben: “Er zijn zoveel verschillende manieren om training te geven. Het allerbelangrijkste is denk ik dat je erin gelooft en dat je dit kunt overbrengen. Dat het voor de sporter de goede route is. Ik geloof helemaal niet in een vaste trainingsleer. Ik geloof er wel in dat je het met elkaar kunt vormen. De manier waarop je in het leven staat, wat voor energie je uitstraalt en met wat voor overtuiging je dingen doet, dat is wat mij betreft superbelangrijk. Ik denk dat dit ook wel de nieuwe manier van coachen wordt. De echte trainingsleer, daar hoef je niet veel aan toe te voegen. Mensen begeleiden in hun ontwikkeling van volwassen worden: hoe ga je om met puberen, hoe ga je om met kinderen en jongvolwassenen? Dat je daarnaast staat en daarin meegroeit, dat is waar het om gaat en is de sleutelfactor tot succes. De maakbaarheid van trainingsleer is vrij simpel. Het blijft rechtdoor en linksaf, maar als je niet lekker in je vel zit, houd er dan maar mee op.”
Michel: “Ja, mooi gezegd. Ik ben het hier volledig mee eens. Met het schaatsen heb je ook nog dat je met z’n allen op hetzelfde uurtje traint op het ijs. Je weet allemaal van elkaar wat je doet. Iedereen doet eigenlijk hetzelfde. Of het gekopieerd is of niet, dat maakt in principe niets uit. Juist dan is het heel belangrijk dat je een goede groep kunt smeden. Dan presteer je meer dan dat je je constant heel strikt aan je trainingsschema vasthoudt.”
Hoe zou je jezelf omschrijven als coach? Waarin onderscheid jij je?
Michel: “Die sfeer in het team vind ik heel belangrijk. Dit was ook een van mijn doelen en was hetgeen waar ik wel invloed op had in mijn tijd bij Schaatsteam Reggeborgh. Heel veel dingen stonden vast. Mijn ultieme doel als coach is om een echte people manager te zijn.”
Erben: “Daar zit ook meteen de grootste uitdaging. Je bent 200 dagen per jaar met elkaar op pad. Dan zijn die uurtjes schaatsen niet het meest spannend. Het met elkaar om kunnen gaan, dag in dag uit en dan in het weekend elkaar kapotrijden. Daar moet je tegen kunnen. Jaar in, jaar uit. Wat dat betreft is schaatsen bikkelhard en tegelijkertijd supermooi. Ik denk dat ik dat hele proces wel goed begrijp; wat je er allemaal voor moet doen en laten om topsporter te zijn. De gesprekken met die rijders aangaan en uiteindelijk die rijder centraal stellen. Het aandeel als trainer wordt vaak zwaar overtrokken. Als je dat besef hebt als coach, dan ben je al een behoorlijk eind op weg”, knipoogt de oud-schaatskampioen uit Dalfsen.
Er is nog een belangrijke functie vacant bij de KNSB: bondscoach. Zitten hier twee potentiële kandidaten voor me?
Michel: “Komend jaar niet. Er moet eerst een duidelijk beeld zijn van wat er moet gebeuren. Structuur en een goed beleid zijn ook van groot belang. Dan pas kun je zeggen of je daar wat voor voelt of niet.”
Erben: “Ik weet niet wat het functieprofiel is. Die heb ik nog niet gezien. De KNSB is een grote bond, die deze functie serieus moet nemen. Het proces op dit moment is natuurlijk niet echt fantastisch.”
Als de KNSB één van jullie belt voor deze functie, neem je op?
In koor lachen beide heren: “Opnemen kan altijd.”
Ben je ook geïnteresseerd in één van de opleidingen van de KNSB? Hier vind je meer informatie.