Een klein wonder? Daar leek het wel op, kijkend naar de startlijst van de ruim 42 kilometer lange race op afmattend asfalt: want wat zouden twee Hollandse skatesters in een veld met een overmacht aan meiden in het kenmerkende blauw van de squadra azzurra (elf vrouwen), het superfitte en competitieve Franse leger dat negen rijdsters aan het vertrek had gebracht, de Spaanse armada van tien pionnen en de Duitse Mannschaft die negen atletes had aangemeld, in hemelsnaam moeten beginnen? Nou, gewoon, rustig blijven, slim koersen en hopen op die ene kans.

 Dat is de strijdwijze die Lianne van Loon wel is toevertrouwd. “Een toprijdster, technisch nagenoeg perfect en heel handig. Lianne duikt in elk gat en weet exact waar ze moet zitten”, zo beschreef bondscoach Frank Fiers tijdens de eerste dagen van het toernooi de kwaliteiten van de Gouwse. Hij liet in die korte loftuiting een andere sterke eigenschap van Van Loon achterwege: haar positieve instelling. Juist die kwaliteit was haar de voorbije dagen prima van pas gekomen in de reeks van wedstrijden waaraan ze meedeed. Overal dook ze vooraan op in de uitslag; een beloning in de vorm van een medaille bleef elke keer achterwege. Teleurstellend, zei ze voortdurend in zichzelf, maar ze realiseerde zich ook dat er zich een nieuwe kans zou aandienen.

Foto: Neeke Smit

Van Loon is namelijk een alleskunner. Ze was bij wijze van spreken amper opgefrist van de ene inspannning of overhandigde alweer het nummertje van haar startplek aan een jurylid voor de volgende race. Oftewel, veel rust werd haar niet gegund, maar in die rollergate van eindeloos racen voelde ze zich het meest op haar gemak. Gaan, gaan, steeds weer gaan.

In de marathon van zondag moest Van Loon echter vooral haar rust bewaren. Dat viel niet mee, getuige de kortdurende versnelling die ze op driekwart van de wedstrijd plaatste om een kopgroepje met landgenote Fleur Veen te achterhalen. Ze zag tijdig in dat het verspilde moeite zou zijn. “Ik wilder erheen rijden, maar vlak voor de klim in het parkoers had ik in de gaten dat het peloton meer vaart kreeg en de groep wilde inrekenen. Daarom hield ik de benen stil, wetend dat ik me beter weer zou kunnen laten terugzakken in het peloton om daar mijn kans af te wachten”, vertelde ze, nog zichtbaar in de greep van de adrenaline die was losgekomen door de totaal onverwachte apotheose. “Dat was de juiste ingeving, want naderhand kwam niemand meer weg en zou ik misschien wel mijn kans in de sprint krijgen.”

Foto: Neeke Smit

Het spreekwoordelijke kwartje rolde zowaar de goede kant op. Haar persoonlijke verslag van het sprookjesachtige slot van de marathon bleef doorspekt van uitingen van ongeloof, en daarom des te mooier. “De Fransen, die Italiaansen…., nee, ik kan het niet geloven, ik kan het niet beseffen. Die twee landen waren de hele tijd met elkaar bezig, en leken geen oog te hebben voor mij of andere rijdsters. Ik wist natuurlijk waar ik moest zitten om een goede uitgangspositie te hebben. Frankrijk met de complete sprinttrein reden voor me, plus een Italiaanse. Toen merkte ik aan het tempo dat de Francaises die trein op gang trokken. Het was nog ver naar de streep, te ver. Er bleven drie Franse meiden over, de Italiaanse kon ook mee, en ik bevond me nog steeds achter haar. Maar op een gegeven moment dacht ik: het is ver tot de finish. Kan me niet schelen, ik ga gewoon sprinten. Terwijl ik de streep steeds meer naderde, kwam er vreemd genoeg niemand aan de linker- of rechterkant voorbij. Dat kan toch niet, wat gebeurt er? Dat kan toch niet?, schreeuwde een stemmetje in m’n hoofd. Zo onwerkelijk, zo raar. En toen passeerde ik de lijn, als eerste. Echt, ik snap niet hoe het kan.”

Van Loon sloot haar ogen, zag waarschijnlijk nog een keer de voor haar meest bizarre finalefilm van haar sportcarrière aan zich voorbijtrekken, en keerde lachend terug in de werkelijkheid. “Heerlijk, aan het eind van toernooi de bevestiging krijgen. Ik was zo in vorm, alleen was het niet af te lezen aan de uitslagen, met vier zesde plekken en een vierde plaats. En dan nu goud! Het frustreerde me, maar ik zat in een toernooi en pepte me op om elke elke race toch weer positief in te gaan. Zo de reeks af te sluiten is erg bizar, niet in de laatste plaats omdat m’n maatje Fleur ook een (bronzen, red.) medaille op zak heeft. Dat maakt het extra gaaf. Ik vermoed dat we het er de komende anderhalve week – onze vakantie – nog wel een paar keer over zullen hebben. Niet normaal, joh. Nee, ik geloof het nog steeds niet….”

Bart Swings moest zondagmiddag in een soortgelijke gemoedstoestand verkeren, maar dan met de nadruk op ontgoocheling. Hij greep namelijk naast de Europese titel bij de mannen.... Die belandde na een spectaculaire eindfase bij de Fransman Martin Ferrie. Swings moest het deze keer stellen met zilver.

De uitslagen van het EK staan hier.