Het ziet er onwennig uit, bij sommigen zelfs een beetje houterig. Er zijn rijders van Team FrySK die voor het eerst op shorttrackschaatsen staan, voor sommigen is het tien jaar geleden. Op het middenterrein van Thialf maken ze meters op andere ijzers dan ze gewend zijn. Ploegleider Hoekstra heeft deze week drie van dergelijke trainingen op het programma staan voor zijn schaatsers. “Het eigenlijke plan was om naar Oost-Duitsland te gaan en daar te gaan fietsen en shorttracken, maar dat moesten we op het laatste moment afblazen”, vertelt hij.
In Thialf was ruimte op de shorttrackbaan en zodoende staat er een groep van zo’n vijftien rijders op het ijs, terwijl Hoekstra van de zijkant aandachtig toekijkt en zijn bevindingen opschrijft. “Dit is een manier om het ijsgevoel vast te houden”, vervolgt Hoekstra, die de invulling van de trainingen overlaat aan KNSB Talent Team Noord-coach Phil Brojaka en Helma Regts. “Omdat ik er helemaal geen verstand van heb”, gaat hij verder. “Deze trainingen moeten wel van nut zijn, daarom is het belangrijk om een stel andere ogen voor de groep te hebben.”
Hoekstra ziet de eerste schreden van zijn pupillen en vergelijkt het met een oefening die hij in zijn tijd als marinier in opleiding moest uitvoeren. “Eerst werden we uitgeput en daarna gingen we het zwembad in. Met een grote zwemlijn in een cirkel om ons heen moesten we een tijdlang watertrappelen. Als sardientjes in een blik moest je binnen het koord boven water blijven. Mensen met veel vertrouwen bleven in de midden, mensen die geen vertrouwen hadden en vochten tegen de natuur (het water) hadden meer ruimte nodig. Je ziet hier hetzelfde: de rijders die controle hebben en die vertrouwen hebben zitten dichter op de blokken dan de anderen.”
Nu houdt het team het bij drie of vier trainingen op de shorttrackbaan, maar liefst zou Hoekstra zijn ploeg vaker en langer op shorttrackschaatsen zien. “Gedurende een blok van vier tot zes weken, leren van shorttrack en dat vervolgens in de praktijk brengen op de langebaan”, schetst hij het ideaalbeeld. Oud-olympische kampioene Esmee Visser komt voorbij. “Kijk hoe ze uitblaast als ze door de bochten gaat, ze heeft straks meer kramp in haar kaken dan in de benen”, zegt Hoekstra. “Ze vindt dit heel moeilijk, dat zie je zo. Maar ze doet zo ontzettend haar best en dat is prachtig om te zien.”
Naarmate de training vordert, krijgt een aantal de smaak te pakken: de snelheid gaat omhoog, de bochten worden strakker genomen en de schaatsers hebben zichtbaar plezier. Hoekstra ziet het als een goede methode zijn schaatsers beter te maken. “Je wordt beter van de dingen die in eerste instantie niet leuk zijn als je ze uitvoert, maar de fouten-analyserende types zullen lering trekken uit deze trainingen en worden er beter van.”
Qua techniek zijn er verschillende shorttrackoefeningen die schaatsers kunnen helpen op de langebaan, weet Rianne de Vries. De ex-shorttrackster is tegenwoordig coach bij Development Team Fryslân en liet atleten kennismaken met haar wereld. “Door die kleine bocht is het belangrijker dat je je bovenlichaam goed houdt, je heup indraait”, verklaart ze de technische eisen. “Als dat allemaal niet zo is, vlieg je de bocht uit.”