“De mass start kent een lange historie en is helemaal niet nieuw”, steekt Kuiper (62) meteen van wal. “Voor de oorlog reden ze op de Olympische Spelen al een soort mass start over 500 meter met vijf à zes mensen in de baan. Men noemde het toen pack start (peloton start). Er was geen tijdwaarneming nodig. De eerste die over de streep kwam, had gewonnen. Vooral de Amerikanen waren er heel bedreven in. In die tijd had je in de Verenigde Staten alleen maar wedstrijden in mass start-vorm, ook op de korte afstanden. In de loop der jaren is het langebaanschaatsen wereldwijd een tijdrit geworden.”

Na een aantal experimenten in wereldbekerwedstrijden werd in 2011 een spectaculaire mass start over vijfendertig ronden gereden op de Aziatische Spelen. Deze werd gewonnen door de olympisch kampioen van 2010 op de tien kilometer, Seung-hoon Lee. De ISU besloot in het seizoen 2014-2015 een mass start toe te voegen aan het WK Afstanden. In 2018 werd het onderdeel officieel olympisch. “In 2014 werd ik – mede door mijn achtergrond in de marathonsport - aangesteld als bondscoach van TeamNL en moest er op het ISU-congres gestemd worden over het format van de mass start”, vertelt Kuiper.

Hoe het er exact uit moest komen te zien, was nog niet duidelijk. Kuiper: “We vormden bij de KNSB een denktank. De essentie van de mass start is dat je met meer mensen aan de start staat en dat het geen tijdrit is. We hebben uiteindelijk een plan ingediend wat lijkt op het huidige format met als kernpunten: 1. de hoeveelheid deelnemers per land; 2. het aantal ronden; 3. een afvalrace of niet; 4. het puntensysteem. Veel van onze voorstellen werden goedgekeurd door het congres.”

Foto: Soenar Chamid

Het is goed om dit proces in de tijd te plaatsen. Nederland had vlak daarvoor drieëntwintig olympische medailles gewonnen in Sochi. Men vond dat deze dominantie moest worden afgeremd. “Dit is de reden geweest dat er op hetzelfde ISU-congres werd besloten om een startbewijs weg te halen op de tien kilometer. Hierdoor nam de kans voor andere landen om wat te winnen toe. Het aantal deelnemers per land op de mass start is daarom eveneens teruggebracht van drie rijders naar twee. Daarnaast is bewezen dat je met een drietal goede schaatsers de rit kunt domineren: één rijder offert zich op en de andere twee kunnen aanvallen. Met een maximumaantal van twee rijders per land, kun je de race minder makkelijk naar je hand zetten.”

Ook over het aantal ronden is serieus nagedacht. “Wat ons betreft moesten het geen vijfentwintig ronden worden uit bescherming voor de tien kilometer. Het mocht niet de plek van de individuele tijdrit innemen. We zijn uitgekomen op zestien ronden, zodat je het toegankelijk genoeg houdt voor een zo groot mogelijke groep: marathonrijders, specialisten op de 1500 meter en zelfs een verdwaalde sprinter zou het nog aankunnen. Bovendien werd besloten dat de afstand voor mannen en vrouwen gelijk zou worden”, aldus Kuiper.

Het derde element waarover een noot gekraakt moest worden: afvalrace of niet? “Hierbij wordt dan vanaf achteren gesprint. Als je de race dreigt te moeten verlaten, kun je ingesloten raken en krijg je levensgevaarlijke situaties. Deze optie ging de prullenbak in. Een afvalrace heeft wel een functie, want dan voorkom je dat rijders een groot deel van de race rechtop staan en op het laatst sprinten. Vandaar dat we om de vier ronden een tussensprint hebben bedacht.”

En bij tussensprints hoort een puntensysteem. “Voor het publiek moest meteen duidelijk zijn wie er gewonnen had, dus de eerste drie die over de finish kwamen, moesten het podium vormen. Als je alle tussensprints won, werd je in de beginjaren vierde. De puntenverdeling was eerst: 60, 40, 20, 6, 3. Inmiddels is dat niet meer zo. Nu zijn er tien punten toegevoegd voor de nummer vier. Dat is een verbetering. Hierdoor voorkom je dat rijders in de halve finale met het winnen van een tussensprint zeker zijn van de finale en vervolgens de race laten lopen”, vertelt Kuiper en voegt daar nog aan toe: “Die halve finales zijn trouwens later ingevoerd.”

Foto: Soenar Chamid

“Constant veranderingen doorvoeren, lijkt me heel onverstandig. Er is wel eens geopperd om de mass start wat langer te maken, maar op een gegeven moment is een onderdeel zoals het is. Dan leert iedereen ook wat het format is en wie er geschikt voor is. Dat het een meerwaarde was voor het schaatsen, werd al snel duidelijk. Het bleek daarnaast toegankelijk voor inlineskaters en shorttrackers. Daarmee trok het nieuwe landen aan, zoals Colombia en Spanje”, aldus de 62-jarige.

Als bondscoach van TeamNL moest hij vervolgens rijders selecteren voor de internationale wedstrijden. Op grond van één wedstrijd kon er geen team gekozen worden voor het WK, vond de oud-marathonschaatser en -coach bij schaatsteam TVM. Er werd onder leiding van Kuiper een commissie opgericht en een nationale competitie in het leven geroepen. “Hiermee wilden we schaatsers de kans geven om mass starts te rijden en ervaring op te doen. Nederland is überhaupt het enige land waar je een competitie kunt organiseren. In andere landen staat er een handjevol aan de start; dat kun je geen mass start noemen.”

Kuiper hamerde op het rijden in duo’s. “Het afgelopen NK Mass Start bij de mannen vond ik een aanfluiting. Dat er negen rijders van één team aan de start stonden, was niet fair. Een tactisch spel is mooi, maar het moet wel in balans zijn met gelijke kansen. Toen ik bondscoach was, heb ik dit punt ieder jaar verdedigd: maximaal twee rijders per team en dan moesten ze maar kiezen. Dit was voor de ploeg van Anema destijds moeilijk, maar het was voor mij de enige eerlijke manier om goed te kunnen selecteren.

Foto: Soenar Chamid

De mass start wordt gezien als teamonderdeel. Toch krijgt er maar één de medaille omgehangen. “Je zou eigenlijk als team moeten winnen. Als je met z’n tweeën samenwerkt, maak je veel meer kans op de overwinning. Echter, ook hierin geldt weer dat vooral de grote landen hier belang bij hebben. Wij hadden de afspraak dat het financieel gecompenseerd werd. Als de één zich opoffert voor de ander, dan moet je het daar van tevoren met elkaar over hebben. Aan de andere kant, Bart Swings doet het ook alleen.”

“Velen hebben nog niet door hoe moeilijk de mass start is en hoe hard het internationaal gaat”, aldus Kuiper. “Er zijn maar een paar schaatsers die twee of drie keer kunnen aanvallen in zo’n wedstrijd. Herstellen tijdens een race lukt eigenlijk niet. Voor het publiek is het soms moeilijk te volgen. In mijn rol als speaker in Thialf, probeer ik de wedstrijd iets meer te duiden en het publiek mee te nemen in wat er gebeurt. In het begin bleven de meeste mensen niet in het stadion voor de mass start. Nu ervaart men het als een leuk toetje en sommigen zelfs als hoofdgerecht.”