In 2017 stapte Sharath, met enige ervaring in het inlineskaten uit zijn tienerjaren, voor het eerst op het ijs. “Ik dacht dat het simpel was maar ik viel steeds. Met de hulp van coaches en ervaren rijders leerde ik de techniek. Ik werd derde bij lokale kampioenschappen en toen mocht ik naar het buitenland op trainingskamp.
Hij komt, letterlijk en figuurlijk, van ver. Uit een land zonder ijsbanen. Ja, er is er een, in de Himalaya, maar die ligt zo hoog dat een schaatser er nauwelijks kan ademhalen. Bovendien is het er veel te koud. “We trainen op natuurijs als de natuur het toelaat.” Een week geleden debuteerde Sharath in Dresden in de World Cup. Zijn naam was op de 57e plaats terug te vinden in de ranking van de 500 meter, en 60e op de dubbele afstand. “Toen ik aan de start stond voor mijn eerste rit zag ik de Indiase vlag op het grote videoscherm in het stadion. Mijn droom kwam uit. Dat doel was bereikt.” Voor de wereldbekers trainde hij twee maanden in Slovenië. Om zich te plaatsen moest hij in Hongarije een wedstrijd rijden. Dat lukte: 46,125 op de 500 meter was genoeg. Hij belde direct met zijn moeder. ‘We made it, we are with the big ones now!’
De 22-jarige zegt niet bezig te zijn met winnen of verliezen. Hij kijkt alleen naar de klok. “‘Met twee maanden training moet ik accepteren dat ik ben wie ik nu ben. Ik ben hier om te schaatsen, en vooral om te leren. Ik moet steeds snellere rondjes rijden schaatsen om meer plekken veilig te stellen voor India in de toekomst.” Sharath woont in Bangalore, de derde stad van India met acht miljoen inwoners, maar zijn sport speelt zich elders af in de wereld. Hij moest de stap maken naar Europa, om daar te trainen en te strijden met de besten ter wereld.
“Het was een heel grote stap, ik mis mijn familie, ik heb m’n ouders al twee maanden niet gezien. Ik was bang om de sprong te wagen. Maar als je angst het allergrootst is, dan weet je dat je moet springen. En dat is wat ik deed.” Hij is nu alleen in Nederland en probeert zoveel mogelijk contact te hebben met thuis en met de bond. “Ik heb heimwee, maar zij steunen mij goed en vragen elke dag hoe het gaat.”
Zijn enthousiasme verdringt het gemis van zijn naasten en voedt tegelijkertijd het nogal ambitieuze streven de sport naar een hoger niveau te tillen in zijn land. ‘Ik werk hard om de sport in India groter te maken. Niemand kent mij daar. Shorttrack is er ook zó klein.” Hoop doet leven: “Als ik hard schaats, volgen er in de toekomst misschien meer Indiërs mijn voorbeeld. Mijn land organiseert voor de derde keer eigen winterspelen met shorttrack op het programma. Daaraan zie je dat er meer aandacht komt. Hopelijk motiveert mijn deelname in Dresden en Dordrecht anderen ook te gaan shorttracken.”