Dat laatste is gelukt. Bredanaar Kos (op 4 februari wordt hij twintig) reed zich op het NK dankzij de nieuwe kwalificatieregels van de Selectiecommissie van de KNSB in de groep van bondscoach Niels Kerstholt. Er ontstond rond het nationaal kampioenschap (31 december en 1 januari) enig rumoer over de gevolgde procedure, omdat verschillende rijders door ziekte hun kansen niet optimaal konden verdedigen. Kos trok er optimaal profijt van: hij eindigde op de 500 meter achter de ongenaakbare Jens van ’t Wout als tweede, genoeg om naar Gdansk mee te mogen. “Leuk voor die jongen. Daan is een prima talent, en in z’n kop een slimme jongen. Hij heeft zeker potentie voor de toekomst, ook voor de relay”, is Kerstholt van mening.

Kos, die de 500 meter rijdt en waarschijnlijk wordt ingezet op de mannenrelay, vernam zijn uitverkiezing via de mail, daags na het NK. Daarna regende het gelukwensen op WhatsApp. “Niels belde me ook nog even, maar dat was vooral om wat zaken te regelen, zoals het meetrainen met de NTS, kleding krijgen, dat soort dingen. Dat moest allemaal vrij snel, want we zouden de zondag erop al naar Polen vliegen”, vertelt hij na de laatste training in Hala Olivia, een complex aan de noordrand van havenstad Gdansk. De baan kent hij goed: vorig jaar deed Daan er mee aan het WK voor junioren.

Foto: KozzMozz Photo

Al ben je bekend met het rijden van en groot toernooi, hoe moeilijk of makkelijk is het dan nog om je weg te vinden binnen een nationaal team?
“Het is wel even wennen in een andere groep. De meesten ken ik wel, maar zie ik niet zo heel vaak omdat ik bij het Talent Team Noord zit. Vanaf het eerste moment ben ik goed opgenomen door alle rijders. De gehele staf geeft me veel aandacht, en verder ben ik bezig met m’n ding: achter de snelle mannen en vrouwen aanrijden.”

Is de manier van trainen dan hetzelfde als je bij KTT Noord gewend bent?
Globaal wel, maar het is intensiever, het gaat allemaal net wat harder, en de omvang is net wat groter. Alles is een stapje extra.”

Begon het tijdens het NK al te dagen, toen je goed presteerde, dat er kansen op het EK waren?
“Ik rekende me zeker niet rijk. Het blijft shorttrack, er kan van alles gebeuren. Regel 1 is net zo van kracht: je moet blijven staan. Ik was er helemaal niet mee bezig, wel met het NK dat was een groot doel: om dan goed te zijn, met te laten zien te presteren. Het ontging me niet dat er rijders afvielen, maar tegelijkertijd verschenen de volgende startlijsten alweer en moest de focus weer op de wedstrijd. Op dat moment werd ik niet afgeleid door zaken die erna pas zouden komen.”