Wat het Bos van Wallers in Parijs-Roubaix doet met de wielrenners, probeert de Weissensee Strasse soms met de durfals die op dat geweldige meer verderop denken te gaan schaatsen. Ze moeten smeken om genade, zoals de coureurs op hun fietsen in de doldwaze sprint naar de beruchte kasseistrook nog tijd hopen te vinden om een schietgebedje te prevelen. Die kronkelende weg van Greifenburg naar de brug in Techendorf, de B87 volgens de landkaart, heeft geen granieten keien uit de middeleeuwen om te sarren. Eigenlijk is de toegangsroute naar de Spielplatz der Natur net zo’n toeristische heerlijkheid als de Weissensee zelf. Totdat het écht winter wordt en vanuit de hemelsluizen honderdduizenden kiepwagens oneindig veel sneeuw storten op het heuvelachtige traject van een kleine twaalf kilometer. Dan heb je de poppen aan het dansen.
Wat een treurnis en ellende moet zich maandagmiddag en -avond hebben afgespeeld op dat landelijke postzegeltje in Karinthië. De hele reis vanuit Nederland: geen centje pijn. Nergens files of te veel Duits verkeer dat je aan alle kanten op de Autobahn voorbij zoeft, kortom een plezierrit naar het natuurijs. Goed, het witte goud dwarrelde wat op het asfalt, en de hoeveelheid nam zienderogen toe naarmate de eindbestemming in zicht kwam. Die omslag in het weer kon echter niemands humeur verknallen. Toch?
Wie jaarlijks naar de Weissensee kachelt, kent de valkuil van het slotakkoord. Eenmaal door Greifenburg, in feite de poort naar de hel – wanneer het heeft gesneeuwd – is het een kwestie van je schrap zetten. Én, bepaald niet onbelangrijk, het juiste materiaal bij je hebben. Sneeuwkettingen zijn de meest waardevolle instrumenten voor de transportkaravaan van busjes, campers, vrachtwagentjes en personenauto’s die door het besneeuwde landschap streek van de Tröbelsberg naar Techendorf kruipen. Op internet wordt de puist die tot een hoogte reikt van 842 meter een kleine oase genoemd. Voor een flink deel van de Hollandse marathonkolonie veranderde het obstakel deze maandag in een afgrijselijk zwart beest. Wie ’m aanviel en er genoeg vaart achter zette, klom over zijn gladde rug, geholpen door de knarsende kettingen om de rubberen banden.
Menigeen sneuvelde echter ver onder het hoogste punt. Overal langs de kant van de weg stonden auto’s met wanhopig starende mensen eromheen. Zij hadden een poging kunnen wagen. Het kon veel erger, want al voordat de moeilijkste kilometers opdoemden werd her en der de witte vlag gehesen ter overgave. Onder de afkapping van de Lagerhaus Tankstelle (aan de buitenkant van Greifenburg) dromden gestrande avonturiers samen, afwisselend wezenloos kijkend naar de wielen van hun auto’s en dan weer op de papieren gebruiksaanwijzing van een net aangeschaft setje kettingen. Opvallend: louter Nederlandse kentekenplaten op de parking.
“Het was geen pretje”, erkende Kurt Wubben maandagavond laat. De gewezen marathoncrack die als ploegleider van Viehhofen nog altijd de navelstreng met zijn sport in tact houdt, had een paar beroerde uren achter de rug. Er was nog sprake van daglicht op het moment dat hij de Drautal Strasse afdraaide om aan de finale te beginnen. De kettingen lagen binnen handbereik. Dat laatste stukkie zou de oude, legergroene Ford ook best overleven.
“Niet wanneer je blijkt de verkeerde kettingmaat te hebben”, zo vatte de man uit Pijnacker het drama dat zich ontvouwde, in een zin samen. Gelukkig, er was een verzachtende omstandigheid. “We waren niet de enigen met problemen. Het hele pompstation stond vol met landgenoten die of kapotte kettingen hadden, géén kettingen, of hopeloze maten. Iedereen kocht vervangend materiaal. Die pomphouder moet zich hebben gek gelachen: per set rekende hij twee- tot driehonderd euro. Het leken wel juwelen, hahaha! Die moet goud geld hebben verdiend. Hij kan volgens mij na deze middag op vakantie naar de Bahama’s.”
En, nóg gelukkiger voor Wubben en zijn vier rijders, er was een vehikel met een Belgisch kenteken waarvan de eigenaar zich eveneens had vergist in de juiste afmetingen. “Wat bleek nou? Toen we zijn kettingen probeerden op onze wielen, bleken die na het nodige passen en meten te passen. Bovendien kregen de Belgen de onze om hun banden. Dat geloof je toch niet? Ruilhandel met onze zuiderburen, hoe mooi kan het zijn? Het werd overigens nog een ongelooflijk spannende tocht om over de top te geraken, waarbij ik ternauwernood een geschaarde camper kon ontwijken.”
Ook Peter de Vries (Jumbo-Visma) bereikte de standplaats van zijn ploeg aan de Weissensee niet zonder kleerscheuren. De Fries moest zijn bus achterlaten omdat er spanbanden van de spiksplinternieuwe kettingen ontbraken. “Ik kom sinds 1994 op de Weissensee en heb die dingen nog nooit meegenomen. Nu hoorde ik onderweg in Duitsland dat je alleen de pas over mocht met kettingen. Die hebben we daarom op de kop getikt bij een tankstation, niet wetend dat het spul niet compleet was."
De Vries kon er maandagavond om lachen en een biertje drinken op de goede afloop, nadat hij een locale taxibus had geregeld die alle bagage, hem en de fysiotherapeut had afgeleverd; voor het gezelschap van Skadi onder aanvoering van de robuuste Johnny Verbeek werd het ‘op de plaats rust’ in de buurt van Greifenburg. Hij had twee sets kettingen naar de mallemoer gereden, en zo bleek Techendorf een gehucht te ver. De Brabander kan dinsdag op zoek naar passende bandenbekleding… Wordt ongetwijfeld vervolgd. Gelukkig staat de eerste marathon pas voor donderdag op de kalender... ijs, SNEEUW en weder dienende...