Tickets
Shop
Nieuws 27 jun 2023

VGR-Sport/ Vreugdenhil: ‘Op naar de eerste marathonzege’

Als de vier marathonmeiden die komende winter VGR-Sport/ Vreugdenhil op het ijs vertegenwoordigen, een paar procent ‘stelen’ van het enthousiasme waarmee de nieuwe (mede-)hoofdsponsor zich onlangs presenteerde, wordt dit ploegje een PLOEG om rekening mee te houden. De sleutel tot succes: snel een wedstrijd winnen. Want dat is nog een dingetje…

Foto : Glenn Wassenbergh

Gelukkig krijgen Tessa Snoek, Emma Engbers, Roos Markus en Brit Qualm de tijd om wat te laten zien. Vreugdenhil Dairy Foods, een belangrijke pion op het schaakbord van de internationale zuivelmarkt met de productie van melkpoeder als specialiteit, doet niet moeilijk. Het bedrijf uit Nijkerk neemt de plaats in van Mastermind/ Rekenservice en kondigt meteen aan dat in elk geval voor drie seizoenen te doen. Zo’n ruggensteuntje kan net helpen bij het slechten van de barrière waar veel sporters op botsen: die eerste zege.

Tessa Snoek heeft in haar vriend Harm Visser een prima voorbeeld van iemand die afgelopen winter heeft geleerd wedstrijden te winnen. | Foto : Glenn Wassenbergh

Tessa Snoek, bijna 24, is een ervaringsdeskundige. Ze heeft onmiddellijk een race paraat waarin ze de overwinning rook: de Alternatieve Elfstedentocht van 2020. “Reden we in de kopgroep van vijf. Ja, Emma ook, al was dat toen geen ploeggenote van me. Zij schaatste voor Mastermind, ik zat bij Nedflex. Volgens mij verwachtten we allebei dat die vlucht nooit zou standhouden. Deed-ie dus wel. We bleven voorop met ons vijven. Tja, toen moesten we plotseling sprinten om de winst. Dat was een heel mooie kans…” Ze zegt het goed, een mooie kans. Daar bleef het bij. Verkwanseld. Laura van Ramshorst zegevierde, Engbers eindigde als tweede en Snoek finishte als nummer vier.

“Afgelopen seizoen streden we ook geregeld mee om de podiumplaatsen”, haalt ze de prestaties van Engbers, Markus en zichzelf aan. “Het is helaas nog niet onze kant op gevallen. Dat is een kwestie van tijd. Denk ik. Hóóp ik.” Snoek kan altijd even navragen bij haar vriend hoe het moet. Harm Visser heeft dit jaar de smaak te pakken gekregen als afmaker van Jumbo-Visma, met vier dagprijzen en de eindzege in het algemeen klassement van de Marathon Cup.

Emma Engbers wordt in september 33, maar rost nog net zo makkelijk de ijsbanen af als dertien jaar geleden. Met zo’n staat van dienst vermoed je automatisch dat deze routinier op z’n minst een keer ergens heeft toegeslagen. Ook zij gaat graag even terug naar die 29e januari van drie jaar geleden, op de voor schaatsers beroemde Weissensee. “Ik hoopte die dag te winnen, al wist ik onderweg dat het moeilijk zou zijn te winnen van Laura. Tweehonderd kilometer is lastig hoor. Ik was hartstikke moe aan het eind. Dat moet de reden zijn geweest, want ik deed volgens mij alles naar behoren. Achteraf vroeg ik mezelf af of ik me niet meer had moeten sparen. Dat denkend zeg ik ook: waarschijnlijk zou ik dan niet eens in de kopgroep hebben gereden”, merkt Engbers op.

De routinier van het gezelschap kan het 'hiaat' in haar lange carrière van wachten op de eerste zege, prima parkeren. "Plezier is voor mij het belangrijkst." | Foto : Glenn Wassenbergh

Rond 2015, toen er een handjevol ereplaatsen binnendruppelde, heeft ze gedacht dat de primeur niet lang meer op zich zou laten wachten. Dat gebeurde toch. “De seizoenen erna begon ik naar dat moment toe te leven. Het lukte echter niet en op een gegeven moment ging me het een beetje belemmeren. Ik heb er met een mental coach over gepraat. Het gevolg was dat ik wat vrijer kon schaatsen, zo het plezier hervond en ben doorgegaan, terwijl ik op punten van stoppen stond.”

Plezier. Dat woord zou ze met hoofdletters schrijven als ze zou moeten aangeven wat haar in het vrouwenpeloton houdt. “Ik wil nog steeds die eerste wedstrijd op mijn naam schrijven, maar het is geen drempel voor me. Ze diept nog een pijnlijke ontknoping op uit haar geheugen: de finale van de Trachitol Trophy in 2019, op de baan van Groningen. “Het was een duel tussen Pien Keulstra en mij. Ik moest haar kunnen hebben in de sprint. Het uitgangspunt in mijn hoofd was al goed hè, haha! Ik zat prima in de wedstrijd, was gefocust en had een plan. Van Pien, afkomstig van de langebaan, wist ik dat ze verschrikkelijk snelle 1500 meters kon schaatsen, oftewel een paar heel harde slotronden. Zij trok ’m heel vroeg aan. Ik deed wat ik kon, maar kwam er niet meer overheen. Over die uitslag heb ik nog veel gesprekken gevoerd met mijn ploegleiders.”

Streep eronder, we bevinden ons in 2023. Nieuwe ronde, volop kansen. En…gedeelde smart, omdat er nog niemand van het kwartet met de armen omhoog onder de finishboog door is gegleden. Zelfverzekerd: “We kunnen alle vier podium rijden, dus ook winnen.”

Ploegleider Yoeri Lissenberg: 'Ik zie potentiële winnaressen'
Yoeri Lissenberg, de bevlogen marathonman van weleer die ook alles kan met timmergereedschap, weet wél wat winnen is. Niet dat de geboren Amsterdammer (52) als een veelvraat over het ijs scheurde, maar de negen zeges (acht marathons op kunstijs, waaronder de Nederlandse titel in 2009, en de Bruggentocht van Bovensmilde op natuurijs in 1997) geven hem recht van spreken, wanneer het ‘heikele punt’ van zijn vrouwen aan de orde komt. “Als je een keer hebt toegeslagen, wordt het gemakkelijk. Volgens mij beschik ik over drie potentiële winnaressen in deze ploeg. Ik zeg drie, want Brit is op de weg terug en we moeten even kijken hoe dat gaat. Had ze dat vreselijke ongeluk niet gehad, dan zou ik haar bij de andere drie hebben gezet hoor….”, legt Lissenberg uit.

Hij verwacht veel van het kwartet. “Ondanks de jeugdige leeftijd van drie van de vier meiden hangen ze tegen het topniveau aan. De uitslagen weerspiegelen dat misschien niet, maar ik zie hoe ze hebben gereden. Zelf wilden ze weleens teleurgesteld zijn over het resultaat. Ze vergaten dan dat er een dijk van een wedstrijd op het ijs was gelegd.”

De vier rijdsters, geflankeerd door trainer Dennis Pont (l) en ploegleider Yoeri Lissenberg (r). | Foto : Glenn Wassenbergh

Waar de twee grote teams (Zaanlander en BDM/ BTZ) op hun snelle vrouwen kunnen leunen en voor een massasprint niet terugdeinzen, moet VGR-Sport/ Vreugdenhil een andere tactiek toepassen. “Het is zaak weg te komen uit het peloton met een kleinere groep. Soms probeer je een pact te sluiten met enkele andere, kleinere ploegen. Een soort niet-aanvalsverdrag. Dat is nodig omdat ik dikwijls constateer dat juist die minder sterke teams fratsen uithalen waarmee ze Zaanlander en BDM in de kaart spelen.”

Wat Lissenberg doet, is zoals hij het uitdrukt 'zijn meiden opvoeden tot winnaressen'. Hoe dan? Veel praten tijdens de trainingen. “Bij het uitlopen van een training trek ik met een van de vier op en stel ik vragen over momenten in een wedstrijd die ze heeft gereden. Waarom hield je toen je benen stil? Waarom gokte je toen niet door weg te springen? Dat soort zaken haal ik aan. En ik vertel ook uit eigen ervaring, al voeg ik er onmiddellijk aan toe dat ik sommige dingen goed heb gedaan en heel veel zaken verkeerd heb aangepakt. Daar steek je ook weer iets van op. Wat ik verder doe, is voorbeelden erbij pakken. Over Bertje (Bert-Jan) van der Veen bijvoorbeeld, lang niet de sterkste of de beste marathonschaatser uit mijn periode, maar wel drie keer nationaal kampioen (2001, 2003 en 2005, red.). Hij ontsnapte steeds nadat er veel actie was geweest. Iedereen kwam weer op adem en dacht: Nou even niet. Dan moet je durven te gaan. Van der Veen deed dat en bleek op drie NK’s niet meer te pakken.”

Roos Markus is benieuwd of de extra trainingsuren die ze in haar sport stopt, straks worden beloond op het ijs. | Foto : Glenn Wassenbergh

Roos Markus (22) is die mening nog niet toegedaan. “Ik ben tot dusver nooit dicht bij een zege geweest, om de simpele reden dat ik niet goed genoeg was. Daarom ben ik harder trainen dit jaar, werk ik minder uren en hoop ik dat er resultaten uit komen”, verklaart de Amstelveense die geen verband legt tussen de zaken. De coronaseizoenen ontnamen me de motivatie. Ik ben gek op wedstrijden rijden. Als die periode langer zou hebben geduurd, was het mogelijk geweest dat ik was gestopt. Doelloos bezig zijn is niets voor me. Door het virus was er geen competitie en had ik niets om hard voor te trainen. Laat ik dat na, dan kan ik heel lang wachten op goede uitslagen”, aldus de vierdejaars-Topdivisierijdster die beweert vooral van het spelletje te houden.

“Het lijkt een beetje op wielrennen. Je kunt een goede dag beleven, maar thuiskomen met een minder resultaat. En een slechte dag kan zomaar leiden tot een uitslag waar je blij van kunt worden. Dat lukt je op de langebaan heus niet: ben je niet vorm, dan wordt het niks. Het is verder fijn als je weet dat je drie andere meiden hebt die het ook kunnen afmaken, wanneer de vorm van de dag ontbreekt. Dat geeft mij een lekker gevoel, te kunnen rekenen op de anderen.”

Brit Qualm: eerst volledig herstellen, wat al een knappe prestatie is, pas daarna denken aan winnen. | Foto : Glenn Wassenbergh

Dat valt te bezien met de 22-jarige Brit Qualm, de enige nieuweling in de formatie van VGR-Sport/ Vreugdenhil. De Wassenaarse ontsnapte in maart wonder boven wonder aan een dwarslaesie door een bizar ongeval op een studentenfeest en is daar voorlopig nog van herstellend. Haar doorzettingsvermogen is fenomenaal: haar zomer staat in het teken van de eerste marathon op de Jaap Edenbaan. Dan wil ze erbij zijn. Winnen speelt nu geen rol, eraan denken is al zinloos. “Ik heb eerst andere problemen op te lossen”, klinkt het realistisch. Als ik oktober haal, ben ik blij en heel tevreden; kan ik een aandeel leveren in een zege voor een van de andere meiden, dan is dat super. In een normale situatie zou ik hebben geantwoord dat winnen moeilijk is, maar dat ik wél altijd en overal voor de winst ga. Doe je dat niet, dan vraag ik me af wat je dan komt doen in een wedstrijd.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan