Tickets
Shop
Langebaan 16 nov 2023

Jenning de Boo en Tim Prins: Avonturiers in Azië

Ze waren de grote verrassingen van het World Cup Kwalificatietoernooi, vierden hun plaatsing voor het internationale circuit en moesten over tot de orde van de dag. Jenning de Boo en Tim Prins moesten op het vliegtuig naar Japan voor de eerste World Cup. Een gesprek over de indrukken van de jonge schaatsavonturiers.

Foto : Soenar Chamid

Elf van de zestien leden van het langebaanteam van Team Reggeborgh pakten eind oktober op het WCKT een startbewijs voor de internationale wedstrijden. Onder hen twee debutanten, twee jonge mannen van wie iedereen wist dat ze het Nederlandse schaatsen in de toekomst zouden kunnen vertegenwoordigen. Maar dat het zo snel zou gebeuren was voor iedereen én henzelf een verrassing. Ze trekken de wereld over vanuit hetzelfde Reggeborgh-traject, op dezelfde afstand: de 1000 meter. 

Reis 
“Ik heb nog nooit zo’n jetlag gehad”, zucht De Boo. “Zeker de eerste nachten sliep ik slecht en was het overdag heel gek: of ineens heel moe of op een gek moment vol energie. Vooral tijdens de busritten van de ijsbaan naar het hotel kakte ik volledig in.”

En hoe verwerkte Prins de verste reis van het seizoen? “Even heftig, maar eigenlijk niks bijzonders”, aldus de Fries. “Ik verteerde de reis goed, heb wel mindere vluchten gehad. Van de jetlag had ik weinig last.” Klagen over het reizen is sowieso uit den boze, vindt hij. “De Aziaten reizen de hele winter naar Europa, die hoor je ook niet klagen. Het mag geen excuus zijn.” 

Reggeborgh ging relatief vroeg naar Japan waardoor de schaatsers voldoende tijd kregen zich aan te passen aan het ritme daar. Door de hectische aanloop was er weinig tijd om te genieten van de euforie. “Direct na het WCKT werd ik toegevoegd in allerlei groepsapps, kreeg ik allemaal telefoontjes met dingen die ik moest regelen en moest kopen voor de reis”, aldus De Boo. “Daardoor kwam het besef dat het snel moest gebeuren.” 

Eten 
Racen op een ander continent is ook een deel van de gewoontes loslaten, erkennen de mannen. Prins nam een tas vol oer-Hollandse producten mee, maar gebruikte vrijwel alleen de jam en pindakaas. De Boo: "In Japan was het vooral rijst. Ik had van huis chilisaus meegenomen, als het nodig was kon ik dat over droge rijst pleuren. Een beetje improviseren."

Een moeilijke eter kun je als topschaatser in andere werelddelen niet zijn, merkt Prins: "Dan wordt het lastig. Soms eet je koud of smaakt het een beetje chemisch." Bovenal was de reis naar Japan een kans om kennis te maken met de lokale cuisine. Prins: “We hebben een paar keer buiten de deur gegeten, sushi vind ik lekker. We hebben Japanse barbecue gehad, Wagyu-vlees bijvoorbeeld.”

China komt Prins op bekend terrein. "Ik was hier in 2021 voor het testevent (in aanloop naar de Spelen, red.). Toen was het eten in de hotels slecht, nu is het stukken beter. Er is pasta, meer Europees."

Tim Prins was vorige maand de revelatie van het World Cup Kwalificatietoernooi. | Foto : Soenar Chamid

Sport 
Schaatsen op een ander continent is een ‘vette ervaring’, zegt Prins. “Je zit in een heel andere wereld, de cultuur is totaal anders. Voor en na de races voel je dat. Maar eenmaal aan de start is het niet anders dan elke andere 1000 meter die ik gereden heb. Dan denk ik alleen aan die race.” En daar was niet zoveel mis mee, vond Prins, die als twaalfde eindigde. 

Er kwam meer bij kijken dan nummer tien De Boo eigenlijk had gedacht. “De avond voor de wedstrijd hebben we met de coaches een planning gemaakt, dat deed ik voorheen niet. Dan merk je ook dat het niveau hoger ligt, er komt meer denkwerk bij kijken.” Op de dag van de race kon De Boo mee in het spoor van Kjeld Nuis, zijn directe tegenstander. “Fijn om op zijn ervaring te kunnen bouwen en zo een richtlijn te hebben. Hij heeft het nodige gewonnen, weet vast wel wat hij doet.” 

Sfeer 
Buitenlandse ijsbanen hebben in Nederland vaak het imago dat het sfeerloze betonbakken zijn, maar in Obihiro was het anders. “Meer volk dan ik dacht, het blijkt echt een grote sport te zijn”, zegt De Boo. “Het stond eigenlijk steeds vol, of het nu B-groep 5 kilometer of A-groep 500 meter was”, vult Prins aan. “Ik weet niet hoe ze er echt over denken, maar ik heb wel het gevoel dat ze het leuk vonden.”

Er stond meer op het spel, volgens De Boo was dat duidelijk voelbaar. Buiten de mensen van rechtenhouder NOS waren er geen Nederlandse journalisten present in Japan, maar toch: “Het was niet zomaar een livestream hè, het was live op de NOS. Ik was aardig zenuwachtig, wetende dat de camera’s op me gericht waren. Dat brengt spanning mee.” 

En dan deden de Japanners het in eigen huis ook nog eens voortreffelijk. “Wel logisch”, volgens Prins. “In Heerenveen kunnen wij ook iets extra’s.” Het is tevens een vraag voor het aankomende weekend, als de tweede World Cup in Beijing is. “Ik ben benieuwd of het verandert nu we iets langer in het ritme zitten”, vraagt De Boo zich af.

Top-tien in de eerste World Cup, een resultaat met perspectief voor Jenning de Boo. Hier in beeld tijdens het WCKT. | Foto : Soenar Chamid

Deel dit artikel op
Gerelateerde artikelen
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan