De kopvrouw van Team Jumbo-Visma beet zich stuk op de tijd die Goetz (1.14,45) op de borden zette. Het verschil zat met name in de slotronde: 29,7 ten opzichte van 29,2 van de Amerikaanse. Vervolgens dook ook de olympische kampioene van Beijing nog onder de tijd. Miho Takagi was een honderdste van een seconde sneller dan Goetz. Leerdam moest genoegen nemen met de derde plek. Zo kwam er een eind aan de reeks van achttien 1000 meter-overwinningen op rij.
Maar daar maalt Leerdam niet lang om, liet ze weten bij de NOS. “Niet top, het is wat het is”, zei Leerdam. “Het is jammer dat ik niet de negentiende overwinning op rij pak, maar aan de andere kant is het niet te doen om een heel seizoen met het mes op de keel World Cups te rijden. Om steeds te blijven winnen. Wat ik deed is nog niet eerder gedaan, op zich ben ik trots op mezelf.”
Net als zoveel schaatsers in deze fase van het seizoen, herhaalde zij ook dat de prijzen later verdeeld worden. “Maar dit is wel een leermoment, ik moet beter worden”, aldus Leerdam. Ze kreeg de afgelopen tijd slecht nieuws in de privésfeer, maar focuste zich desondanks ‘zo goed mogelijk’. Geen excuses wat dat betreft: "Waar het ook aan lag, die meiden waren vandaag sneller. Ik moet weer door."
De laatste 1000 meter die Leerdam verloor was tijdens de Olympische Spelen in hetzelfde stadion. “Daar ligt het niet aan. Het schoot wel even door m’n hoofd in de binnenbocht, dat ik daar met de Spelen bijna viel. Maar dat heeft er niets mee te maken. Het is misschien meer dat ik niet zo lekker ga op dit ijs en deze baan, maar dat is weer een ander verhaal.”
Antoinette Rijpma - De Jong kwam vroeg in het programma al in actie. Ze reed een sterke rit in vergelijking met wat ze vorige week op het ijs legde. Met 1.15,67 werd ze vijfde.
Alle informatie over de tweede ISU World Cup staat hier.
Stabiliteit ontbreekt bij Nederlandse sprintmannen
Merijn Scheperkamp eindigde vrijdag op twee duizendsten van het podium op de 500 meter, zaterdag was hij er mijlenver van verwijderd. De sprinter van Jumbo-Visma mocht voor het eerst in lange tijd in de buitenbaan eindigen, maar dat kwam zijn rit niet ten goede. Met 35,25 was hij de derde Nederlander in de rangschikking en eindigde hij op een teleurstellende twaalfde plek.
Kai Verbij was namelijk de snelste van de mannen uit ons land. Vrijdag kwam hij nog uit in de B-divisie en mocht hij dankzij de tweede plek weer aantreden in het hoofdprogramma. Dat deed de man uit Leiderdorp heel aardig: Hij stopte de klok op 35,08, goed voor de zevende plek.
Verbij twijfelde na de eerste World Cup in Japan zelfs nog om naar huis te gaan, maar heeft na het blessureleed dat hij overhield aan het WCKT de stijgende lijn te pakken. "Vorige week was ik echt heel slecht, mijn lichaam was nog vermoeid. Ik had nog veel pijn aan mijn bilspier en schouder, deze week ging het allemaal veel beter. Er is nog een verschil met de eerste plek, maar het voelde best goed."
Ondanks de ziekte die rondwaart in het Reggeborgh-kamp, kwamen Janno Botman en Hein Otterspeer wel gewoon aan de start op de 500 meter. Botman werd achtste (35,13), Otterspeer pakte de nodige punten en sloot de race af als zeventiende met 35,44.
De winst op de 500 meter ging andermaal naar de Japanners: Wataru Morishige won voor de derde keer op rij met 34,69. Laurent Dubreuil werd tweede (34,81) terwijl Yuma Murakami (34,82) brons pakte.
Sebas Diniz mag zich opmaken voor een terugkeer in de A-groep. Hij klokte eerder op de dag de tweede tijd op de 500 meter. Met 35,26 eindigde hij op de tweede plek achter Havard Lorentzen.
