Daleman, van 25 maart 2007 (zestien dus), liet de klok in Heerenveen na twee rondjes stilstaan op 1.17,03, wat in de categorie waar ze officieel nog toe behoort (B2) een baanrecord betekende. Ze was veruit de snelste van alle gestarte vrouwen. Omdat de Leiderdorpse echter dispensatie heeft om in een hogere categorie (junioren-A) te starten, tellen haar tijden niet voor de B's.
Op de drie kilometer testte Team FrySk-stayer Marwin Talsma zijn vorm en dat leverde een resultaat op dat hem voldoening schonk. “De opdracht was het de laatste twee ronden te laten lopen. Dat heb ik gedaan”, aldus de Fries die op 3.46,09 eindigde. Voor een race over deze afstand in september gereden was het zijn beste tijd ooit. Zijn ploeggenote Aveline Hijlkema finishte bij de vrouwen in 4.11,22, een kleine twee seconden sneller dan Esmee Visser.
Aan de andere kant van de wereld waagden de Canadezen zich aan time trials op de Olympic Oval in Calgary en iets soortgelijks op ijsbaan van Québéc, het andere trainingscentrum van de nationale selectie. De opvallendste namen: Laurent Dubreuil en Antoine Gélinas-Beaulieu. Eerstgenoemde miste op zijn thuisbaan Québéc op een haar na de eerste score van het seizoen onder de 34 seconden op de 500 meter (35,05), terwijl Gélinas-Beaulieu met zijn 1.45,83 (1500 meter) bijna net zo hard rondging als de dagwinnaar op de doorgaans snellere olympische ovaal van 1988 in Calgary, Connor Howe die 1.45,50 liet optekenen.
Isabelle Weidemann deed in Calgary flink haar best op de drie kilometer: 4.03,08.
De uitslagen van de plaatsingswedstrijden in Thialf staan hier en hier.
