Group 2
arrow copy Terug
Langebaan 13 aug 2024

De beste versie van Dai Dai N’tab is 'work in progress'

Verwacht nog geen wonderen van Dai Dai N’tab, maar de rappe Amsterdammer hoopt op termijn weer over het ijs te kunnen vliegen. Na een paar teleurstellende jaren waarin hij worstelde met een rugblessure is hij bij Team IKO voornemens terug te keren op het hoogste niveau: "Deze ploeg voelt als een familie en dat heb ik nodig in deze periode."

Foto : Neeke Smit

Hoe gaat het met Dai Dai N’tab en komt hij ooit nog terug op zijn oude nvieau? Een vraag die leeft in de schaatswereld. “Ik denk wel goed, het gaat in ieder geval een stuk beter dan een half jaar geleden”, zegt N’tab op de openingsvraag. “Het was een moeilijke tijd, ik had me voor het eerst niet geplaatst voor het WK en ging weg bij Jumbo. Er is veel veranderd. We hebben nu twee keer geschaatst, dus over hoe het gaat op het ijs kan ik nog niet zoveel zeggen. Maar ik zit wel lekker in mijn vel.”

Voor de sprinter - die later deze week zijn dertigste verjaardag viert - waren de afgelopen seizoenen taai. Een rugblessure hield hem lang aan de kant en speelde hem op en naast het ijs parten. Begin vorig seizoen leek de oplossing gevonden, maar toen de wedstrijden eenmaal begonnen kon N’tab niet leveren wat van hem verwacht werd. Een vertrek bij Jumbo was onvermijdelijk, maar bij Team IKO krijgt N’tab een kans zichzelf opnieuw te ontdekken. Op de eerste ijsdagen in Thialf leek hij zich als een vis in het water te voelen. Er werd gelachen met zijn nieuwe ploeggenoten, hij heeft het hoogste woord en de schaatser straalt ontspanning uit.

“Ik ken Dai Dai al vanuit zijn juniorentijd”, typeert hoofdcoach Erwin ten Hove zijn nieuwkomer bij de ploeg. “We kennen elkaar al jaren, ik ben heel blij dat hij kan doen waar hij goed in is. Dat hij de Dai Dai-dingen weer kan doen. Als hij dat doet, zit hij goed in zijn vel, dan heeft hij het naar zijn zin en staat hij in zijn kracht.” Voor Ten Hove was de komst van N’tab bovendien belangrijk als puzzelstuk voor de sprintploeg. “We hebben jonge talenten, maar zo’n ervaren sprinter erbij, die weet hoe het is om te winnen, is een belangrijke toevoeging.”

N’tab heeft inmiddels geaccepteerd dat de rugblessure zijn zwakke punt is en blijft. “Na de Spelen hebben het team (Jumbo, red.) en ik er te weinig gehoor aan gegeven. Ik heb doorgetraind met pijn. Ik had mezelf eerder in bescherming moeten nemen. Maar het was altijd al mijn zwakke plek, ook in de jaren dat ik over het ijs vloog. Ik moet opletten, mijn oefeningen doen en zorgen dat ik ‘los’ blijf. Dan is het goed, dan is het geen probleem. Alleen wanneer ik kamp met ziekte of moeheid, krijg ik het eerste last van mijn rug.”

Hij staat qua fitheid nog niet op het niveau waar hij graag zou willen staan en rekent erop dat hij daarvoor tijd nodig heeft. “Ik denk dat ik volgend jaar echt kan uithalen, ik ben de laatste anderhalf jaar bij Jumbo een stuk minder geworden. Wat de oorzaak daarvan is? Dat is een andere kwestie. Ik moest mezelf terugvinden en de eerste twee maanden bij IKO heb ik ontdekt dat ik echt slecht was. Ik ben nog niet op het niveau hoe ik het graag zou zien in deze tijd van het jaar. Ik moet stappen blijven maken zodat ik weer vaker bijzondere dingen kan laten zien. Heel soms lukt dat, maar het lijntje is dun. Ik moet mezelf soms een beetje afremmen.”

Ten Hove: “Je hebt te maken met een sporter die aan het revalideren is, hij heeft een tijd niet op zijn lichaam kunnen vertrouwen. Een sporter is daar altijd druk mee, die kun je niet zomaar een normaal trainingsprogramma laten draaien. Dat heeft veel tijd nodig en dat is ingewikkeld. Hij zoekt naar een manier om zijn lijf weer belastbaar te maken. Daarnaast heeft hij een nieuw programma. Dat zijn allemaal dingen die niet in je vaste patroon horen en daarin moeten wij hem begeleiden.” De schaatscoach is optimistischer over de stappen die hij N’Tab ziet maken. “Hij boekt enorme progressie, het is een fantastische schaatsenrijder. Je ziet dat de basis waar het allemaal op staat in alle facetten nog beter moet. Qua vertrouwen, techniek en belastbaarheid moet hij stappen zetten. Daar bouwen we nu aan, maar je ziet af en toe het talent van Dai Dai weer verschijnen. Dat is fantastisch om te zien.”

Op de kortste afstand kan N’tab zich nog altijd tussen de beste rijders scharen als de puzzelstukken op hun plek vallen. “Het is gelukkig maar 500 meter, ik hoef niet de fitste te zijn”, grapt hij. “Ik moet zorgen dat ik goed schaats, sterk en snel ben. Dat zijn drie dingen die dicht bij me staan, maar om het allemaal op een rij te krijgen is een lastige puzzel.”

Sprinters van IKO shorttracken de zomer door
De schaatsers van Team IKO stonden deze week voor het eerst deze zomer op de langebaan. Andere grote ploegen gingen al naar Inzell, de ploeg van de gebroeders Ten Hove bleef in Nederland en koos voor een andere aanpak richting de start van het seizoen. “We hebben de hele zomer geshorttrackt”, legt Erwin ten Hove uit. “Normaal stonden we met de sprinters op de inline-piste, maar nu hadden we de mogelijkheid om in Utrecht te shorttracken.”

Het inlineskaten staat dicht bij het schaatsen, maar het effect van shorttrack heeft volgens Ten Hove een nog betere invloed op de langebaners. “We wilden een aantal dingen proberen, waaronder de techniek. Daarvoor leende shorttrack zich het beste en voor zover we nu kunnen zien heeft het een goede invloed op de langebaan. Al moet ik eerlijk zeggen dat we dit later pas echt kunnen evalueren.”

Het is N’tab in de maanden juni en juli in ieder geval goed bevallen. “Ik heb het veel gedaan toen ik jong was, dus ben het wel gewend. Het is goed voor de belasting, technisch kun je dingetjes bijschaven die op het ijs belangrijk zijn. Het is een goede manier om een basis te leggen om het ijs op te gaan.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan