Eindelijk kan het hoge woord eruit. Al maandenlang speelde Van Zundert met de gedachte om af te zwaaien, in juni hakte ze de knoop definitief door. “Ik ben best jong om te stoppen, maar het heeft geen zin meer om er zoveel geld en energie in te steken. Ik heb het maximale eruit gehaald. Meer kon ik niet geven. Op het ijs vielen de prestaties tegen. De vele trainingsuren betaalden zich niet meer uit en dat leidde tot minder plezier. Doe ik het nog steeds voor mezelf? Of ga ik door voor anderen?”, vroeg Van Zundert zich af. “Mijn hoogtepunten had ik al gehad.”
Die hoogtepunten begonnen gelijk in haar eerste jaar als seniore. Als 16-jarige debutante behaalde ze een zestiende plaats op het wereldkampioenschap. “Ik vond het al geweldig dat ik erheen mocht en had nooit verwacht dat ik zou mogen deelnemen aan de vrije kür. Dat WK was een feestje.” En het feestje werd nog groter, want met haar puntentotaal kwalificeerde ze zich voor de Olympische Spelen, als eerste Nederlandse in 46 jaar. Hoewel er steeds meer ogen gericht waren op Van Zundert, genoot ze van die periode. “Het halen van de Spelen was al van jongs af aan mijn grote doel. Toen dat gelukt was, wilde ik er extra hard voor werken. Vanaf het moment dat ik de vlag mocht dragen tot het laatste element van mijn vrije kür; het was een perfecte ervaring.” Van Zundert verbeterde haar eigen puntentotaal, vond alle aandacht geweldig en leefde haar droom.
Maar de koffers waren amper uitgepakt na Beijing of het volgende toernooi wachtte alweer op haar. “Het NK begon twee dagen na mijn terugkomst. Ik wilde geen mogelijke titel weggeven en stond er gelijk weer.” Na dat toernooi nam Van Zundert gas terug. De Etten-Leurse vierde carnaval, kreeg corona en pakte de draad weer op voor het WK in Montpellier, waar ze als zeventiende eindigde. “Ik was blij dat het seizoen erop zat. Ik was echt moe.”
Het leven van de 17-jarige Van Zundert was in een stroomversnelling geraakt. Ze snakte naar rust. De eerste twijfels borrelden op. “De Spelen had ik gehaald en daar had ik prachtige prestaties neergezet, maar ik had niet het gevoel dat ik nog beter zou kunnen presteren. Bovendien moest ik mijn havo afmaken. Ik had veel aan mijn hoofd en kon niet meer optimaal presteren.” De offers voor de topsport werden groter, de beloningen minder. Waren het die 35 uren aan ijstrainingen in de week nog wel waard als ze haar toppen al bereikt had? “Dat WK zou een mooie afsluiter van mijn carrière zijn geweest…”
Toch zette ze door. Uitnodigingen voor twee Grand Prix’ gaven Van Zundert hernieuwde energie. Ze stortte zich weer op het kunstschaatsen. “Dat ik naar Canada en Frankrijk mocht gaf mij veel motivatie. Ik had nog nooit meegedaan aan een senioren Grand Prix en wilde ervoor knokken.” De nieuwe uitdagingen gaven haar genoeg brandstof om door te gaan. Ze plakte er zelfs een seizoen bij aan, maar afgelopen winter vond ze niet genoeg nieuwe prikkels om volledig voor de sport te gaan.
De Grand Prix in Japan van november werd haar laatste toernooi. “Ik kon altijd heel goed met stress omgaan, maar voor die wedstrijd lukte het totaal niet… Ik had mezelf niet meer onder controle. Omdat ik wist dat ik niet optimaal was voorbereid, was ik bang om de wedstrijd te verprutsen. Het werd een groot drama. Ik heb ik-weet-niet-hoe-slecht gereden op de korte kür en daarna ik-weet-niet-hoe-slecht gepresteerd op de lange. Het was zeer teleurstellend.”
Het was de spreekwoordelijke druppel. Van Zundert stopte abrupt met de trainingen en had nergens meer zin in. “Ik heb de tijd nodig gehad om weer tot leven te komen.” Ze verlegde haar aandacht door leuke uitjes met haar familie en vriend in te plannen. Vervolgens kreeg ze van haar moeder het advies een baantje te zoeken. Die vond ze in de bediening bij Jachthaven de Turfvaart, tevens de plek van haar afscheidsinterview.
Van Zundert kijkt terug op een prachtig avontuur. “Ik mag heel erg trots zijn, want ik heb mijn grootste doel behaald: de Spelen. Ik heb vier WK’s gereden, twee EK’s en ben zes keer Nederlands kampioene geworden.” Daarnaast heeft ze met haar historische prestatie op de Winterspelen het enthousiasme voor het kunstschaatsen in Nederland aangewakkerd. Van het Lindsay-virus bij de kunstschaatsverenigingen tot de Lindsay-tompoezen bij de plaatselijke bakker. Ze genoot ervan, maar bleef er ook nuchter onder. “Voor anderen klinkt het heel groot, zelf ervaar ik dat anders. Ik heb mijn eigen prestatie neergezet en wat daarbij kwam kijken, was een mooi extra. Desondanks vond ik het geweldig om te zien hoeveel kinderen daarna wilden kunstschaatsen.”
De beslissing om te stoppen moest Van Zundert maken zonder haar vriendinnen en voorbeelden Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel, die dit jaar overleden. “Joan en ik waren één. We waren familie. Niet door bloed, maar wel door vriendschap. Dat zij wegviel, was een klap in mijn gezicht. Nooit meer die belletjes met Joan. Zij zou hebben geprobeerd mij over te halen door te gaan. Dan was er een kans geweest dat ik door was gegaan tot de Spelen van Milaan, zodat zij me daar had kunnen zien rijden. Helaas zat dat er niet meer in.”
Net als de twee kunstschaatssterren van de jaren ’50 en ’60 wil Van Zundert zich blijven inzetten voor de sport. “Lang heb ik nagedacht over wat ik wilde. Ik was even klaar met de sport en dacht niet meer terug te keren naar de ijsbaan.” Een studie over voeding werd overwogen, evenals een opleiding tot kapper. Maar uiteindelijk overwon haar liefde voor de sport. “Ik heb een mooie naam opgebouwd en zou veel kunnen betekenen voor jonge schaatsers. Bovendien vind ik het heel belangrijk dat Joan en Sjoukje niet vergeten worden. Ik wil mijn bijdrage leveren aan SKN (Stichting Kunstrijden Nederland, de organisatie waar beide kunstschaatssters zich voor hadden ingezet, red.) en hun droom voortzetten. ” In oktober start Van Zundert met een coachingscursus van de KNSB, zodat ze daarna jonge rijders kan begeleiden. “Mijn ervaringen wil ik graag doorgeven. Ik zou het heel leuk vinden als ik ooit met een talent de Spelen kan halen.”
Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB: “Lindsay heeft heel veel betekend voor het kunstschaatsen in ons land. Zij heeft aangetoond dat je kunt wedijveren met de internationale top in een wereldwijd zeer competitieve sport als kunstschaatsen. Ze was en is een enorme inspiratiebron voor kinderen met een droom zoals Joan en Sjoukje dat ook voor haar waren. Het is mooi dat Lindsay behouden blijft voor de sport en dat zij haar kennis en ervaringen als trainer wil doorgeven aan nieuwe generaties. Wij zullen haar daar als KNSB zo veel mogelijk bij ondersteunen.”