Veel afzeggingen, maar Joy Beune had een helder doel voor ogen tijdens de zesde en laatste wereldbeker in Quebec: de derde plek in het eindklassement van de 1500 meter veroveren achter Miho Takagi en Mei Han. Weliswaar zonder Takagi, die zich een vrije dag kon veroorloven. Met vijf dagzeges had de pupil van Johan de Wit winst in het klassement al binnen. Beune kwam, zag en overwon. Een nieuw ijkpunt in een bijzonder sterk seizoen. Capriolen op de teamonderdelen voerden deze schaatsjaargang lange tijd de boventoon, maar te midden van alle tumult bleef de vrouw uit Borne gefocust en deed ze de juiste dingen om individueel te verbeteren.
Dat komt vooral terug in de resultaten die ze de afgelopen maanden bij elkaar reed. Een nationale titel op de 1500 meter, een overwinning op de 3 kilometer tijdens de World Cup in Salt Lake City en zondagmiddag kwam daar in Québec ook de eerste wereldbekerzege op de 1500 meter bij. “Het voelt al heel machtig, maar er zit nog meer in”, zei Beune voor de camera van de NOS. “Vorige week was best wel pittig, merk ik nu. Die reis, iedereen heeft ermee te maken, maar was toch zwaarder dan ik dacht.” Desondanks is de vorm gewoon uitstekend voor Beune, die met vertrouwen naar het WK Afstanden in Calgary kan toeleven. “De races zijn stabiel, dat was vorig jaar al zo”, ging ze verder. “Maar mijn slechtste resultaat is een vijfde plek, daar ben ik heel blij mee.”
Met de overwinning in Quebec schoof ze bovendien naar het podium in het eindklassement. “Best wel een gat”, memoreert ze aan de voorsprong van krap negen tienden op Han. “Ik wilde in het klassement nog een sprong maken, was nodig ook omdat ik Stavanger overgeslagen heb en daar wat punten miste. Dat ik dan nog top-3 haal met zo’n goede race is heel mooi.”
Op het NK Afstanden plaatste Beune zich met haar titel logischerwijs voor de 1500 meter op de mondiale kampioenschappen, eentje waar ze de rol van schaduwfavoriet mag aannemen. Op datzelfde NK pakte ze ook een ticket op de 5 kilometer. En dat levert een bijzonder dilemma op, aangezien beide afstanden over precies twee weken op dezelfde dag verreden worden. “Ik weet niet of ik een keuze moet maken”, klinkt de vertwijfeling in de stem van Beune. “Laat ik de 5 kilometer schieten? Of ik gooi alles op die 5 kilometer... Dat moet ik nog even overleggen, maar als ik zo fit ben kan ik gewoon beide rijden.”
Ruim twee uur hersteltijd, moet volgens Beune genoeg zijn om een knappe 1500 meter te rijden op het Canadese ijs. Desondanks is het dansen op een dun koord. “Als ik de 1500 meter naast het podium eindig en de 5 kilometer niet rijd, dan denk ik ook: Goh, had ik die 5 kilometer maar gereden. En andersom: als ik beide rijd en naast het podium sta op beide, dan had je liever een keuze gemaakt. Maar ja, in deze vorm moet beide gewoon kunnen...”
Beune houdt vast aan de ritten die Takagi eerder dit weekend afleverde. “Ze reed vrijdag 3 kilometer in de B-groep en noteerde vervolgens de snelste opening op de 1000 meter. Van zo’n lange afstand naar een middellange afstand, het gaat niet direct een nadeel zijn voor de beide onderdelen. We moeten kijken waar we staan.”