“We moeten met z’n allen iets doen in plaats van alleen opmerkingen ventileren langs de zijlijn", aldus Jan Vonk, de nieuwe sectievoorzitter van het inlineskaten namens de KNSB. Het is precies wat de sport in Nederland anno 2024 nodig heeft. Inlineskaten zit immers al heel wat jaren in de problemen. Door een dalende trend qua deelnemers werd het steeds moeilijker volwaardige wedstrijden te organiseren. In coronatijd ontstond er even een opleving, maar die bleek niet structureel. Vonk ambieerde een post aan het hoofd van de inlinesectie niet, maar besloot het roer over te nemen van René de Klein.
Vonk over wat hij aantrof: “Mijn blik op het skeeleren de afgelopen jaren was tweeledig: aan de ene kant de constatering dat we steeds minder enthousiastelingen trekken. De sport is landelijk gezien niet gegroeid. In het westen was er een lichte toename, verder haakten mensen af. De marathons waren teleurstellend qua bezetting, op de baan was hetzelfde aan de hand. Aan de andere kant waren er wel atleten uit het langebanen en shorttracken die de skeelers onderbonden, het multidisciplinaire aspect zorgde ervoor dat er aanwas was vanuit de andere disciplines. Een goede ontwikkeling.” Daarnaast telt Nederland internationaal op EK's en WK's nog amper mee. “Dan heb je een goede nationale selectie nodig, daar wordt nu aan gewerkt.”
Vonk wil bovendien kijken naar de opbouw van de piramide. Door het opheffen van de KNSB Talent Teams moet een sterkere band ontstaan met de verenigingen. “In mijn vorige rol bij het Gewest Friesland constateerde ik dat de band met de verenigingen de laatste jaren niet sterker is geworden. Daar moeten we onszelf op aankijken, dat moet vanuit de KNSB meer gaan leven. Na het opheffen van de KTT's is het zaak dat we dit beter doen dan in het verleden.” Maar hoe? “Er zijn veel goede initiatieven, die moeten we overbrengen op andere verenigingen. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de KNSB, maar ook de clubs onderling moeten goed samenwerken. Dan gaat het niveau omhoog en ontstaat er doorstroom richting de selecties.”
Afgelopen jaar werden diverse baanwedstrijden geschrapt vanwege een gebrek aan belangstelling. Voor dit seizoen is de kalender op de schop gegaan, wordt het Daikin NK Inlineskaten (baan/weg) eerder in het jaar gehouden en ligt de nadruk op kwaliteit. “Twee wedstrijden voor het NK, dat is inderdaad vrij karig”, erkent Vonk. “Maar op een bepaald moment moet je de keuze maken. Verenigingen investeren veel geld om een wedstrijd op poten te zetten, maar de opbrengst is heel gering als er weinig rijders komen. We kunnen een middenweg zoeken, nu zetten we in op kwalitatief hoogwaardige wedstrijden. Naast het landelijke circuit is de regionale kalender qua structuur en aantal wedstrijden heel volwassen.”
De bezetting op de marathons was ook niet om over naar huis te schrijven in 2023. Organisaties van grote wedstrijden als het ONK in Hallum overwogen zelfs te stoppen, rijders klaagden over de hoeveelheid wedstrijden en het was amper te doen om volwaardige evenementen op poten te zetten. Marathoncoördinator Veltkamp luidde vorig jaar op deze site de noodklok, kondigde een enquête aan waarmee ook de stilzwijgende meerderheid bereikt moest worden. Uitkomst? Heel wat aanpassingen om het wedstrijdaanbod en de marathons zelf een stuk interessanter te maken voor een grotere groep. “We hebben vijf marathons én het ONK in Hallum”, vertelt Veltkamp. “En allemaal parcoursen op de openbare weg, toch de charme van de marathonwedstrijden.”
Het parcours van het ONK in Hallum wordt enigszins aangepast zodat er minder klinkers in zitten, met een nieuwe plek op de kalender en de toevoeging van regiowedstrijden (over 42 kilometer) moet het evenement in Hallum weer eentje worden die tot de verbeelding spreekt. “De afstanden blijven hetzelfde: 100 kilometer voor de mannen, 60 voor de vrouwen. Voor het eerst in ongeveer vijftien jaar telt deze wedstrijd weer mee voor het klassement. Er zijn - net als tijdens de finale in Oldebroek - dubbele punten te verdienen. Hallum zat altijd in hetzelfde weekend als Tour de Waard, dat is met deze kalenderwijziging ook opgelost.”
Organisatoren bleven de laatste jaren te lang in het ongewisse over de opkomst van rijders. Vanaf heden ligt de deadline voor inschrijving op tien dagen voor de wedstrijd. Op later inschrijven staat een boete van 25 euro. “Meestal kun je tien dagen vooraf een aardige inschatting maken van het weer, dat moet geen probleem zijn.” Ook worden de afstanden her en der aangepast, vooral in de koersen voor de vrouwen en tijdens de 3-daagse. “Voor de grote motoren geen probleem, maar de middenmoot had het simpelweg te zwaar om drie zware koersen in drie dagen te rijden. Daarom gaan we iets inkorten.”
Toch blijft het ook in de marathons een uitdaging om voldoende aanwas te houden. “Vorig jaar hadden we de eerste divisie, maar dat is ons tegengevallen”, aldus Veltkamp, die voor deze zomer met een probeersel komt. “We laten de junioren gewoon in de marathons starten met de senioren en zij rijden hun eigen klassement. Deden we twee jaar geleden ook, maar toen werden ze gewoon opgenomen in het algemeen klassement en zag je ze niet weer. De junioren krijgen nu een eigen leiderstrui, een eigen platform met een eindklassement en eindprijzen. Op deze manier hopen we het iets meer body te geven.”
Kortom: genoeg plannen om er een mooi seizoen van te maken en het skeeleren een impuls te geven. “Aan het eind van vorig seizoen moesten we constateren dat het tegenviel, maar een tijdje later pak je het weer op. Dit was het moment om iets te veranderen, we hebben naar de rijders geluisterd en hopelijk kunnen we het publiek mooie wedstrijden voorschotelen. Want dat moet ik wel zeggen: ze maken er altijd mooie wedstrijden van waar de toeschouwers van kunnen genieten. Dat is een compliment aan de sporters.”
Bekijk hieronder de nationale en internationale inlinekalender 2024: