Een Europese titel op de 1000 meter in een tijd van 1.14,45. Een afgeladen Thialf klom op de bank voor deze prestatie, zelf was Jutta Leerdam minder uitbundig. Voor het eerst sinds het Olympisch Kwalificatietoernooi van 2021 kwam ze niet onder de grens van 1.14 tijdens een officiële wedstrijd in Thialf. Hoewel de omstandigheden niet optimaal waren, had ze er meer uit willen en kunnen halen.
Leerdam was ontevreden over haar raceplan: “Vandaag wilde ik voelen wat ik aan het doen was, want door mijn vastzittende enkel is mijn timing elke keer anders.” Het rijden op gevoel bracht haar niet wat ze ervan gehoopt had. “Daardoor was ik te traag. Ik kan beter diepzitten en alles-of-niets schaatsen dan denken dat ik het aan kan voelen. Ik moet scherper zijn op het rechte stuk. De bochtjes gaan wel goed, daar ben ik blij. Relatief gezien.”
De kwetsuur aan haar enkel stoort Leerdam. Het liefst wil ze zich ervoor afsluiten, ook in interviews, maar ’s ochtends bij het opstaan wordt ze er al mee geconfronteerd. “Als ik uit bed stap, denk ik: het zit niet goed. Ik ben er de hele dag mee bezig en word er helemaal gek van.” De onzekerheid frustreert Leerdam misschien nog het meest. “Ik kan mijn zenuwstelsel er niet op instellen tijdens het schaatsen, want de ene keer zit die helemaal vast, de andere dag half, dan weer zo. Wanneer ik een hardloper zou zijn, had ik gemerkt dat ik mijn voet niet lekker kan afrollen, maar werd ik er niet door gehinderd. Schaatsen is zo specifiek en complex. Soms heb je het, soms niet.”
Voor het betreden van het ijs wordt haar gewricht losgemaakt. “Omdat we dat steeds doen, wordt hij instabieler en gaat hij weer vastzitten.” Desondanks overweegt de schaatsster niet om haar enkel de komende weken te ontzien. “Rust nemen is geen optie, dat wil ik ook niet. We weten niet wat het veroorzaakt. Rust zou het ook kunnen verergeren. Het enige dat ik kan doen is gefocust blijven en alles eromheen perfect doen. Ik wil zo goed zijn dat ik het kan compenseren met een hoger basisniveau.”
“Het was beter geweest als ik er pijn aan had, het rust moest geven en weer door kon.” Leerdam zoekt liever actief op zoek naar een oplossing dan dat ze het over zich heen laat gaan. “Ik ben continu bezig met het verhelpen. Ik ga naar fysio’s om te zoeken naar de oplossing in plaats van dat ik me erbij neerleg. De komende weken hoop ik er meer over te leren. Wat helpt mij en wat niet? In rap tempo probeert de pientere 25-jarige ervaringsdeskundige te worden van haar eigen blessure.
“Fysiek ben ik zo veel beter dan dat ik op het ijs laat zien. Elke keer train ik keihard om op 80 procent te rijden. Op de een of andere manier heb ik wel vertrouwen dat het goed komt. Het kan best dat hij op de grotere wedstrijden los is. Dat mijn coördinatie beter is, omdat ik uitgerust ben en even rust heb gehad… Ik moet het naast me neerleggen”, vertelt Leerdam, waarschijnlijk meer tegen zichzelf dan tegen de journalisten...
De gehele uitslag is hier te vinden.