Van ’t Wout worstelde al maanden met zijn knieblessure toen tijdens de World Cups in Azië een dieptepunt bereikt werd. De pijn was zó hevig dat normaal schaatsen niet meer mogelijk was. De shorttracker werd uit competitie gehaald en moest rust nemen om de kwetsuur onder controle te krijgen. Dat leek in combinatie met ontstekingsremmers goed te gaan waardoor de 24-jarige dit voorjaar gewoon met zijn teamgenoten van TeamNL aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen begon. “Ik deed veel oefeningen om de knie sterker te maken, elke week ging het iets beter”, vertelt Van ’t Wout. “De pijn ging niet helemaal weg, maar ik kon wel fietsen en krachttraining doen.” Na het analyseren van de fietsritten viel echter op dat het lichaam zocht naar een manier om te compenseren. “Mijn rechterbeen leverde minder kracht en mijn linkerbeen deed daardoor meer, zagen we op de wattagemeter. Toen had ik wel zoiets: dit hoort niet.”
Rustig opbouwen was niet genoeg om de blessure onder controle te krijgen. “De eerste weken droogtraining deed ik alles met twee benen, maar na één up-down in de cornerbelt was het direct mis. Traplopen deed pijn, zelfs tijdens het omdraaien in bed voelde ik pijn. Een simpele oefening en ik was weer terug bij af.” In eerste instantie werd shockwave-therapie toegepast. Ondanks dat de eerste indruk positief was, had Van ’t Wout naar eigen zeggen geen tijd om te wachten of de behandeling daadwerkelijk effect zou hebben. “Dat is het irritante van shockwave, het duurt twaalf weken voordat je echt weet of het gewerkt heeft. Daar was geen tijd voor, dat zou mij mijn voorbereiding kosten.”
Pas recent werd duidelijk dat een operatie nodig was om het probleem te verhelpen. In overleg met teamarts Karin Top kwam Van ’t Wout uit bij dr. Kerkhoffs, in de sportwereld een bekende arts. “Hij zag op de MRI-scan een superscherp puntje in mijn knie die tegen mijn pees aan duwde”, vertelt Van ’t Wout, die een verklaring voor de oorzaak zocht. “Ontstaan door overbelasting, mijn eigen domme schuld. Ik heb veel te lang met pijn getraind.” Met het WK Shorttrack in Rotterdam in het vooruitzicht verbeet hij de pijn. “Mijn idee was dat die knie later wel zou komen, eerst zorgen dat ik fit zou zijn voor het WK.” Uiteindelijk stond Van ’t Wout niet op het ijs tijdens het grote kampioenschap in eigen land. “Of ik daar spijt van heb? Denk het wel. Ik heb er spijt van omdat ik het niet gehaald heb, maar het was het waard geweest als het wel gelukt was. Ik had eerder aan de bel moeten trekken met mijn pijntjes, een slechte eigenschap van mijzelf”, reflecteert hij.
Het scenario waar Sven Roes enkele maanden geleden in terechtkwam, spookte ook door het hoofd bij Van ’t Wout. De Friese shorttracker kampte twee jaar lang met blessureleed en moest dit voorjaar ineens plaatsmaken in de ploeg van bondscoach Niels Kerstholt. Roes traint nog steeds mee met TeamNL, maar maakt geen deel meer uit van de ploeg. Van 't Wout: “In de periode voor mijn operatie zat dat wel in m’n achterhoofd, vooral omdat ik niet wist wat er ging gebeuren. Voor mijn gevoel kwam er geen eind aan, nu is dat gelukkig voorbij. Het is een opluchting dat ik geopereerd ben en weer vooruit kan kijken.”
Voorlopig wacht Van ’t Wout een revalidatietraject voor hij weer kan schaatsen. “Nu eerst twee weken op krukken, ik mag er minimaal op steunen. Dan mag ik weer buigen, maar wel zonder belasting. En ook zes weken niet springen, ik vind het eigenlijk wel meevallen. Het was een kijkoperatie, dat scheelt qua herstel. Met tien tot twaalf weken hoop ik weer op het ijs te staan.” In de winter voor de Olympische Spelen van Peking stond Van ’t Wout een tijd aan de kant met een rugblessure. Hij hoopt dat de ellende nu voorbij is. “Ik ben jong, kan nog wel wat jaren mee. Alleen mag het nu wel echt afgelopen zijn. Ik wil gewoon een keertje twee, drie jaar kunnen bouwen zonder dat er telkens weer wat tussenkomt.”