Wat schaatsen voor ons Hollanders is tijdens de Winterspelen, is de Moeder aller Sporten op de Zomerspelen. Om atletiek kun je niet heen. Dat vindt Joy Beune, allround wereldkampioene langebaan, tenminste. Zij, de kopvrouw van Team IKO, laat het liefst alle verschillende disciplines van de oudste sport die we kennen aan zich voorbijtrekken. Of het nu de 100 meter sprint is, een afstand over horden, speerwerpen, het polsstokhoogspringen of zelfs het hinkstapspringen: de Twentse gaat er goed voor zitten. “Ik moet zeggen dat ik erg heb uitgekeken naar het begin van de Zomerspelen”, bekent Beune.
Doorgaans is ze wat kieskeuriger met het volgen van sport. “Als het om de Spelen draait, is het plotseling anders. Dan wordt alles leuk om op televisie te zien langskomen. Waarbij de voorkeur uitgaat naar atletiek en wielrennen; dat laatste omdat ik daar zelf ook veel tijd in steek als training voor het schaatsen.” Het zou dan ook schitterend zijn geweest wanneer ze live de koersen van de mannen en vrouwen had kunnen bijwonen. Beune is namelijk twee dagen (7 en 8 augustus) te gast in Parijs. Haar vriend Kjeld Nuis is uitgenodigd door een van zijn sponsors, en Joy mag mee. “Dat laten we niet aan ons voorbijgaan, hè. Ik heb nog geen idee welke wedstrijden we zullen bezoeken, maar hoop dat er medailles voor Nederlanders zijn te vieren. We blinken in elk geval in veel sporten uit.”
Ze zet hoog in op de wielrenners van Oranje. “Al blijft het grappig dat juist deze wedstrijden niet zo belangrijk lijken voor de coureurs. Ik had het er met Kjeld over: wielrenners hechten veel meer waarde aan de regenboogtrui die ze op een wereldkampioenschap kunnen veroveren. Vrijwel alle andere atleten beseffen dat de Spelen hun moment zijn.”
Beune maakt een prima zomer door, ter voorbereiding op de winter. “Over een week of wat staan we weer in Thialf op het zomerijs. Voor onze ploeg wordt dat de eerste keer sinds vorig seizoen, terwijl veel andere teams al in Inzell hebben geschaatst. Ik ben erg benieuwd hoe dat zal gaan, kijk er enorm naar uit. Want het is raar dat je gedurende de zomer helemaal niet schaatst. Dat je niet kunt uitoefenen wat je passie is. Natuurlijk, ook ik ben blij wanneer ik na het seizoen een maand niet het ijs op hoef. Daarna mis ik dat gevoel alweer en bekruipt me de gedachte van kan ik het nog wel? De eerste rondjes heb ik meestal het idee dat ik een pinguin op schaatsen ben, hahaha.”
Collega Sanne in ’t Hof ziet deze week sterretjes voor d’r ogen dansen, van de inspanning welteverstaan. Samen met haar moeder en haar vriend trapt ze dagelijks op de racefiets kilometers weg in de Dolomieten. Alles gebeurt volgens het schema van haar nieuwe ploeg (Jumbo), en “ik kan je vertellen: het is hier geen vakantie voor mij”, beweert de Schalkhaarse. “Alle blokken gaan hier bergop. Vorige week reed ik de Sella Ronda, volgende week zijn de Stelvio en de Gavia aan de beurt. Het is zwaar, maar in deze betoverende omgeving is dat niet erg.”
Tussendoor benut ze de tijd veelal aan het Spelen-spektakel in de Franse lichtstad. Sanne veert op van het onverwachte in de sport, van medaillewinnaars met wie geen mens rekening heeft gehouden. Verder is er veel aandacht voor de landgenoten. “Ik volg het Instagram-account van TeamNL. Op die manier krijg je veel mee van wat er zich afspeelt achter de schermen. Ik bekijk alles, omdat ik super geïnteresseerd ben in sport. Het is me niet alleen om de medailles te doen, ik wil ook weten hoe de prestaties tot stand komen. Wanneer de estafetteploeg van de vrouwen op de 400 meter de race van hun leven loopt en het Europees record verbetert, maar er drie teams beter zijn en er geen plak inzit, is dat jammer. Toch blijft het dan prachtig om te zien”, aldus de stayer.
Het ontgaat In ’t Hof niet dat Nederland traditiegetrouw grote honger heeft naar succes, en dat daarmee de verwachtingen de pan uitrijzen. “Zo was het niet anders in Beijing waar ik me tot mijn grote verrassing voor wist te kwalificeren. Alleen, ik was een underdog en ervoer geen druk. Mijn naam werd weleens genoemd, maar ik probeerde me ervoor af te sluiten. Als je je er mee bezighoudt, kun je beter niet meedoen omdat het dan tegen je gaat werken. Dat geldt evengoed voor de sporters in Parijs.”
Sanne heeft vrij helder op het netvlies wat ze per se wil zien. “De wegwedstrijden wielrennen, Femke Bol op de 400 meter horden, de tien kilometer voor de vrouwen - met Diane van Es die bij hetzelfde management zit als ik – en uiteraard Sifan Hassan. Oh ja, en niet te vergeten de triatlon, da’s ontzettend gaaf. Momenteel ben ik nog niet zo ver dat ik exact weet wanneer die onderdelen aan de orde zijn, maar dat zoek ik zeker uit. Volgens mij zijn de grote atletiekfinales op 8, 9 en 10 augustus, allemaal rond half zes. Dan train ik niet. Dan zit ik voor de buis.”
Dat is IKO’s coach Erik Bouwman ook van plan. “De staf van ons team volgt alles op de voet. Heerlijk man, van de Tour de France naar de Olympische Spelen. En daarna de Vuelta. Voor ons is er de laatste twee jaar een extra dimensie aan toegevoegd, omdat we stelselmatig uitstapjes maken naar andere sporten. Dit voorjaar hebben we ter inspiratie een dag meegelopen bij de roeiselectie. Toen zijn er visies uitgewisseld en gaven trainers of coaches van beide kanten presentaties. Dankzij die kruisbestuiving zijn er elementen opgenomen in ons fysieke programma. En andersom ook, de roeimensen leren van ons. Dat spreekt aan en helpt ons bij de speurtocht naar die laatste procenten verbetering voor onze schaatsers”, vertelt de Groninger.
Zonder de focus op de koers richting winter te verliezen (‘de schaatstrainingen gaan altijd voor’), houdt Bouwman strak in de gaten wanneer hij de blik op olympisch Parijs moet richten. “De roeiers zullen voor de meeste prijzen zorgen”, is zijn stellige overtuiging. “Ze worden succesvoller dan de groep coureurs met wie we eveneens contact hebben gehad: de baanwielrenners. Al zal het erom spannen tussen die twee disciplines, verwacht ik.” Lachend: “Misschien wel omdat we daar zijn langs geweest…”
Shorttracker Friso Emons behoort tot het leger atleten voor wie de lading sportief amusement uit Frankrijk niet de vormen zal aannemen van een reusachtige tsunamigolf. “Ik denk dat ik een op laag pitje probeer het een en ander mee te krijgen. Er moet zelf worden getraind, hè, en daarnaast ga ik mijn vriendin in Normandië opzoeken. Ik heb geen specifieke voorkeur van sporten die ik moet zien. Wielrennen volg ik beter dan de rest. Best kans dat ik voor de mannenwegwedstrijd even ga zitten”, aldus de Tilburger, die in marathonschaatser Crispijn Ariëns een soortgenoot heeft.
De geboren Brabander herstelt van een beenbreuk, opgelopen bij het skeeleren. “Dat gaat soms in kleine pasjes, soms met wat grotere stappen. Je wilt altijd dat het sneller gaat. Ik heb intussen de nodige blessures meegemaakt, maar dit is de pittigste. Drie jaar geleden liep ik een hersenschudding op. Destijds was het een kwestie van de belastbaarheid die ik aan kon. De hoofdpijn floot me terug. Nu speelt er iets anders: hoe sta ik straks op mijn schaatsen? En hoe sterk zal mijn been zijn? Dat zijn vragen die me onzeker maken, want ik weet niet hoe ik zal terugkeren. Honderd procent? Daar ga ik wel vanuit”, zegt de routinier van Team Reggeborgh.
De Spelen bieden niet meteen de afleiding bij een atleet die zich niet in de leukste periode van zijn carrière bevindt. “Nee, de Tour de France is sowieso meer mijn ding. Ik kijk wel naar verschillende wedstrijden, maar je zult mij niet ergens speciaal voor gaan zien zitten. Zaterdag (vandaag, red.) ga ik op vakantie met mijn gezin naar Oostenrijk en Slovenië. Dat is quality time voor mijn vrouw en de kinderen. Belangrijker dan alles te willen volgen op televisie.”