De rivaliteit tussen Sven Kramer en de Italiaan Enrico Fabris heeft zevenvoudig wereldkampioen Patrick Roest sterk beïnvloed en aangetrokken tot het schaatsen. Sven Kramer speelt daarbij een prominente rol in zijn verhaal. "Ik keek altijd op naar Sven en de dingen die hij deed." Eén van de meest memorabele momenten voor Roest was de wedstrijd tijdens het EK Allround in Kolomna in 2008. Hij herinnert zich ook nog het wereldrecord van Fabris tijdens de wereldbekerwedstrijden in Salt Lake City in 2007 en hoe Kramer dit een week later verbrak. "Dat waren prachtige races om naar te kijken." Roest was destijds twaalf jaar oud en zat al op schaatsen.
De competitie tussen Sven en Fabris was niet alleen inspirerend vanwege de Nederlandse trots, maar ook door de onvoorspelbaarheid van de wedstrijden. "Het was de strijd die het mooi maakte. Je wist nooit van tevoren wie er zou winnen wanneer die twee tegen elkaar reden”, legt Roest uit. Deze intense wedstrijden maakten de schaatssport extra aantrekkelijk voor hem.
De rivaliteit tussen Sven Kramer (r) en Enrico Fabris (l) heeft zevenvoudig wereldkampioen, Patrick Roest, sterk beïnvloed en aangetrokken tot het schaatsen.
Patrick Roest (l) en zijn zus Natasja op de foto met Sven Kramer, niet wetende dat zij later samen ploeggenoten zouden worden.
Later in zijn carrière kreeg Roest de kans om samen met Sven Kramer te trainen. "Ik heb veel van hem kunnen leren," vertelt hij. De trainingen met destijds de beste schaatser ter wereld waren intensief, maar gaven hem ook waardevolle inzichten en ervaringen. Hoewel Kramer een voorbeeld voor Roest was, stond dit zijn eigen prestaties niet in de weg. "Als je op het ijs staat, denk je nergens meer aan. Je rijdt voor jezelf en om de snelste tijd te halen.”
Johann Olav Koss, Sang-hwa Lee, Ireen Wüst, Yvonne van Gennip
Voor olympisch kampioene Esmee Visser was het Right To Play gala in maart 2022 een bijzondere gelegenheid. Tijdens dit evenement kreeg ze de kans om één van haar voorbeelden, Noors schaatskampioen Johann Olav Koss, te ontmoeten.
Ook wereldkampioene Femke Kok vond haar inspiratie in het buitenland. Ze bewonderde het wereldrecord op de 500 meter van de Koreaanse schaatsster Sang-hwa Lee. De bijbehorende schaatstechniek van Lee vond ze prachtig om te zien. Daarnaast is zesvoudig olympisch kampioene en 'alleskunner', Ireen Wüst, één van Koks favoriete schaatssters.
Voor drievoudig olympisch kampioene Marianne Timmer was de koningin van de Winterspelen in 1988, Yvonne van Gennip, haar jeugdidool. Timmer herinnert zich nog goed hoe ze als jong meisje om de handtekening van Van Gennip vroeg. Van Gennip adviseerde haar om even te wachten. Echter, drie uur later stond ze er nog. Yvonne, die zich ondertussen naar haar kleedkamer had begeven, was het vergeten. Ondanks dit voorval zijn de twee schaatskampioenes inmiddels goede vriendinnen geworden.
Voormalig schaatser en olympisch kampioen, Bart Veldkamp, is nu nog enthousiast over de invloed van zijn idolen op zijn schaatscarrière. Als kind was zijn grote voorbeeld Ard Schenk. "Ik wilde net zo goed worden als hij," vertelt Veldkamp. De bewondering voor Schenk werd gevolgd door een diepe waardering voor Piet Kleine, vooral vanwege zijn techniek en specialisme op de lange afstanden.
Veldkamp herinnert zich het moment waarop zijn liefde voor de schaatssport werd aangewakkerd. "Ik weet nog dat ik op negenjarige leeftijd met mijn moeder thuis op de bank de Olympische Spelen van Innsbruck in 1976 zat te kijken. Daar zagen we Piet Kleine goud winnen op de tien kilometer. Het leuke van deze setting was: ik vroeg aan haar of ik dat ooit ook zou kunnen halen, waarop zij zei: 'Ja dat kan, als je er maar hard voor werkt, kom je een eind'.''
Deze woorden zouden de jonge schaatser blijven motiveren. Zestien jaar later, tijdens de Olympische Spelen van Albertville in 1992, vervulde Veldkamp zijn droom door goud te winnen op dezelfde afstand. "Na Piet Kleine haalde geen enkele Nederlandse man goud op de Olympische Spelen, niet in ’80, ’84 en ’88. En laat ik dan uitgerekend de opvolger zijn van Piet Kleine met weer een keer goud voor Nederland en ook nog op dezelfde afstand”, aldus de in Noorwegen woonachtige Hagenaar.
"Voor mij was Eric Heiden een groot voorbeeld”, vertelt sprintkampioene van de jaren negentig, Christine Aaftink. Ik was dertien jaar oud en zat voor de televisie naar de Olympische Spelen van Lake Placid in 1980 te kijken. Heiden won daar vijf gouden medailles. Hij had onwijs sterke benen en kon alles. Het was ongelooflijk om te zien hoe Heiden zowel in de sprint als in de allround-disciplines uitblonk. Zijn prestaties hebben mij enorm geïnspireerd.'' Later in haar carrière ontmoette Aaftink haar idool ook persoonlijk, toen hij als teamarts meereisde met het Amerikaanse schaatsteam. "Het was grappig om hem te zien met grijze haren en niet meer in sportkleding, maar de bewondering bleef," zegt Aaftink glimlachend.
Aaftink herinnert zich ook haar eerste schaatshelden, Ard Schenk en Kees Verkerk. "Als kind keek ik samen met mijn moeder naar Ard en Kees op televisie. Ik zag hen op het podium staan en dacht bij mezelf: dit wil ik ook. Vooral Ard Schenk was mijn grote favoriet in mijn jeugd. Het was extra speciaal toen hij mij als chef de mission vroeg om vlagdraagster te zijn tijdens de Olympische Spelen van 1994 in Lillehammer. Ik vind hem nog steeds een charismatische man. Ik heb veel respect voor hem.”