Twaalf jaar stond Jurjen Osinga, geboren in Bolsward, aan het roer van de KNSB. En dat is al een prestatie op zich. In 1984 volgde hij Wim Comello op als directeur, die deze functie 14 jaar had bekleed. Nadat Osinga in 1996 met vervroegd pensioen ging, na twaalf tropenjaren, hield niemand het nog zo lang vol op deze post.
De periode dat Osinga directeur was, was misschien wel de roerigste periode in de geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond. Als directeur had je in die tijd nog te luisteren naar het dagelijks bestuur, dat in die tijd een ware duiventil leek, met bijkans elk jaar een nieuwe voorzitter. Het was bovendien de tijd waarin sportsponsoring serieus begon te worden, commerciële teams ontstonden en topschaatsers de aloude kernploegen begonnen te verlaten.
In die hectische tijd kwam Jurjen Osinga bij de KNSB werken. Als geboren Fries had hij niet iets bijzonders met de schaatssport. Wel woonde hij in Amersfoort op een steenworp afstand van het toenmalige bondbureau, toen de vacature ontstond. Osinga was toen nog directeur bij een vakorganisatie van keurslagers. Hij had een achtergrond in de marketing en werkte voordien bij bedrijven als Braun, Persil en Bosch.
Dat waren functies in de luwte, als je het vergelijkt met het directeurschap van de KNSB, zeker in die tijd. De schaatsbond was vaak in het nieuws en niet altijd in positieve zin. Er was een relletje over verdwenen urinemonsters, na het WK voor vrouwen in 1985. Bestuurlijke besognes haalden veelvuldig de krant en daar was de groeiende strijd met de topschaatsers over hun wensen om commercieel te gaan.
Osinga had als directeur een niet te benijden positie, waarin hij met een natuurlijke charme wel altijd poogde bruggen te slaan. De KNSB ging in 1984 een partnerschap aan met Aegon, een relatie die uiteindelijk 26 jaar standhield en die de KNSB vele miljoenen aan sponsorinkomsten heeft opgeleverd. In 1993 kwam daar Deloitte & Touche als co-sponsor bij, waarmee de schaatsbond er financieel goed voor kwam te staan.
In diezelfde periode, eind jaren 80, sloot Osinga namens de KNSB de eerste contracten af met de NOS over de tv-uitzendingen van het schaatsen. De schaatssport maakte flinke stappen voorwaarts in die jaren. Maar toen de echte revolutie begon, met de klapschaats als technisch wonder en Ritsma’s Sanex-ploeg als succesvol commercieel avontuur, zat Osinga’s tijd bij de KNSB erop. Hij ging op 57-jarige leeftijd met vervroegd pensioen.
Na twaalf tropenjaren bleef hij nog wel even als adviseur betrokken, onder meer voor zaken met de Internationale Schaatsunie (ISU). Osinga wilde wel wat afstand nemen van de schaatssport, maar samen met zijn vrouw Tineke verhuisde hij naar… Heerenveen. Ze kochten een huis in de wijk naast ijsstadion Thialf, waar ze altijd zijn blijven wonen. Het gezin Osinga kreeg drie dochters: Carlien, Pernette (die bekendheid kreeg als schermkampioene) en Anne-Merlijn, die in 2010 veel te jong overleed. Jurjen Osinga zou op 1 april zijn 85ste verjaardag vieren, maar stierf afgelopen zondag (18 maart) thuis in Heerenveen, vrij plotseling na een kort ziekbed. Zijn uitvaart is aanstaande zaterdag in besloten kring.