De aanvalslustige Vollaard won in januari het Daikin NK Marathon voor neo-senioren. Al maanden sprak hij over het behalen van die titel en hoewel hij op basis van de reguliere competitie niet direct de grote favoriet was, viel op Nieuwjaarsdag alles samen. Dat leek zijn ticket naar de Topdivisie, maar enkele maanden later staat hij nog niet in die hoedanigheid ingeschreven. Vollaard reed afgelopen seizoen voor Team Vector, een beloftentak van Port of Amsterdam/Skits. Hij trainde mee met de A-selectie van die ploeg. Met het vertrek van Roel Boek (Okay-Interfarms) en Christoffel Hendriks (gestopt) leek er een plek vrij te komen, maar de keuze van ploegleider Casper Helling viel echter op Douwe Boonstra en Bart Vreugdenhil.
Ook de meeste andere ploegen zitten grotendeels vol. Voor Vollaard rest de vraag of de KNSB over de brug komt met een talentencollectief of vangnet-constructie zodat hij alsnog zijn debuut op het hoogste niveau kan maken. Frustrerend is het niet. Integendeel, Vollaard maakt keuzes met zijn verstand. Dat komt mede door een trainingsachterstand. “Daarin moet ik nog een grote stap maken”, weet hij. “Tot twee jaar terug was ik amper bezig met fietsen en skeeleren, daardoor heb ik nog steeds een grote achterstand. Ik was weliswaar aan het langebanen en deed daarnaast aan hardlopen. Maar verder maakte ik weinig uren, daardoor moest ik afgelopen seizoen erg wennen aan de omvang van de trainingen.”
Daar was tijdens de wedstrijden weinig van te zien, maar de herstelperiodes tussen de trainingen door waren veel heftiger dan Vollaard had voorzien. “Ik had nooit meer dan zestig kilometer op de fiets gezeten, moest ik ineens een Elfstedentocht van 200 kilometer rijden. Dat ging niet goed. Bij een trainingsweekend in de Ardennen moest ik snel afhaken. Ik had nog nooit zo hard getraind, ik moest het rustiger opbouwen. Een kwestie van uren maken en pijn lijden.” In de Topdivisie-wedstrijden die Vollaard afgelopen seizoen reed (Heerenveen en Alkmaar) ging het redelijk goed, het niveau is het probleem niet. “Het is meer de vraag of ik na die opeenvolging van zware wedstrijden nog steeds veel kan trainen.”
En toch hoort de Nederlands kampioen bij de neo-senioren thuis in het peloton van de grote mannen. Vollaard heeft goede hoop. Middels een Vangnet-constructie of een talentencollectief die de afgelopen jaren bestond, staat de deur naar de Topdivisie mogelijk open. “Dan zou ik in eenzelfde soort constructie als Bart (Vreugdenhil, red.) in de Topdivisie kunnen rijden”, vervolgt hij. Die vraag ligt inmiddels op de burelen van de KNSB. De bond laat bij monde van competitieleider Geert-Jan Muskens weten dat een vangnetteam in principe niet in de planning staat voor komend seizoen. Wel lopen de gesprekken met ploegleider Helling en is Muskens bereid mee te denken op het moment dat Vollaard geen ploeg kan vinden waar hij in de Topdivisie kan rijden. De inschrijftermijn voor de ploegen verloopt pas in augustus.
Wat als er geen plek vrijkomt in de Topdivisie? “Mocht het niet via zo’n constructie lukken, zou dat een enorme tegenvaller zijn. Dan zal ik bij de beloften meedoen en proberen op die manier te groeien, maar na drie seizoenen wil ik gewoon Topdivisie rijden.”
Bekijk hier het transferoverzicht marathonschaatsen.