Group 2
arrow copy Terug
Nieuws 23 mei 2024

Schaatsen een conservatieve sport? Niet volgens Innovatielab Thialf

Schaatsen een conservatieve sport? Dat is het al lang niet meer, vindt dr. Inge Stoter. Zij is manager van de stichting waar met het oog op de Olympische Spelen van Milaan hard gewerkt wordt aan een aantal vraagstukken die de Nederlandse shorttrackers en langebaners moeten helpen. In het Innovatielab Thialf wordt dagelijks gewerkt aan de vooruitgang van het schaatsen als sport.

Foto : Innovatielab Thialf

Sport en wetenschap, ze worden de laatste jaren steeds vaker in één adem genoemd. Teams nemen wetenschappers in de arm om de prestaties van sporters te verbeteren. Toch bestaan er grote verschillen tussen de theorie en praktijk, ondervond Stoter toen ze als wetenschapper in de sport ging werken. “Vanuit de wetenschap doe je heel veel onderzoek, werk je alles heel precies uit en schrijf je het op in protocollen. Maar in de sportwereld werkt het anders, het is nooit één op één inzetbaar.” De interpretatie van bepaalde zaken speelt daarbij een grote rol. “De protocollen werden anders gelezen door coaches, waardoor ze eigenlijk niet deden waarvoor ze bedoeld zijn. Dan ga je in één keer heel andere dingen meten. Er bestaat ruis tussen wetenschappelijk onderzoek en het uiteindelijk gebruik in de praktijk.”

Het is een van de lessen die Stoter leerde toen ze aan de slag ging bij Innovatielab Thialf. In haar jeugd schaatste ze volop, maar de absolute top haalde ze niet. De liefde voor het schaatsen bleef en ze begon aan de opleiding bewegingswetenschappen. Via haar studie deed ze in Calgary onderzoek naar de opbouw van de 1500 meter, werkte ze enige tijd bij Sport Science & Innovation Groningen (SSIG) en kreeg ze het Innovatielab (destijds Innosportlab Thialf) in de smiezen. “Toen was het in een iets andere vorm opgezet, maar ik dacht: Dat lijkt me wel wat. Nu zit ik er zelf en heb ik mijn droombaan gevonden.”

Het Innovatielab Thialf is een samenwerkingsverband tussen Thialf, Sportstad Heerenveen en Topsport Noord, ondergebracht in een stichting. Het doel van de organisatie is om de schaatssport en het inlineskaten beter meetbaar, interactiever en toegankelijker te maken. Om dat te bereiken zijn onder leiding van Stoter diverse projecten opgezet. Zij is het middelpunt van de organisatie, waar ze inmiddels een aantal vaste medewerkers heeft. “Het is mijn doel innovatie in de schaatswereld te structureren. Dat kun je niet alleen, daarvoor werken we samen met innovatie- en kennispartners. In totaal hebben we de afgelopen vijf jaar met zo’n dertig mensen gewerkt aan verschillende innovatietrajecten.”

In eerste instantie was het pionieren zonder al te veel middelen en moest er hard gewerkt worden om mensen mee te krijgen. “Als we willen innoveren, moet daar ook budget voor vrijgemaakt worden. Dat was een uitdaging”, zegt Stoter. “Maar langzamerhand is er wel een cultuurverandering aan het plaatsvinden, er wordt meer tijd en geld opzijgezet voor innovatie.”  Schaatsen een conservatieve sport noemen? “Ja en nee”, gaat Stoter verder. “We doen heel lang hetzelfde, maar dat komt ook omdat het werkt.”

Inmiddels zijn er samenwerkingen gestart met verschillende organisaties, waaronder schaatsbond KNSB, en bestaat er een innovatiestructuur met bijbehorende strategie. Voor Stoter is het zaak om de juiste mensen en bedrijven te koppelen om resultaat te halen in een bepaald vraagstuk. “De meeste sportbonden willen de innovatie graag binnenshuis houden, maar je hebt juist externe expertise nodig. Daarom moeten we onze vraag duidelijk communiceren, dat hebben we voor het langebaanschaatsen en shorttracken nu heel goed kunnen doen.”

In het shorttracken is men bezig om de wissel tijdens de relay te optimaliseren, op de langebaan buigen de wetenschappers zich momenteel over de vraag hoe de schaatsslag objectief gemeten kan worden. Wielrenners kijken naar wattages, bij schaatsers is dit moeilijk meetbaar. Er zijn verschillende manieren om bepaalde fases van de slag te meten, een eenduidige conclusie trekken is lastiger. Dit hangt onder meer af van het soort slag, de bouw en de specialiteit (sprinter of stayer) van de betreffende schaatser. “Qua gevoel en ervaring van coaches weten we veel over timing en de optimalisatie van de afzet. Objectief meten is echter nog niet mogelijk, we weten niet welke slag efficiënter is. Een nieuwe techniek aanleren en dat in cijfers uitdrukken is lastig.”

Via het platform SportInnovator komt Stoter in contact met bedrijven die een steentje kunnen bijdragen aan een dergelijk vraagstuk. “Daarbij gaat het vooral om het snel analyseren van de data en de terugkoppeling richting coaches. We weten best welke data we willen terugkoppelen. Dat kost nu nog te veel tijd. Als de training voorbij is, is het gevoel kwijt. We zoeken naar iets waarmee we de die data realtime aan de sporter kunnen laten zien.” Om ruis weg te halen en ervoor te zorgen dat coaches de data interpreteren zoals ze door de wetenschappers opgeschreven zijn, worden de beide partijen aan elkaar gekoppeld. “We zijn een kleine organisatie, maar onze formule is dat een wetenschapper altijd naast iemand uit de praktijk staat. Je kunt lang op je eigen kamertje zitten en onderzoek doen, met een partner uit de sport ernaast kun je veel meer bereiken.”

Stoter is continu op zoek naar bedrijven die kunnen helpen bij de projecten van het Innovatielab. Die bereidheid is groot, verzekert ze. “Al is het soms wel een vraagstuk als iets veel geld kost, maar meestal willen ze vanuit sponsoring of passie voor de sport helpen. Als er geld is, wil iedereen meewerken. Veel partijen zijn bereid om voor iets minder budget mee te werken, gewoon omdat ze het gaaf vinden hun bedrijf zo in de kijker te zetten.” Vooral omdat de facetten van een bedrijf die aan bod komen, normaal gesproken niet veel in de belangstelling staan. “Bijvoorbeeld ICT, dat is bij veel bedrijven vrijwel onzichtbaar. Met zo’n sportproject maken we dat zichtbaar. Datasignalen analyseren en terugkoppelen, dat gebeurt in elk bedrijf en met sport maak je dat zichtbaar.”

Het is zonder uitzondering eigenlijk altijd een lang traject om het idee uit te werken tot iets concreets en op de markt te brengen. Vooral in die laatste fase schuilt nog een uitdaging voor Stoter en haar collega’s. “We beginnen met de onderzoeksfase of krijgen een idee vanuit de sport. We doen toegepast onderzoek. Dan moet je het echt gaan vermarkten. Daar kunnen wij, als ik eerlijk ben, nog een stap in maken. Het eerste deel doen we goed. Maar echt nieuwe producten op de markt zetten, daar is een cultuurverandering voor nodig. Dat blijft een uitdaging, maar daarvoor hebben we nu het project met SportUp Boost opgezet om ondernemerschap in sport te stimuleren.”

Als een van de ‘founding partners’ is Thialf nauw betrokken bij het Innovatielab, waar tevens het kantoor gevestigd is. Soms wordt ’s lands schaatshuiskamer gebruikt als laboratorium voor innovatietrajecten. Meestal voor prestatieverbetering van schaatsers, maar ook voor verbetering van het ijs in Thialf. “Qua duurzaamheid wordt er heel hard gewerkt aan de ijsbaan en zijn er veel bedrijven bezig met innovaties voor bijvoorbeeld energieopwekking, maar op het gebied van duurzaam ijs maken gebeurt er nog weinig. We zijn een onderzoekstraject gestart hoe Thialf de snelste ijsbaan ter wereld kan blijven én tegelijkertijd op een duurzame manier ijs kan maken. Na veel gesprekken hebben we een samenwerking opgezet met Wetsus, het Europese kenniscentrum voor water. Nu is sinds een paar maanden een promotiestudent, Loes Heemskerk, aan de slag om vier jaar lang onderzoek te doen naar ijskwaliteit en duurzaamheid.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan