Daarom passen ze zo goed bij elkaar. Doe alsjeblieft normaal, is hun motto. Sportprestaties tellen niet mee in de relatie van het gezellige duo dat afgelopen winter wél spraakmakend werd voor de wereld om hen heen. Harm Visser (23, Westereen) bevestigde zijn status van perfecte afmaker in het mannenpeloton die letterlijk won van start (eerste race van het seizoen in Groningen) tot finish (de laatste in Leeuwarden). Tessa (24, Abcoude) wist alleen al even dat ze makkelijk schaatst over natuurijs, maar durfde er niet eens aan te denken dat zij – nog zonder overwinningen - kans zou maken op de meest aansprekende zege, de Alternatieve Elfstedentocht. Oké, na de echte Elfstedentocht…waarvan het de vraag blijft of die ooit nog komt. Die prijs op de Weissensee pakte ze wel, en ook nog na een week waarin ze hondsberoerd in haar hotelbed had moeten blijven.
Vier maanden later. Op deze vrijdagmiddag, in de Heerenveense flat die Visser nog niet zo lang geleden heeft betrokken, hebben de twee een gezamenlijk uurtje gevonden om nog eens terug te blikken op het succesvolle seizoen. Harm maakt koffie, vriendin Tessa duikt snel onder de douche, want is pas net binnengestapt na een ingelast skeelerritje (om de benen voor het ONK in Hallum op spanning te brengen). Wanneer ze aanschuift, gaat het al over winnen, bekend zijn en de gevolgen van hun successen. Wat vaststaat: marathontoppers hebben anno 2024 niets te vrezen. Op wat interview-aanvragen na verandert er weinig in het leven van dit koppel. Of Tessa – spontaan, goedlachs – na haar winst in de Alternatieve heeft mogen aanschuiven in een van de talloze talkshows op de Nederlandse televisie? Geen sprake van. Harm wel, die zat bij Op1, na de eerste marathon op natuurijs (Winterswijk) die hij op zijn naam schreef. “Maar dat kwam omdat die wedstrijd zo werd gehypet door de media”, zegt hij.
Verder is het doorgaans mooi rustig rond de twee. Beter, vindt Snoek, de dochter uit een boerengezin van vijf kinderen. Een week terug ging ze naar een feest van de ouders van een vriendin. “Die mensen zagen me en werden meteen enthousiast. ‘Oh, Tess, nog gefeliciteerd met je overwinning op de Weissensee’, riepen ze. Ik dacht alleen: ik kom hier om jullie te feliciteren, hè. En dan staan ze mij de hand te schudden vanwege het schaatsen. Ik realiseer het me niet altijd, maar het wordt wel mooi gevonden dat je zo’n race hebt gewonnen.”
Ze kennen elkaar nu een kleine twee jaar. Anderhalf jaar is het echt verkering tussen de twee. “Het was zeker geen liefde op het eerste gezicht”, aldus Snoek die voor de vrouwenformatie van VGR Sport/ Vreugdenhil schaatst. “Ik kwam uit een langdurende relatie en dacht dat ik er nog niet open voor stond weer iets te beginnen. Ik reed bij BTZ.nl. Als ik rond de wedstrijden de jongens van Reggeborgh, Royal A-ware en Jumbo zag staan, vond ik hen altijd van die haantjes. Zo’n kliekje bij elkaar. Toch raakten we een keer in gesprek met elkaar, en naderhand zei ik tegen mijn ploeggenote Lisanne (Buurman, red.): oh joh, ze zijn veel gezelliger dan ik dacht!”
Tessa giert het uit, Harm neemt over. “Ja, jullie hadden echt vooroordelen over ons.”
Tessa: “Vooral ik. Ik wil dat mensen lekker normaal doen.”
Harm: “Toen we kennismaakten, wist Tessa niet eens hoe ik schaatste. Dat was best hilarisch, want ze vroeg: ‘heb je weleens podium gereden?’ Ik antwoordde: afgelopen seizoen een keer of tien, denk ik.” Nu moet Visser keihard lachen.
Tessa verontschuldigend: “Het was in coronatijd. Ik volgde de mannen amper.”
Harm: “Tessa zag me niet als iemand die bijzonder was omdat ik goed presteerde. Veel vrouwen, of mensen sowieso, vinden het interessant of aantrekkelijk wanneer je een speciale status hebt. Wij zagen en zien elkaar als Tessa en Harm, relaxt en normaal. Onze sport verandert daar niets aan.”
Tessa: “Het grappige was, nadat we een relatie kregen, het nieuwe seizoen aanbrak en Harm weer goed begon te rijden en te winnen, ik dat overal om me heen steeds hoorde. ‘Harm dit, Harm dat’. Hij werd voortdurend voor interviews gevraagd. Daar moest ik zo aan wennen! Ik dacht steeds: doe allemaal effe normaal, want wat is er nou zo bijzonder? Harm is schaatser. Klaar!”
Harm, grinnikend: “Pas later kwam er een keer de opmerking: ‘Oh, het is ook wel leuk dat je zo goed rijdt.’’’
Tessa verheft haar stem, wanneer ze zich nog iets herinnert. In 2019 won ze in Dronten de Nederlandse marathontitel bij de junioren A. Toevallig of niet, ook Visser veroverde die dag goud in dezelfde categorie bij de mannen. De fotograaf verzocht de twee kampioenen samen op het podium te poseren. “Stonden we even naast elkaar, daarna gingen we ieder onze weg weer. De foto heeft lang thuis op het prikbord gehangen”, vertelt Tessa.
“Een jaar of drie later, in 2022 of zo, praatte ik bij een marathon met Harm. Mijn moeder had dat gezien. ‘Met wie was je nou in gesprek?’, vroeg ze later. Met Harm, zei ik. ‘Wie?’ Harm Visser. ‘Oh, die jongen van het prikbord’." Haar lach vult de kamer. "Niet de Nederlands kampioen was haar bijgebleven, maar de jongen van het prikbord."
Goed beschouwd: zoals Tessa het graag wil. Prestaties doen er niet toe. Zo was het in de voorbije winter voor haar aanleiding te zeggen dat de toevoeging ‘vriendin van Harm Visser’ niet gewenst was in een artikel. “Ik ben gewoon Tessa, een zelfstandig persoon en niet de vriendin van Harm Visser. Dat ben ik wel, maar dat hoeft er niet bij te worden gezegd. Mijn prestaties heb ik niet aan hem te danken. Hij helpt me zeker, maar ik ben in een andere omgeving groot geworden, in een ander team. Dat kun je niet met elkaar vergelijken, de sporters Harm en Tessa.”
Visser sluit zich erbij aan. “Ik zie hoe jij het doet, en andersom. Af en toe maken we elkaar een beetje wegwijs in het schaatsen. Maar we zitten echt niet de hele dag te praten over de sport. Natuurlijk zijn we trots op elkaar als er wordt gewonnen, zonder dat we daar lang over blijven napraten of anders naar elkaar gaan kijken. Daar zijn we veel te nuchter voor. Beiden.”
Waar schaatsen bij de Snoeken thuis alles is, heeft het in de familie Visser veel minder betekenis. “Mijn zus heeft het geprobeerd, maar die had veel last van blessures. Ik ben toevallig in het juiste milieu beland, anders was er niets van schaatsen gekomen. Op mijn elfde ben ik gaan kijken wat ik wilde in het voortgezet onderwijs. Ik kon naar een school in Buitenpost. Dat zou een half uur fietsen zijn, wat ik te ver vond. Naar Dokkum was het zelfs een uur, daar had ik helemaal geen zin in. Uiteindelijk kwam ik uit bij een sportschool: iSkate in Groningen. Een professioneel opgezette organisatie voor schaatsers, met een topteam, een opleidingsploeg en de mogelijkheid voor twaalfjarigen die school en sport wilden combineren. Het was een prachtig concept totdat het klapte toen de sponsors verdwenen. In die periode, ik was zeventien, wilde ik al weg.”
Visser kon aansluiten bij de langebaanselectie van Friesland. Marathons deed hij erbij, voor de lol. Hij had zijn zinnen op de langebaan gezet, maar na een seizoen was hij er klaar mee en verlegde de aandacht naar marathon. Jumbo zat om rijders verlegen, er werd gekozen voor een jong talent. “Ingmar Berga kende me van het skeeleren, waarin ik aardige uitslagen had gereden. Het eerste jaar was erg wennen. Het tempo lag te hoog voor me, en ik moest veel meer trainen. Dat was niets voor mij. In het tweede seizoen begon het te lopen. Alles viel samen. Ik zag hoe gaaf marathonschaatsen is. Veel mooier dan de langebaan. Dat is een zenuwachtige wereld die heel individueel is ingesteld.”