Op de plek waar de topmarathonschaatsers deze en volgende week een paar van de belangrijkste wedstrijden van het seizoen rijden, komen ook veel andere liefhebbers van het ijs samen. De Alternatieve Elfstedentocht in Oostenrijk biedt aantrekkelijke omstandigheden om te proeven van de charmes van natuurijs. Zo ook voor Han Raterink. Tientallen jaren werkte hij als vrachtwagenchauffeur, maar sinds zijn pensioen in 2023 heeft hij het roer omgegooid. “Tijdens het werken was ik druk en was er weinig tijd over, maar ik ben altijd gek op natuurijs geweest. Zodra ik er de kriebels van krijg, moet ik het ijs op”, aldus Raterink.
De nuchtere Achterhoeker pakte zijn nieuwe hobby serieus aan en is met een groepje mede-gepensioneerden regelmatig op de ijsbaan in Enschede te vinden. Tijdens zijn trainingen hoorde hij de verhalen over de Alternatieve Elfstedentocht. “Zo’n lange rit kan niet meer in Nederland, dus zoek ik de ervaring ergens anders op”, vertelt Raterink enthousiast. “Het natuurijsschaatsen is het mooiste wat er is. Met de neus in de wind en de kop in het riet - een heerlijk gevoel. De variaties in het ijs: glad ijs en bobbeltjes ijs. En natuurlijk de sfeer en het zonnetje.”
Een 200 kilometer lange tocht is voor de professionals al een zware kluif, hoe pakt de gepensioneerde dat aan? “Het begon met de trainingen met de groep, maar al snel ben ik zelf meer gaan schaatsen, zo’n drie keer per week. Daarnaast zit ik wekelijks op de racefiets met de toerclub in Zelhem en probeer ik wat krachttraining te doen. Op de ijsbaan merkte ik als gevolg daarvan vooruitgang. Ik kreeg sterkere enkels, knieën en andere spieren. Dan durf je meer en ga je dromen.”
Hoe groot ook de ambitie, de 65-jarige blijft realistisch. “In het verleden heb ik niet eerder de Elfstedentocht geschaatst; ik reed alleen een stuk mee in 1997.” Ook tijdens zijn rondjes op de verschillende banen in Nederland geraakte hij niet verder dan 40 kilometer. “Dan kwam de dweilmachine of moest ik plaats maken voor een andere groep schaatsers. Daarom heb ik 100 kilometer als doel, het moet wel leuk blijven. Er zullen mensen meedoen die meer prestatiegericht zijn, maar ik wil niet dat het ten koste van alles zal gaan. Ik ga voor het goede gevoel. De ultieme sensatie is voor mij dat je de juiste slag beheerst en over het ijs vliegt. Met de handen op de rug elegant door de bochten.”
Pensionado Raterink gaat niet in z’n eentje kilometers vreten. Samen met zijn zwager Jelle Frans van der Woude (57) bindt hij vrijdag de ijzers onder. “Hij heeft wat pech gehad de laatste weken; veel rugklachten en bovendien zijn er minder trainingsmogelijkheden in zijn buurt. Ik maak me meer zorgen over hem dan over mezelf, al ben ik ouder”, vertelt Raterink lachend.
Hij kan dan nog niet weten wat hem overkomt bij het 'inrijden' op donderdagmorgen. De transponders zijn opgehaald, en de schaatsen worden aangetrokken voor een proefrondje. Amper honderd meter is het duo op pad, wanneer een scheur niet tijdig wordt opgemerkt. Han plettert op het ijs, een schaatspunt doorboort zijn rechterenkel. Hij denkt dat het meevalt, ondanks een rode vlek in zijn sok die zich razendsnel uitbreidt. Alsof er niets aan de hand is, schaatst hij door. Na een ronde te hebben volbracht, adviseert Jelle Frans hem toch even de EHBO-post op te zoeken. Daar krijgt hij nog meer goedbedoelde raad: beter maar niet starten in de toertocht. "Nou, dat doen we wel", deelt Han mee. "Dit gevalletje zal de pret toch niet drukken?"
Wie zal er nu de beste papieren hebben om de gehele afstand af te leggen? Van der Woude, met zijn ietwat protesterende rug? Han, die moet afwachten of de enkel niet zal opspelen? Beiden houden de moed erin. Raterink: “Jelle Frans heeft de Tocht in ’97 uitgeschaatst, dus hij denkt dat het hem gaat lukken.”
Zo gaan de twee mannen positief de uitdaging tegemoet. Maar is het dan voor iedere gepensioneerde een koud kunstje op de Weissensee? “Als je van schaatsen houdt, raad ik het iedereen aan.” Dat klinkt simpeler dan het is. “Sportieve aanleg helpt. Ik ben altijd fysiek bezig geweest en heb van alles gedaan: voetbal, basketbal, zwemmen en turnen”, verduidelijkt Raterink. “Doe wat je leuk vindt, maak er werk van en je kunt een heel eind komen.”
Tenminste, als je niet ongelukkig onderuitgaat....