Zowel Havard Bokko als Sverre Lunde Pedersen liet zondag weten niet van start te gaan op de tien kilometer van dinsdag. Door de Nederlandse dominantie zien zij geen mogelijkheid op medailles en daarom richten ze zich liever op de ploegenachtervolging.
"Ik vind het jammer", reageert Romme, coach bij Team Liga, een dag later op het nieuws. "Ze hebben een enorme traditie op deze afstand met schaatsers als Johan Olav Koss. Dat nemen ze niet meer serieus. Noorwegen dat geen tien kilometer rijdt, dat kan niet."
"De tien kilometer, het stayeren, spreekt in Noorwegen ook echt tot de verbeelding. Nog steeds. Dat vinden ze prachtig daar. En dan rijden ze niet op de Spelen. Jammer, want Pedersen en Bokko kunnen allebei een goede tien kilometer rijden."
Toch wil Romme de schaatsers er individueel niet op afrekenen. "Dat zij zich liever richten op de ploegenachtervolging is een beweegreden. Als je denkt op die manier meer kans te maken, moet je het doen. Maar het is wel erg jammer."
Voor de afmelding van Ivan Skobrev heeft Romme een stuk minder begrip. "Hij gaf niet eens een reden op. En dan rijd je in eigen land terwijl je toch best een goede tien kan rijden. Dan moet je er zeker voor eigen publiek toch voor gaan? Jammer voor de competitie."
Een devaluatie van de afstand wilde de olympisch kampioen van 1998 het niet noemen. "Al doen er vijf mee, die top drie gaat er gewoon weer voor. Als je kijkt hoe hoog het niveau in Nederland is: dat wordt echt een zwaarbevochten gouden medaille."
"Er wordt nu op een kneiterhoog niveau gereden en of het nou drie Nederlanders zijn die elkaar opjagen, of dat er iemand tussen zit, dat maakt niet uit."
Romme denkt niet dat 'zijn afstand' onder druk komt te staan nu een land als Noorwegen zich in zijn geheel afmeldt en ook Skobrev, winnaar van het zilver in Vancouver, niet van start gaat.
"Kijk naar de skifederatie. Daar brengen ze met de skicross en de halfpipe ook nieuwe onderdelen in die tot de verbeelding van de jeugd spreken, maar traditionele nummers als de afdaling verdwijnen echt niet. Dat zal ook bij het schaatsen niet gebeuren."
De schaatscoach kan niets met de stelling dat Nederland te dominant zou zijn en zijn kennis meer moet delen om het schaatsen op de olympische kalender te houden.
"We delen die kennis al. Hoeveel Nederlands coaches werken er wel niet in het buitenland? Bart Schouten, Bart Veldkamp, ik heb er lang gezeten. We verspreiden onze kennis toch al, en kom op: we doen niets geheims. Iedereen kan zien hoe onze programma's eruit zien."
"De interne druk is de reden dat wij zo goed presteren. We worden opgezweept door elkaar, van jongs af aan al met alle selectiewedstrijden die we in Nederland hebben. Dat komt omdat er zoveel mensen in Nederland schaatsgek zijn. Dat zie je bijvoorbeeld toch ook in China met het tafeltennis?"
"We kunnen wel bakkeleien over de Nederlandse dominantie, maar dit is toch fantastisch? Legendarisch! Daar hebben Marianne Timmer en ik het hier de hele tijd over. We maken echt iets legendarisch mee in Sotsji."
"Over vier jaar zal dit anders zijn hoor. Je moet dingen wel in het juiste perspectief zien. Nu valt alles een keer goed op zijn plek, maar hoe vaak hebben we het wel niet gehad dat we op de Spelen juist niet piekten? Wees nou eens blij!"