Als William Dandjinou, tot voor kort nog op buitenaardse wijze rondschaatsend, met fantastische optredens zijn stempel op deze World Tour heeft gedrukt, dan mag de naam van zijn Nederlandse tegenstrever in een adem worden genoemd. Van ’t Wout bevestigde de voorbije maanden in zes toernooien van drie dagen dat hij alle afstanden beheerst, in zijn trukendoos een dubbele bodem heeft en laat blijken dat ontzag geen mentale hindernis meer is zodra hij het ijs opstapt.
Typerend voor dat laatste aspect was de manier waarop de halve finale van de 1500 verliep, of beter, de wijze waarop de kopman van Oranje die race naar zijn hand zette. Hij zei het een week geleden, na de World Tour-aflevering van Tilburg, al: het was genieten zoals de grote Dandjinou door zijn aangepaste koersgedrag plotseling geen kant meer op kon, laat staan zijn wil opleggen aan de anderen. Van ’t Wout heeft een strategie gevonden waarmee hij de bovenliggende partij is geworden. En dat kan slechts het gevolg zijn van zijn tomeloze inzet, de dagelijks drive om het leven om zijn sport te laten draaien, maar bovenal de passie.
Het was misschien een wat ongewone bezetting van de A-finale op de langste afstand; daar had de man met helmnummer 13 een groot aandeel in. Hij elimineerde de gevaarlijkste Canadees vroegtijdig en zag daarnaast een hele rits toppers sneuvelen. Zonder een Noord-Amerikaan, en met een enkele Koreaan (met een nog geringe reputatie), twee Italianen, twee Japanners en de Let Roberts Kruzbergs heette dit niet per se een droomwedstrijd. Neemt niet weg dat de kleine Jappen in de voorafgaande schiftingronden hadden aangetoond voor de duvel niet bang te zijn. Kosei Hayashi bleek over longen van een paard te beschikken, want hij reed de eerste serie van de halve finale zo ongeveer de gehele rit op kop zonder een spier in zijn gezicht te vertrekken. Zijn landgenoot Shogo Miyata deed nauwelijks onder voor hem in de aanloop naar de apotheose. Anders gezegd: Van ’t Wout was gewaarschuwd.
Laat Diede maar haar rondjes rijden. Zich in de herkansingen storten. En dag in dag uit trainen, zonder een kik te geven. Dan voelt ze zich in haar sas, dan komt ze tot grote dingen. Oh ja, en wanneer ze wordt opgeroepen voor de teamonderdelen van shorttrack - de aflossingen - daar mag je Diede van Oorschot 's nachts probleemloos wakker maken. "De mooiste races zijn de relays. Wedstrijden waarin je met een ploeg voor de prijzen rijdt, waarin je elkaar helpt, waarvan ik in elk geval veel energie krijg. Het is zó mooi, dat samen strijden", zegt ze blij via de telefoon, na de tweede gouden medaille op de vrouwenaflossing in de World Tour van Milaan. TeamNL zegeviert, voor Italië en China. In Tilburg heeft ze een week geleden moeten huilen bij het succes; nu straalt dat vrolijke koppie.
Het moet gezegd: Van Oorschot heeft een puike prestatie geleverd en op die manier een wezenlijk aandeel in de gouden bekroning. Maar het lijkt ook alsof het groepsonderdeel haar veel gemakkelijker afgaat. Er is geen schroom, ze vervult haar rol en groeit zo uit tot een betrouwbare factor in de ploeg van bondscoach Niels Kerstholt.
"Het is misschien wat gemakkelijker, zo'n relay, omdat je steeds wordt afgelost door een ploeggenoot en daardoor niet te lang steeds moet zorgen dat degenen die achter je rijden je niet passeren. Wanneer je individueel bezig bent, moet je veel meer ronden achter elkaar scherp zijn, mensen blokken en in de weg zitten. Tijdens de relay gaat me dat beter af." Waarom dat is? Ze heeft er niet zo'n goed antwoord op. "De relay is gewoon heel erg leuk."
De Aziaten stribbelden ook het meest tegen, en lang. Van ’t Wout liet ze uitrazen tot er op een ronde en een kwart van de eindstreep een scheur ontstond in de voorste lijn. Daar dook hij in, versnelde door en gooide zo de deur naar de zege voor de rivalen kneiterhard dicht. Het bood hem mooi de gelegenheid de prachtige overwinning met de gebaren van een oppermachtige veldheer te vieren.
Afgaand op de ontwikkelingen van de 500 meter-tombola – waarbij wederom de Canadezen zichzelf door stommiteiten uitschakelden – leek er een herhaling van de uitslag mogelijk op het sprintonderdeel. De leukste bijkomstigheid school in het feit dat Teun Boer alle obstakels had weten te omzeilen, zichzelf zo een cadeau bezorgend in de vorm van een finaleplaats. Wat de lange krachtpatser vooral etaleerde, was gretigheid die hij koppelde aan slim schaatsen, best een verademing vergeleken met eerdere World Tours die dikwijls in mineur eindigden door te onstuimig te zijn.
In de halve finale lagen zijn kaarten erg slecht. Boer moest bijschakelen om als derde rijder in de koers een knappe tijd te scoren, die hem eventueel een plaats in de A-finale zou opleveren. Hij had echter de mazzel dat de leidende Steven Dubois bij het uitkomen van de laatste bocht op miraculeuze wijze de kussens in gleed.
Tijdens de strijd om het goud, zilver en brons volgde Boer het merendeel op van de aanwijzingen uit het instructieboek ‘Medailles winnen in shorttrack’. Hij bemoeide zich niet direct met de gevechten aan het front, maar zag zijn kans schoon toen Dandjinou en Pietro Sighel elkaar uit evenwicht brachten. De ruimte was groot genoeg om erlangs te glippen; wat hij erna moest doen, was een fluitje van een cent. Dat lange lijf is gebouwd om als muur te fungeren. Pogingen om de Chinees Long Sun nog te remonteren en zijn eerste plaats afhandig te maken, waren niet meer aan Boer besteed. Zilver op deze 15e februari ervoer hij als een hoofdprijs, na een eerdere bronzen plak in de World Cup….op de véél langere 1000 meter (oktober 2022).
De uitslagen van de World Tour in Milaan staan hier