Lianne van Loon biecht op dat ze niet van de statistieken is. Dat ze op vrijdag haar dertiende, veertiende en vijftiende goud op een NK heeft gehaald, is ze niet mee bezig. Wel weet ze dat het haar vijfde titel op de 500 meter op rij was. “Dit was het onderdeel waar ik het meest nerveus voor was. De laatste jaren focus ik me steeds meer op de lange afstanden, wat ten koste is gegaan van mijn sprint. Nikki (Noordergraaf, red.) kwam heel dichtbij vandaag.” Met haar vijfde goud op de 500 meter heeft Van Loon er eentje meer dan Bianca Roosenboom en Manon Kamminga. “Dat vind ik heel leuk om te horen. Al is het natuurlijk een ander tijdperk.”
Daarmee doelt Van Loon op het niveau van het Nederlandse inlineskaten. “We rijden echt in een klein peloton bij de vrouwen. Daar baal ik enorm van. Het is ontzettend jammer dat deze sport zo klein is ons land. Internationaal zijn er zoveel deelnemers. Als je kijkt in Geisingen (waar elk jaar een drukbezette Europacup gehouden wordt, red.) staan er meer dan honderd deelnemers aan de start. En dan is het aantal nog gelimiteerd. Daar zou het dubbele misschien wel mee willen doen. Daarentegen wordt de opkomst hier de laatste jaren steeds lager.”
De vaandeldraagster van het inlineskaten in Nederland maakt zich zorgen om haar sport. Dat weerhoudt haar er overigens niet van om de spanning uit de races te halen en ze bijna allemaal op haar naam te schrijven. Hoewel al die podiabezoeken nauwelijks passen in haar drukke schema, blijft ze ervan genieten. “Elke keer heb ik er hard voor moeten werken.” Na zes onderdelen op het Daikin NK Inlineskaten heeft Lianne van Loon vijf gouden medailles verzameld. Alleen op de 200 meter moest ze het goud overlaten aan Lataesha Narain. In totaal staat de Goudse aan de start van alle negen onderdelen op het nationale titeltoernooi. “Ik heb geen besef van tijd meer. Het gaat de hele dag door. Net kreeg ik de vraag hoe vaak ik op het podium gestaan had, maar ik wist het echt even niet meer.”
Van Loon leeft van race naar race. “Ik blijft altijd kritisch, maar die verbeterpunten zoek ik wel na het weekend. Nu moet ik zoveel afstanden achter elkaar rijden. Ik focus me vooral op blijven eten en drinken. In het verleden had ik daar altijd moeite mee. De laatste jaren probeer ik daar strikter in te zijn, want ik moet op zulke dagen genoeg binnenkrijgen. Anders is er op de laatste puntenkoers weinig meer van me over.” Het tijdschema staat niet vast, dus eet de 23-jarige inlineskatester haar pasta zodra ze de mogelijkheid krijgt.