De gekte voor het inlineskaten is groot in Colombia. De sport heeft talloze fans en krijgt veel media-aandacht. Van de huidige WK-selectie is Dijkstra de enige die al eens in Colombia is geweest. Bij zijn eerste bezoek, tijdens de World Games in 2013, bleven medailles buiten handbereik. Toch kon Dijkstra aanschuiven bij een prominente talkshow. Hoewel het er vanwege het drukke programma niet van kwam, tekent het wel de populariteit van de sport in het Zuid-Amerikaanse land dat een relatieve nobody als Dijkstra op televisie kon aanschuiven.
De ervaring van Dijkstra zette hem ertoe aan om na 2013 nog twee keer terug te keren naar het land. “Alleen in Colombia is het inlineskaten zó groot”, klinkt het enthousiast. “Als je erheen gaat om te trainen, is het een heel andere belevenis dan bij een WK. De clubs zijn zo groot, je gaat mee met de cultuur en de mensen. Ze zijn daar heel gastvrij.”
“Het is altijd fijn om er te zijn”, vervolgt Dijkstra. “Ik heb er kneiterhard getraind en elke keer was het een mooie tijd. Het is heel anders dan in Nederland. Je traint er veel en vaak op de skeelers. Er staan soms wel tweehonderd man op de baan. Je krijgt zoveel skeelergevoel mee als je daar bent.” Dankzij zijn belevenissen heeft de 29-jarige atleet zijn ploeggenoten voorafgaand aan hun reis naar Zuid-Amerika vast een voorproefje kunnen geven van het skeelerland bij uitstek.
Acht jaar na het laatste grote evenement keren ’s werelds beste inlineskaters terug naar het hart van de sport. Vanaf zaterdag barst het WK los in Ibagué, de muzikale hoofdstad van het land. De Nederlanders kunnen haast niet wachten om zich te begeven in de inlinegekte, al zullen ze er wellicht niet veel van meekrijgen. “Tijdens een WK kun je niet veel van een land zien. We zijn ook vrij kort van tevoren erheen gegaan, dus dat is wel jammer. We hebben wel een busrit van Bogota naar Ibagué van vier uur dwars door de rimboe. Alleen dat is al een mooie belevenis”, aldus Dijkstra.
Tijdens het WK van aankomende week worden de zeven Nederlandse inlineskaters ondergedompeld in een stukje Colombiaanse skeelercultuur. Dijkstra weet nog goed hoe het er in 2013 in Cali aan toeging. “Iedere dag zat er 7000 man met vlaggen. De tribunes waren elke keer vol.” Het coronavirus zorgt nog wel voor enige beperkingen in de hoeveelheid publiek die er nu bij kan zijn, de beschikbare kaarten zijn allemaal uitverkocht, verwacht Dijkstra. “En als ik tijdens mijn rust in mijn hotelkamer zit, kan ik ook gewoon live op televisie meekijken.”
De verwachtingen van het WK zijn in het thuisland dan ook hooggespannen. Net als bij de afgelopen tien edities moet de Colombiaanse selectie het meeste goud ophalen. Met oud-kampioenen als Edwin Estrada, Pedro Causil, Daniel Zapata, Geiny Pajaro en Fabriana Arias is er aan toppers geen gebrek. “Zij verdienen hun brood in de sport en kunnen hun gezin ermee onderhouden”, vertelt Dijkstra. “Als je als Colombiaan wereldkampioen skeeleren wordt, ben je gewoon een held. Het skeeleren is daar nog groter dan het schaatsen in Nederland. Het zit daar in hun vezels.”