Sjinkie Knegt in actie tijdens het NK Shorttrack

“Ook al heb je je nog zo goed voorbereid en nog zo hard getraind, als je materiaal op het moment suprème niet goed is, dan win je niet.” Dave Versteeg, trainer van Jong Oranje en de opleidingsploeg, is ervan overtuigd dat het materiaal een groot verschil kan maken voor een shorttracker. “Schaatsen is een gevoelssport, het komt dus aan op kleine details.”

Volgens Versteeg zijn vooral de bochten bepalend voor het afstellen van de schaatsen, omdat een shorttracker daar grote krachten te verduren heeft. “Een shorttracker is altijd bezig met het opzoeken van druk in de bochten. Je wilt grip hebben, dat maakt het comfortabel en geeft vertrouwen.” Om de kleine bochten op hoge snelheid te kunnen houden moet je goed in de bocht hangen. Daardoor is er maar een klein contactpunt tussen het ijzer en het ijs. Door de schaatsen met de bocht mee te buigen (kromming) ontstaat er een groter contactpunt en meer grip in de bocht. Bovendien zorgt de kromming ervoor dat je makkelijker kan sturen.

Op welke ronding en kromming een schaatser rijdt is per persoon verschillend, afhankelijk van de techniek en wat de schaatser prettig vindt. Bij de afstelling van de schaats wordt uitgegaan van de maximale snelheid en de kromming wordt aangepast aan de ronding. Hoe meer kromming een ijzer heeft, des te groter wordt het contactoppervlak van het ijzer bij een grotere hanghoek, wat resulteert in meer druk voor de schaatser in de bocht. De ene shorttracker heeft voorkeur voor meer kromming, de ander rijdt liever op een wat rechter ijzer. “Hoe groter het contact van het ijzer met het ijs in de bocht, hoe meer kracht je nodig hebt om de afzet te kunnen maken. Of je dat kan en prettig vindt, is per persoon verschillend.”

Soms worden de schaatsen aangepast aan de omstandigheden. “Iedere ijsbaan is anders qua ijs, een kwestie van goed voelen. Soms heb je te weinig of juist te veel druk”, vertelt Versteeg. “Je weet dat de kromming goed is, met de positie van het ijzer onder de schoen kun je spelen. Om meer druk te krijgen kun je je ijzers wat meer de bocht in plaatsen.”

Zelf ging Versteeg wel eens verder. Zo schaatste hij jarenlang op gradenpotjes en reed hij tijdens de Olympische Spelen in Nagano, waar hij als wereldrecordhouder op de 500 meter aan de start verscheen, zelfs op schuin geslepen ijzers. “Ik kon absoluut geen grip krijgen op het ijs daar, ik kon mijn kracht niet kwijt en schoot de bocht uit. Door mijn ijzers schuin te slijpen kreeg ik meer grip.”

De eigenschappen van hun schaatsen kunnen rijders, wanneer ze de verschillende technieken beheersen, in hun voordeel gebruiken tijdens wedstrijden. Op shorttrackschaatsen kun je op de voorkant en op de achterkant van het ijzer draaien. Voorop heeft als voordeel dat je makkelijker en krapper kunt sturen, maar veroorzaakt wel snelheidsverlies. “Shorttrack is geen tijdsport, het is niet altijd belangrijk om je snelheid te houden”, aldus Versteeg. “Na een inhaalactie kun je je positie verdedigen door krap uit te sturen voorop je schaats. Het snelheidsverlies is dan ondergeschikt aan de verdediging van je positie.”

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

“Eigenlijk heb ik één basis waarop ik schaats, of dat nou in Heerenveen is of in Salt Lake City maakt voor mij niet uit”, vertelt Sjinkie Knegt, die in tegenstelling tot een aantal ploeggenoten weinig aan zijn schaatsen verandert. Wat betreft de positie van de ijzers onder zijn schoenen, houdt Knegt zijn ijzers het liefst zo neutraal mogelijk. “Als mijn mes meer naar binnen staat, krijg ik veel te veel druk. Hoe meer het mes in het midden staat, hoe beter.” Om te voorkomen dat zijn schoen het ijs raakt, staat Knegt dan ook liever wat hoger op zijn ijzers. Daarbij komen zijn vaardigheden in het fijnmetaal goed van pas. “Er waren geen hogere potjes te krijgen, dus heb ik zelf plaatjes gemaakt. Meerdere rijders uit het team rijden daar nu op.”