Harrie Janssen uit Deventer is inmiddels al zo'n 22 jaar starter bij schaatswedstrijden. Ooit begon hij als starter bij clubwedstrijden en nu staat hij te boek als 'starter voor internationale wedstrijden'. Zelf had hij dit eerlijk gezegd nooit verwacht. "Als iemand verteld had dat ik internationaal starter zou worden, had ik mijn buik moeten vasthouden van het lachen." Het was nooit een doel vooraf, maar wanneer hij als starter voor de Olympische Spelen gevraagd zou worden, zou hij geen 'nee' zeggen. "Ik zou dat natuurlijk wel erg leuk vinden om te doen."

Sinds wanneer doe je vrijwilligerswerk bij het schaatsen?

"Dat gaat zo'n 25 jaar terug toen ik lid werd van schaatsvereniging Sportief Oost Nederland. We zijn een klein clubje, maar we bestaan nog steeds. Ik ben eerst begonnen met schaatsen, maar ik was eigenlijk al te oud om echt wat te kunnen betekenen. Vandaar dat ik me ben gaan richten op de schaatsschool. Ik heb daar ongeveer tien jaar lesgegeven aan jeugd en volwassenen, aan iedereen die wilde schaatsen maar niet wedstrijdgericht. In het begin deed ik dat zonder opleiding, maar later heb ik die wel gevolgd."

Hoe ben je starter geworden?

"Voor wedstrijdjes van onze vereniging werd altijd een starter ingehuurd en toen heeft men mij gevraagd of ik dat niet wilde gaan doen. Dat vond ik wel goed. Maar je mag van de KNSB niet zomaar starter worden, dan moet je eerst een algemene jurycursus volgen. Daarna heb ik mijn startersopleiding gedaan en toen was ik clubstarter."

"Vervolgens werd ik het jaar erop al voor het gewest gevraagd en mocht ik al vrij snel gewestelijke kampioenschappen doen. Dat vond ik ook best wel leuk. Ik heb dat jarenlang zonder de juiste papieren gedaan, maar ben uiteindelijk wel de opleiding gewestelijk starter gaan volgen. Omdat er ook landelijk te weinig starters waren, werd ik ook hiervoor gevraagd. In het seizoen 2006/2007 heb ik de landelijke opleiding gevolgd. Als landelijk starter ging ik naar Haarlem, Eindhoven, Groningen en ook naar onze eigen baan in Deventer. Het werd allemaal wat spannender en ik was echt hele weekenden weg."

Merkte je meer dat het écht ergens om ging?

"Het fanatisme is eigenlijk op alle niveaus hetzelfde. Dat moet je op clubniveau niet onderschatten. Het verschil is alleen dat clubrijders minder snelheid hebben. Maar wanneer je iemand hetzij op landelijk hetzij op gewestelijk niveau moet diskwalificeren is de teleurstelling hetzelfde."

Je moest vanaf toen het hele land door om te starten. Dat had je er wel voor over?

"Ik was in die begintijd nog vrijgezel en naast dat ik nog altijd schaatsles gaf, was ik ook schaatscoördinator voor de cursisten en de docenten geworden. Op een gegeven moment heb ik toch de knoop doorgehakt dat ik alleen zou doorgaan met het starten. Sommige starters op internationaal niveau stoppen ook met clubwedstrijden, maar die doe ik nog wel. Ook al betekent het dat ik in het schaatsseizoen bijna elk weekend wel een wedstrijd heb, vind ik dat nog steeds heel leuk om te doen. Maar het heeft ook z'n keerzijde. Inmiddels ben ik getrouwd en vader geworden en ik heb thuis dus ook een achterban. Ik vind het zelf allemaal wel leuk om te doen, maar ik moet nu ook aan andere mensen denken. Dus wanneer ik met kerst weg ben, is dat niet altijd leuk."

Schaatsers rijden graag in een uitverkocht Thialf. Geldt dat ook voor jou als starter?

"Ja, dat denk ik wel. Die ambiance met zo'n joelende menigte is natuurlijk totaal anders dan een gewestelijk wedstrijd in kou, regen en wind met alleen ouders, vriendjes en vriendinnetjes langs de kant. De spanning en ook de druk wordt dan toch hoger."

 Harrie Janssen (links) met zijn collega-starters | Foto: Martin de Jong

Kun je daarmee omgaan?

"Ja, dat weet je nooit van tevoren. Dat is de uitdaging. Voor jezelf ga je steeds een stapje hoger en probeer je die barrière te doorbreken. Als starter doe je het niet vaak goed, want de een had je wel en de ander had je niet moeten diskwalificeren. Maar daar moet je je niets van aantrekken. Je moet altijd recht door zee gaan en jouw waarneming is bindend. Daar heb ik geen moeite mee. Het gaat erom dat je tijdens zo'n belangrijke 500 meter in een vol Thialf dezelfde concentratie en dezelfde vaste hand kunt houden als tijdens clubwedstrijden. Tot op heden gaat dat bij mij nog vrij goed."

"Ik vind het fantastisch dat ik al zoveel mooie wedstrijden heb mogen doen. Naast bijvoorbeeld het KNSB Kwalificatie Toernooi in Thialf tijdens de kerst, waar de vonken er van af vlogen, mocht ik ook starten op de Coolste Baan in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Dat zijn gewoon heel mooie momenten en die koester ik."

Wat maakt het 'starten' zo mooi voor jou?

"Dat is de kick wanneer je die rijders, met name op de sprintafstanden, ziet wegrijden."

Juist met de sprint is de start erg belangrijk.

"Dat klopt. En ik kan aardig constant schieten. Dat heeft te maken met de tijdsintervallen, die moeten constant zijn en dat gaat mij aardig af. Daar krijg ik meestal wel een goede feedback over."

Van wie krijg je die feedback?

"Van collega starters. Tijdens het KKT waren we bijvoorbeeld met vier starters en dan geef je elkaar feedback. Wanneer de een starter is, staat de ander met een stopwatch en let op de tijdsintervallen. Soms is er meteen nadat de rijders zijn weggeschoten even kort overleg of het gelijkmatig gaat of niet. Dus dan krijgen we die feedback vaak al tijdens de wedstrijd."

Heb je ooit wel eens problemen gehad na een diskwalificatie?

"Nee, nog nooit. Ik hou mezelf voor 'de starter maakt niet de fout, maar de rijder'. Meestal weet de rijder dat zelf ook wel. Tijdens de IJsselcup van afgelopen seizoen, de eerste belangrijke wedstrijd en tevens selectie voor het NK afstanden, startte ik de jongens. De druk lag erg hoog en ik had niet één correcte start. Elk paar had wel een valse start en ik had drie diskwalificaties. Dat was wel heel erg veel. Maar daar moet je je als starter niks van aantrekken. Dat is nu eenmaal zo. Het eerste wat je leert als starter is dat je daar staat ten dienste van de rijder en je controleert de naleving van het reglement."

Wat is voor jou de voldoening van dit vrijwilligerswerk?

"Dat ik telkens op een hoger niveau kom. Ik ben begonnen als clubstarter en dan ga je een stapje hoger met de vraag 'lukt me dat?'. Het geeft voldoening om van jezelf te zien dat je het kunt en dat het goed gaat. Op dit moment kan ik nog één stap maken door de ISU A-status te halen."

Wat doet een starter in de zomer?

"Veel tijd aan z'n gezin besteden. Dat meen ik echt en dat vind ik ook heel erg belangrijk. Binnenkort heb ik nog wel een etentje van het gewest, omdat ik het leuk vind om te blijven volgen wat zich in het gewest afspeelt. Maar verder hou ik me momenteel weinig met sport bezig. Dat begint straks in oktober, tijdens de herfstvakantie, weer. Dan krijg ik de lijstjes met programma's voor het komende schaatsseizoen weer toegezonden."

Wat doe je in het dagelijks leven?

"Ik werk voor een netbeheerder, die ons voorziet van elektriciteit en gas. Ik zorg ervoor dat alle elektriciteitsmeters goed blijven draaien. Dat heeft dus helemaal niks met schaatsen te maken."

Schaats je zelf ook nog?

"Nee, eigenlijk helemaal niet meer. Wanneer ik naar de ijsbaan ga, is het om te starten bij een wedstrijd. Ik ben van plan om dat nog wel een aantal jaar te blijven doen. Zeker wanneer die progressie er is."

Welke vrijwilliger(s) wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl