Mee, mee, mee met haar! Dat schreeuwde Angel tegen zichzelf in volle finale van de 1000 meter op dag 2 van de World Cup, waarop ze Miho Takagi buitengewoon goed partij gaf. Ja, ze wilde wel, want dat is altijd haar streven, maar dit was de Japanse koningin van de middellange afstand, en zij de prinses. Dus, verschil mag en mocht er zijn. Aan de streep bleek dat te verwaarlozen: 1.14,62 om 1.14,91. Daleman hengelde met die tijd opnieuw een bronzen medaille binnen. Het kon niet op.

De verbazing over wat deze spring-in-’t veld presteert zal nog wel even aanhouden. Slechts Dave Versteeg, de coach op wie ze al jarenlang leunt en met wie ze leest, schrijft, huilt en lacht, is de verwondering allang voorbij. Dat brons van zaterdag had hij niet voorspeld, maar de tijd die erbij hoorde bijna tot achter de komma. "1.14 hoog zei ik vanmorgen", vertelde de geboren Delftenaar glunderend. "Op het World Cup Kwalificatietoernooi in Thialf zat ik eveneens goed, met m'n 1.15,1."

Ondertussen riep Angel in Azië voortdurend dat ze zelf niet begrijpt wat er allemaal met en rond haar gebeurt. Ergens beseft ze natuurlijk dondersgoed waar al die persoonlijke records vandaan komen. Haar talent en werklust zijn al zo veel bewierookt. Plus: als er niets belangrijkers is in het leven van rijden en glijden over ijs, en je kunt vertrouwen op mensen die daarin helemaal meegaan, klauter je vroeg of laat naar toppen die anderen (nog) niet kunnen bereiken. In Angels geval is het extreem vroeg.

Ze scheelt nu een jaar met Antoinette Rijpma-de Jong, ook zo’n rijdster voor wie al op jonge leeftijd de schaatskassa rinkelde. De Friezin had misschien als 17-jarige nog geen plak bemachtigd, maar ruim voordat ze de negentien aantikte, ontving ze brons (drie kilometer in Salt Lake City) en twee dagen later hing er goud (team pursuit) om haar nek. Het knappe van de inmiddels dertiger, die een tiende van een seconde sneller was op de 1000 meter dan Daleman en zilver won, gaat ook schuil in een ander feit: Rijpma stopte sindsdien nooit met scoren. Met het vergaarde goud, zilver en brons zou ze onderhand een kruiwagen uit haar paardenstal kunnen vullen.

“Ik vind het superleuk voor haar. Het is weinigen gegeven op hun zeventiende al de World Cup in te duiken. Ik heb dat ook meegemaakt, dus ik zie de gelijkenis wel. Angel is alles nog aan het ontdekken. Ik zat destijds in Jong Oranje, zij heeft een heel team om zich heen, wat mooi en waardevol is om verder te groeien en beter te worden.”

Dat laatste geldt in zekere zin voor Rijpma, die de tweede plek veiligstelde via een knalharde slotronde (29,07) waar niemand aan kon tippen. “Dat is mijn kracht, hè”, reageerde ze. “Dikwijls kom ik als elfde door en moet het laatste rondje veel compenseren. Ontzettend fijn dat het zo lukte. Een beetje de 1000 meter rijden zoals Jutta Leerdam dat kan. Ik sluit deze twee wereldbekers prima af en daar ben ik blij om. Nu toewerken naar het EK Allround, dat is het volgende doel. Daarna zullen we kijken welke kant ik op wil, al moet ik ervoor waken dat ik niet alles half aanpak.”

De uitslagen van dag 2 staan hier

Podium 1000 m WC 2
Antoinette Rijpma-de Jong (l), Miho Takagi en Angel Daleman: de routine, het doorzettingsvermogen en de toekomst. | Foto: Orange Pictures/ Andre Weening