Mulder kende een uiterst succesvol seizoen. De in Zwolle geboren schaatser veroverde in januari in Nagano zijn tweede wereldtitel sprint en bij de Spelen in Sotsji greep hij het eerste Nederlandse olympische goud ooit op de 500 meter. Op de 1000 meter pakte hij vervolgens ook nog brons.
Ondanks dat ook Sven Kramer, Jan Blokhuijsen en Koen Verweij het seizoen kleur gaven, is de prijs voor Mulder volgens juryvoorzitter Ab Krook meer dan terecht. "Vorig seizoen won hij alleen de wereldtitel. Hij deed dat dit seizoen gewoon nog een keer en vervolgens was hij ook op de Spelen top. Als je erbij optelt dat de concurrentie op de sprint een stuk groter is dan in het allroundschaatsen of op de stayerafstanden, dan komt Michel automatisch bovendrijven", zegt hij tegenover De Telegraaf.
Coach Gerard van Velde reikte de prijs uit aan zijn pupil Mulder. "Zes jaar geleden zijn we begonnen, ik had niet kunnen voorzien dat je zo ver zou komen. Je reed 34,31 in Thialf, werd Nederlands kampioen sprint, wat je nog nooit was geweest. Je won het WK in Nagano. En in Sotsji heb je een droom van mij en vele sprinters in Nederland met mij verwezenlijkt. Ik mocht daarbij op de kruising staan. Het was geweldig."
Bij de vrouwen ging de Ard Schenk Award naar Ireen Wüst. De kersverse wereldkampioene allround won de prijs voor de zesde keer en voor de vijfde maal op een rij.
Wüst won in de afgelopen jaargang naast het Essent ISU WK Allround ook het EK Allround. Op de Spelen ging de Brabantse met vijf medailles aan de haal. Goud was er op de drie kilometer en de ploegenachtervolging en ze kreeg het zilver omgehangen bij de 1000-, 1500-, en 5000 meter. Met een totaal van acht medailles is Wüst nu de succesvolste Nederlandse olympiër aller tijden.
Net als bij Mulder is de prijs voor Wüst volgens Krook niet meer dan logisch. "Zij was dit jaar buitencategorie. Ireen is op weg de allerbeste schaatsster ooit te worden. Natuurlijk heeft ze ook mindere jaren gehad, maar je bent een grote topper als je van een dergelijke dip weet terug te komen. Ik kijk nu al uit naar volgend seizoen als ze nieuwe uitdagingen aangaat."
Krook vindt de suggestie dat de suprematie van Wüst een gevolg is van het gebrek aan tegenstand bovendien onzin. "Daar doen we Ireen in mijn ogen tekort mee. Ook als er dit seizoen hele sterke tegenstandsters waren opgestaan, was Ireen nog steeds absolute top geweest."
De award voor Wüst kwam uit handen van haar coach Geert Kuiper. "In 2006 zei je tegen me: 'jij bent de man die mij gaat leren sprinten'. En laat de 500 meter nu juist de enige afstand zijn die je niet gewonnen hebt. Ik heb dus gefaald", grapte Kuiper. "Maar het is een enorme eer om hier te staan. Je bent als mens gegroeid en dat is de mooiste waarde om mee te nemen. En ook al ontvang je deze prijs niet voor het eerst, je hebt hem wel hartstikke verdiend."
De Egbert van 't Oever aanmoedigingsprijs voor het langebaantalent van het jaar viel ten deel aan Kai Verbij. De rijder van Jong Oranje liet zich in de afgelopen jaargang onder meer van zijn beste kant zien bij de WK Junioren. In het Noorse Bjugn veroverde hij afstandstitels op de 500- en 1000 meter en pakte hij het zilver op de schaatsmijl.
Sjinkie Knegt en Jorien ter Mors | Foto: Neeke Smit
Sjinkie Knegt en Jorien ter Mors werden tot shorttracker van het jaar gekroond en mochten de Peter van der Velde Bokaal in ontvangst nemen. Suzanne Schulting werd uitgeroepen tot talent van het jaar.
Knegt schreef in Sotsji historie door als eerste Nederlandse shorttracker een olympische medaille te winnen (brons op de 1000 meter) en werd in Montreal samen met Daan Breeuwsma, Freek van der Wart en Niels Kerstholt wereldkampioen op de relay, waardoor de gouden shorttrack-generatie uit de periode 1986-1990 eindelijk opvolging kreeg op dit shorttrack-onderdeel.
Ter Mors werd 'dubbel' Europees kampioen in Dresden. Ze pakte haar eerste individuele titel en prolongeerde met de damesploeg het goud op de relay. Ook bij de Winterspelen in Sotsji en het WK in Montreal was ze, ondanks het missen van medailles, veruit de beste Nederlandse shorttrackster.
Het afgelopen seizoen gaat voor Ter Mors echter vooral de boeken in vanwege de twee gouden plakken die ze in Sotsji veroverde op de langebaan. De Enschedese mag zich olympisch kampioen noemen op de 1500 meter en de ploegenachtervolging. Die resultaten telden echter niet mee voor deze prijs.
Crispijn Ariëns en Manon Kamminga| Foto: Neeke Smit
Ook de marathonprijzen, oftewel de Dick van Gangelen Trofees, werden uitgereikt. De sporters, die uit drie genomineerden moesten kiezen, kozen bij de dames Mariska Huisman, die onder meer het Open NK op natuurijs op de Oostenrijkse Weissensee won, als marathonschaatsster van het jaar.
Bij de mannen kreeg Jouke Hoogeveen de felbegeerde prijs. BAM (heren) en MK Basics (dames) werden net als een jaar geleden tot beste ploegen van het jaar gekroond. Sharon Hendriks en Simon Schouten kregen de Willem Poelstra Trofee voor talent van het jaar.
Hoewel het inline-seizoen al weer voor de deur staat, werden ook de jaarprijzen inline-skaten 2013 vergeven. Bij de dames was het niet moeilijk te bepalen wie die in ontvangst mochten nemen. Manon Kamminga was met afstand de grootste gouddelver in het afgelopen seizoen met liefst zeven Europese titels bij het EK in Almere.
Bij de mannen was de keuze moeilijker. De wereldtitel die Crispijn Ariëns op het WK in Oostende pakte op de marathon gaf de doorslag. Sinds de jeugdjaren van Erik Hulzebosch en Jenita Smit (later Hulzebosch-Smit), en dan hebben we het over 1992, had Nederland niet meer om de medailles op de marathon meegedaan op een WK. Met andere woorden: de prestatie van Ariëns in Oostende was bijzonder.
Annemarie Boer ontving de prijs voor het inline-skatetalent van het jaar terwijl Chanel den Olden de KNSB Talentenprijs Kunstrijden uitgereikt kreeg.
Sharon Hendriks, Suzanne Schulting en Annemarie Boer | Foto: Neeke Smit