Voor de goede orde: hij werd zaterdag op de Jaap Edenbaan derde in een veld van 91 gestarte rijders met een B-nummer op hun been. Daar is niks mis mee, die belofte-mannen reden de honderd ronden ook makkelijk binnen een uur weg, en kwamen zo tot een gemiddelde snelheid van ruim 42 km/uur. Je kunt dus stellen dat er serieus was door gekacheld. Van Damme, 21 jaar jong en afkomstig uit het dorp waar men oneindig trots is op de mosselen (Yerseke), had het dan ook zelf niet verwacht zo ver te komen. “Na een rondje of vijftig zou ik er af liggen, was m’n gedachte van tevoren. Want wat had ik nou getraind de afgelopen maanden?”
Dat staat in de inleiding. Niet veel, of beter, bar weinig. Maar dat heeft z’n redenen. Van Damme kon niet veel meer doen na het ‘ongemak’ dat hem al veel langer parten speelde, maar lang zelfs niet door erkende specialisten werd herkend: een knik in de liesslagader. Daarover wat verderop meer. Eerst de aanloop naar de ellende die voor hem begon in de aanvangsfase van vorig seizoen – oktober 2023. Bedankt voor bewezen diensten in een winter bij de marathonploeg van Jumbo-Visma was de Zeeuw tevreden dat er een stek overschoot in de zogenoemde Talentenploeg, een vangnetteam van de KNSB voor schaatsers uit de Topdivisie die geen onderdak hadden gevonden. Wat hij ook probeerde, hoe hard hij ook had getraind, zodra het startschot klonk, veranderde Van Damme echter in een hulpeloze figurant.
Ja, zijn scheenbeen zeurde regelmatig. Een rare, niet te definiëren pijn waar de dokter ook geen raad mee wist. Het zat hem dwars, het groeide uit tot frustratie en de Marathon Cup was pas aan de inleidende beschietingen toe toen Van Damme besloot dat het genoeg was. “Ik had geen plezier meer in het schaatsen, wist niet wat ik mankeerde en na de derde wedstrijd, in Heerenveen, was ik klaar. Van december '23 tot begin juli van dit jaar heb ik vrij weinig gedaan. Geen motivatie. Steeds mezelf afvragen wat ik had. Uiteindelijk liet ik me opereren aan dat scheenbeen, zonder dat het hielp, bleek al snel. Want ging ik een stukje hard fietsen, dan verzuurde mijn hele been. D’r moest iets anders aan de hand zijn.”
Hij bleef als een speurneus zoeken naar een oorzaak. Door stom toeval kreeg hij een ingeving. “Mij schoot het verhaal van Antwan Tolhoek, een profwielrenner bij mij uit het dorp, te binnen. Die had een geblokkeerde slagader in zijn been, dat bij elke inspanning verzuurde omdat er te weinig bloedtoevoer was. Dankzij een operatie werd dat verholpen. Ik deed navraag bij hem over de ingreep. Naderhand zag ik ergens een lijstje met symptomen van die aandoening, en het viel me op dat er veel van toepassing waren op mijn situatie. Via Antwan kreeg ik het nummer van de arts die hem had geholpen. Ik belde die man, kon langskomen en er volgden de nodige onderzoeken. Er bleek een knik van tachtig graden in mijn liesslagader te zitten. Topsport was daarmee niet meer mogelijk, terwijl ik dat nog steeds wilde. De operatie was risicovol en duur, maar gelukkig werden die kosten (25.000 euro, red.) vergoed door de verzekering.”
Oorspronkelijk stond de medische klus gepland voor eind augustus, begin september. “Daar baalde ik van. Op die manier zou de helft van het schaatsseizoen al voorbij zijn wanneer ik zou kunnen instromen. Er staan negen weken voor het herstel, waarin je die ader en dat been niet mag belasten. Ik had een meevaller: op de dag dat ik terugkeerde van vakantie werd ik gebeld met de mededeling dat de operatie een week later kon gebeuren. Kijk, dacht ik meteen, dan kan ik misschien toch op tijd in vorm zijn voor het marathonseizoen. Ik zal vast een flinke trainingsachterstand hebben, maar dat zie ik dan wel. Als de ijsbanen opengaan, kan ik weer schaatsen.”
Tussen 16 juli, de dag van de ‘reparatie’, en de start op de Jaap Edenbaan vorige zaterdag (19 oktober) zitten 96 dagen. 63 ervan kon en mocht Arjen niets, maar op de vijfde dag dat hij groen licht had, trok hij met twee makkers naar Thialf. Tussen de liefhebbers schaatsten ze hun baantjes. Een week nadien was Van Damme te vinden op de Vechtsebanen in Utrecht, een uitwijkmogelijkheid aangezien zijn thuisbaan (Breda) nog geen ijs had. “Dat complex is twee weken terug geopend, sindsdien train ik er twee keer per week. Een keer of zes had ik gereden toen ik zaterdag naar Amsterdam ging. Lijkt me logisch dat je dan geen hoge verwachtingen hoeft te hebben van de eerste marathon…”
En daar was-ie, terug op de ijzers met een derde plaats, achter winnaar Kevin van der Horst en Daan Berkhout (tweede). Als eenmansploeg skate@sea, vernoemd naar de schaatswinkel van een vriend die hem bij wijze van sponsoring in een nieuw schaatspak heeft gestoken. “Haha, de resterende kosten van mijn sport betaal ik allemaal zelf.” Twee dagen na zijn prestatie in de beloftedivisie genoot hij nog na. Die operatie was het nu al waard geweest. “Hiervoor heb ik het gedaan. Ik ben pas 21 en wil het nog een keer proberen: terugkeren naar de Topdivisie.”