Een schreeuw na de finish; Bart Hoolwerf voelde de ontlading in zijn lichaam nadat hij voor de eerste keer deze winter als eerste de finish over was gekomen. Het was zijn ploeggenoot van Reggeborgh Casper de Gier die vier rondes eerder het tempo hoog had gehouden en daarmee voorkomen had dat andere rijders een aanval plaatsten. Vervolgens had Evert Hoolwerf de sprint aangetrokken voor zijn broer. In de voorlaatste bocht had Harm Visser de groene mannen gepasseerd. “Op dat punt is hij heel sterk”, oordeelt Hoolwerf na afloop. “Ik moest mijn rust bewaren, de aansluiting vinden en zorgen dat ik een heel scherp laatste stuk zou rijden. Dat lukte gelukkig.”

Hoewel er geen grote prijzen te verdienen zijn tijdens deze mass starts en ze niet tellen als kwalificatiemomenten, is Hoolwerf erg blij met zijn overwinning. “Vorig jaar had ik weinig zeges. Ik wil deze winter het gevoel van winnen terug. Vandaag is de bevestiging. Ik heb deze zomer hard getraind en kan veel vermogen leveren, waardoor ik wist dat ik snel was. Bij de langebaan kun je uit die gegevens veel informatie uit halen, maar dit is een man-tegen-man gevecht. Er komt tactiek bij kijken: ga ik de sprint op 800 meter aan of op 500?"

"Op dit moment ben ik zoekende. Ik had de laatste weken nog niet op volle snelheid getraind in de krappe binnenbochten. Het was aftasten hoe dat zou voelen. Tijdens de race had ik een paar instabiele momentjes in de bochten, maar mijn slotronde van 24,0 was prima. Goed te zien dat ik deze snelheid al in de benen heb. Alleen moet het nog wel sneller.”

Daarbij was het extra mooi dat Hoolwerf toonde dat hij in de directe sprint sneller was dan Harm Visser, al was het verschil op de meet slechts acht honderdsten. “Vorige winter waren we ook heel close. Tijdens dit soort wedstrijden is het stuivertje wisselen. We hebben allebei internationale ambities, het geeft mij een lekker gevoel dat ik hem nu voor was. Uit ervaring weet ik wel dat de World Cups een ander type races zijn, vaak harder en onvoorspelbaarder. Harm kan daar ook goed uit de voeten. Waar hij sterkere bochten heeft, ben ik de beste op de rechte stukken. We hebben onze eigen kwaliteiten en op de streep ontlopen we elkaar weinig.”

Bart Hoolwerf en Harm Visser op de finish af
Bart Hoolwerf komt met machtige slagen voorbij Visser (in het roze). | Foto: Neeke Smit

Het blijft gissen welke plannen bondscoach Rintje Ritsma heeft op de mass start, ook voor Hoolwerf zelf. Marathon Cup-winnaar Harm Visser, die tijdens het WK Junioren van 2020 zijn laatste internationale mass start reed, wil in het pre-olympisch seizoen ontdekken waar hij staat ten opzichte van het internationale veld. Of blijft Ritsma vertrouwen op Bart Hoolwerf, die afgelopen winter met Marcel Bosker steeds de voorkeur kreeg, een World Cup op zijn naam schreef, maar ook meerdere keren in het gedrang kwam?

De derde optie is het sprintduo samen op te laten treden. “Die kans is best reëel. Ik denk dat Harm en ik samen wedstrijden kunnen winnen in de World Cup. Als je met twee sprinters gaat rijden, moet je wel een heel ander wedstrijdplan hebben. De Italianen laten dat zien, met Giovannini en Di Stefano hebben ze eveneens twee afmakers. Maar ik zou het ideaal vinden als de sprinter zich kan focussen op de laatste rondes en dat zijn ploeggenoot de wedstrijden controleert, zoals Marcel dat afgelopen jaar deed.”

Hoolwerf hoopt op een duidelijk plan van Ritsma en gelooft niet in het uittesten van verschillende teams komende winter. “Met de twee divisies en de klassementen in de World Cups is het lastig mensen in te schuiven. Nieuwe rijders beginnen in de B-groep en moeten daar eerst promotie zien af te dwingen voordat ze veel punten kunnen binnenhalen. Voor het WK hebben we in het wereldbekerklassement twee rijders bij de beste 24 nodig, waardoor het verstandig is dat de opgestelde schaatsers aan alle World Cups meedoen.”

Mocht Hoolwerf niet geselecteerd worden, is hij heel realistisch: “Dan ga ik het volledige marathonseizoen meedoen. Ik heb er dit jaar meer op getraind, omdat ik door het pittige World Cup-schema met jetlags en lange reizen veel had ingeleverd op de marathon. Ook als ik me wel kwalificeer, zal ik vaker op zaterdagavond aan de start staan.”

Dat lot ligt in de handen van de bondscoach. Voordat hij zijn oordeel velt, hebben de mannen nog twee mass starts om zichzelf te bewijzen.

Vlaamse Sandrine Tas alle Nederlandse vrouwen te snel af

Al vroeg in de wedstrijd pakte Sandrine Tas alleen de kop in de vrouwenrace. Rondenlang kon ze voor het peloton uitblijven. De concurrentie kwam te laat en daardoor pakte ze haar tweede podiumplek van het seizoen, na de tweede plaats die ze behaalde tijdens de eerste mass start. Esther Kiel was zondag de beste in de sprint en troefde haar oud-teamgenote Elsemieke van Maaren af.