Er waren nog tien rondjes weg te buffelen. Crispijn Ariëns keek eens achterom en zag dat het goed was, plaatste de punten van zijn schaatsen wat naar rechts en draaide weg, richting buitenkant van de baan. Het peloton, of wat ervan over was gebleven, kachelde verder, wetend dat een massasprint niet meer was te voorkomen. En Ariëns legde zijn ellebogen op zijn benen, om langzaam voorovergebogen, glijdend te arriveren aan de overzijde van het ijs waar het merendeel van ploegleiders in spanning toekeek hoe de finale zich zou ontvouwen.
Hij, de nestor van de groene brigade Reggeborgh, wist bijna zeker dat het goed zou aflopen. Zoals hij tevreden kon zijn over de uitvoering van zijn cruciale taak gedurende de slotfase. Want als er iets is waarin de geboren Brabander nog wekelijks kan uitblinken, is het de ontmanteling van een kopgroep.
Hij trapte zijn kickstarter in op ronde 100. In de verte reden de avonturiers, onder wie ploegmaat Evert Hoolwerf. Het effect was direct zichtbaar: meter voor meter slonk de afstand tot de eersten, terwijl je aan het bewegingsritme van Ariëns echt niet kon zien of het werkelijk zoveel sneller ging bij de achtervolgers. De diesel van Reggeborgh maalde rustig door, vooraan brak de paniek uit en op het moment dat de elektronische klok aangaf dat er nog twaalf ronden resteerden, zat de klus erop.
"Natuurlijk twijfel ik er ook weleens aan of ik weggesprongen rijders te pakken krijg. Vanavond niet. Ik moet eerst het gevoel hebben dat het kan. Ja of nee? Zodra ik weet dat het kan, dan maak ik me geen zorgen meer. Evert reed ertussen, dat was prima, want daardoor moesten de andere zeven vluchters het werk opknappen. Ik taxeerde de situatie. Hoe hard ging het bij die mannen? Hoe hard kon ik? Nou, na verloop van tijd wist ik dat er controle was", verklaarde de man die al even liefkozend El Capitano wordt genoemd door zijn collega's.
Controle bleef er tot op de meet, al zag de eindgalop er wat tricky uit. "Je bent nooit zeker van het resultaat van een massasprint, maar wij hadden goede papieren. Bart rondde de koers heel mooi af", meende Crispijn die had genoten van de manier waarop de jongste Hoolwerf zijn exceptionele kwaliteiten optimaal had benut, zo Jorian ten Cate en Luc ter Haar terugwijzend. "In de laatste twee ronden leek hij het te laten lopen. Vervolgens schoot er door dat hoofd iets van ik kan nog wat, er zit toch nog wel iets in de benen. Die klasse werd zichtbaar in de laatste 500 meter. Zó bijzonder. Dat kan alleen Bart."
De uitslag van de Topdivisie mannen staat hier