Voor de routinier in het marathoncircuit was de teleurstelling na afloop groot. Voor zijn ploeg Royal A-ware staat de teller na vijf wedstrijden immers nog altijd op de gehate nul. De tactische listen die ze de afgelopen weken uithaalden hebben nog niet tot resultaat mogen leiden. En daar baalt Bergsma van. Zeker als je, zoals in Haarlem, met drie man in een kopgroep van acht rondrijdt.
Dat de formatie van Jillert Anema in de kopgroep zo sterk vertegenwoordigd was, was dan weer de verdienste van ploeggenoten Jordy Harink en Wisse Slendebroek. Zij haalden Bergsma op en hoopten zo ervoor te zorgen dat alleen hij de ronde voorsprong zou pakken. Dat lukte echter niet. Kort nadat Bergsma zijn ronde voltooide liet ook Team Reggeborgh hun knechten afzakken om de rest van de groep op sleeptouw te nemen. Het resultaat was een sterke kopgroep met naast Bergsma met Sjoerd den Hertog en Daan Gelling, ook de gebroeders Hoolwerf, Harm Visser en Remco Stam. Even later wist ook Jeroen Janissen nog met een bijzondere krachtsinspanning de oversteek te maken.
“Voor de ploeg was dit een heel mooie kans om eindelijk te winnen”, bracht Bergsma zijn frustratie achteraf onder woorden. “Met een man meer hadden we het beter uit moeten spelen. We rijden niet voor een tweede en derde plek. We moeten winnen en waren wel dichtbij. We zijn op de goede weg, zijn fit, maar de puzzelstukjes moeten nog in elkaar vallen.”
Het ontbrekende deel van die puzzel is misschien niet langer de kenmerkende alles-of-nietsaanval van Bergsma op twee ronden voor het eind. Die zag Bart Hoolwerf namelijk al van ver aankomen. “Op het moment dat we rondreden, wisten we dat het een lastige finale zou worden met hollen en stilstaan. Je weet ook dat Jorrit nog gaat komen. Toch moest ik het uiterste uit mezelf halen om het gat niet te groot te laten worden. Toen ik mijn sprint inzette en zag dat het gat kleiner werd, kreeg ik het vertrouwen. Het laatste rechte stuk is mijn sterkste punt, dus toen wist ik dat ik het nog kon redden.”
Achter Hoolwerf eindigde Den Hertog op de ondankbare tweede plaats, nog voor de stervende zwaan Bergsma. “Het ijs was niet zo best meer, maar ik moest blijven rijden. Dan ga je in de laatste ronde over je punten rijden. Vooral daar baal ik nu heel erg van.”
Kortom: Royal A-ware gaat wederom terug naar de tekentafel om ‘de Groenen’ te kloppen. Dat zal de komende weken zonder Bergsma gebeuren. Hij reist namelijk af naar Japan en China voor een wereldbekerblok. Na een extra week in de zon keert hij net op tijd terug voor de Vier van Noord-Holland, de nieuwe vierdaagse marathoncompetitie die onlangs is gepresenteerd. Als het aan hem ligt, is hij daar opnieuw van de partij.
“In Noord-Holland zijn veel marathonliefhebbers en het is altijd mooi om te rijden op plekken waar de sport leeft. Het is heel leuk om hier te rijden. Het zijn mooie banen met selectieve koersen. Daar kom ik graag. We moeten het van onze fysieke kracht hebben en zulke banen lenen zich daar wel voor.”
Waar het in de topdivisie opnieuw niet lukte om de overwinning in de wacht te slepen, wisten de beloften van Royal A-ware wel de zege te pakken. Kevin van der Horst drukte net als bij de openingswedstrijd in Amsterdam de punt van zijn schaats als eerste over de finish heen.
Daarvoor moest hij in de finale nog wel flink afzien, vertelde de Staphorster. “In het begin was de wedstrijd nog vrij tam, tot na dertig rondjes ineens de beuk erin ging zoals in Alkmaar en Den Haag. Met dertig rondjes te gaan dacht ik even dat het niet meer ging gebeuren, dat er geen kopgroep meer zou ontstaan. Toch werd het nog close en werd de finale lang en hard. Ik moest goed scherp blijven.”
Dat deed de 28-jarige belofte, die in de slotfase nog wel enigszins in het gedrang kwam. “Ik was zo naar de klote. Gelukkig kon ik er nog langs en mijn aanzet goed timen. Je ziet ook dat de mensen die in de top eindigen niet de snelste mannen van het peloton zijn. Het zijn vooral mensen die lang en hard kunnen rijden.”
Tegen de mannen met inhoud bleek de snelheid van Van der Horst superieur. Dat hij snel is, is intussen ook wel bekend in het peloton. Gek genoeg kon hij daardoor relatief rustig naar de eindsprint rijden. “Er zaten tien mannen in mijn rug met elkaar te vechten. Zolang ze dat achter mij doen, weet ik dat ik niet bang hoef te zijn dat er nog iemand een late demarrage gaat plaatsen.”
Dankzij zijn overwinning neemt Van der Horst de leiding in het klassement om de Daikin Marathon Cup over van plaatsgenoot Joël Haasjes. De jongste haas, broertje van topdivisierijders Ronald en Christian, blijft wel in het bezit van het witte pak voor de beste jongere. Van der Horst ziet diens toekomst rooskleurig in: “Als Staphorsters gaan we erg lekker inderdaad! Joël kan over drie jaar ook bij de A’s rijden en net als zijn twee broers mooie dingen doen.”