“Ik denk zeker dat dat mogelijk is. Ik word nog steeds elk jaar beter op de vijf kilometer dus ik hoop dat we er de komende jaren een mooie strijd van gaan maken”, zegt de olympisch kampioen op de tien kilometer na de podiumceremonie in Heerenveen.
Dat Bergsma, die in Thialf genoegen moest nemen met het zilver, Kramer niet nu al versloeg was naar eigen zeggen deels aan zichzelf te wijten. “Als ik beter was gestart had het sowieso heel dicht bij elkaar gezeten, maar die was waardeloos. Daar liet ik veel tijd liggen. Daarna pakte ik het niet zo op als ik zou willen en daardoor moest ik iets te snel werken en kwam ik me in de laatste rondjes een beetje tegen”, aldus de Fries.
Dat Bergsma ondanks zijn ‘waardeloze’ start nog altijd minder dan twee seconden prijs moest geven op Kramer bood aan de andere kant wel weer hoop. “Er is nog steeds ruimte voor verbetering, dus dat biedt alleen maar hoop.”
Bergsma denkt ook dat Kramer zijn hete adem in zijn nek begint te voelen. “Ik kom steeds dichterbij. Hij moet er op de vijf kilometer – wat echt zijn terrein is – hard voor werken, dus ik denk dat hij mij wel een beetje vreest.”