Dat hij sinds zijn aantrede in 2005 nog altijd geen ervaring heeft met het organiseren van een Elfstedentocht, is voor Wiebe Wieling een teleurstelling. “Het is al negentien keer niet gelukt. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat het me niets doet, dat geldt voor elk bestuurslid. Ik heb nog een winter de kans. Dat het uitblijven van de tocht pijn doet, wil ik niet zeggen, want ik heb er ongelooflijk veel plezier aan beleefd in al die jaren. Ik kom op plekken waar ik anders niet geweest zou zijn en heb veel mensen mogen ontmoeten."

"Maar uiteindelijk doe je het voor een ding: het organiseren van de Elfstedentocht", geeft Wieling toe. "Dat is helaas niet gelukt. Als de teleurstelling zo groot zou zijn dat ik er wakker van zou liggen, had ik het al die jaren niet vol kunnen houden. We zijn er klaar voor als het gaat vriezen. Ik hoop dat we het nog mee mogen maken. Als dat na komende winter is, kan ik zelf weer meedoen.”

Ondanks de milde winters heeft de Tocht der Tochten niets van zijn populariteit verloren. “De status van het evenement zal nooit veranderen. Het is iets heel groots voor de mensen die als deelnemer op het ijs hebben gestaan, ook al haalt gemiddeld veertig procent de finish niet. Het speciale gevoel zal nooit verdwijnen, al moet het wel ooit gevoed worden door een nieuwe editie. Hoe langer het duurt, hoe groter de mythe en de bijbehorende gekte worden.”

'Hoe langer het duurt, hoe groter de mythe en de bijbehorende gekte worden.' | Foto: Soenar Chamid

Omdat Wiebe Wieling volgend jaar de zeventig aantikt en dan twintig jaar bestuurslid is van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden – waarvan achttien jaar als voorzitter – maakt hij na deze winter plaats. Jan Bakker is zijn beoogd opvolger en wordt tijdens de ledenvergadering van 14 december voorgedragen. Daarmee komt er een einde aan een bijzondere periode voor de 69-jarige Fries.

Ondanks het uitblijven van de tocht spant hij zich al bijna twee decennia in met hulp van vele vrijwilligers. Elk jaar ligt het draaiboek klaar met plattegronden van de belangrijke plekken, wordt er overlegd met de veiligheidsregio’s, waterschappen, politie, ziekenhuizen en weten alle rayonhoofden wat ze te wachten staat, mocht de temperatuur twee weken onder het vriespunt komen. Tomeloze inzet, die al zesentwintig jaar niet beloond is met het meest authentieke winterspektakel van Nederland, misschien wel van de wereld. Nooit was het een probleem om enthousiastelingen te vinden die zich wilden aansluiten bij het bestuur of als vrijwilliger. Want nog steeds voelt iedereen dat het evenement iets magisch heeft.

In 2016 werd er zelfs geoefend bij de Elfstedenhal voor de inschrijvingen. | Foto: Neeke Smit
'Deelnemers' meldden zich aan bij vrijwilligers. | Foto: Neeke Smit
Aan alles werd gedacht. | Foto: Neeke Smit

Zeker anno 2024 kan Nederland een Elfstedentocht gebruiken, vindt Wieling. “De kern van de Elfstedentocht is vriendschap, als je ziet hoeveel mensen elkaar helpen en de handen uit de mouwen steken. Dat hebben we nodig in een tijd met toenemende individualisering en spanningen onderling. Of je nu links of rechts bent, dokter of straatveger, we zijn allemaal gelijk op het ijs en hebben hetzelfde doel. Uit alle verhalen van vroeger merk je dat iedereen elkaar wil helpen. Het is een groot volksfeest.”

Wieling heeft zelf twee kruisjes op zijn naam staan. Na de editie van 1985 schreef hij zich met zijn vrouw Jessy in bij de vereniging, niet wetend dat de twee zich een jaar later al mochten melden om de barre 200 kilometer te trotseren. “Dat is voor mij de allermooiste”, denkt Wieling een tikkeltje weemoedig terug aan die tijd. “Je doet samen voor de eerste keer mee en vertrekt ’s ochtends in het pikkedonker, geen idee of je de finish voor middernacht zult halen. Overigens is mijn vrouw een veel betere schaatsster en heb ik meer achter haar geschaatst dan voor haar."

“De hele dag hebben we samen heel plezierig doorgebracht. Een herinnering voor het leven. Ik weet bijna vanaf de eerste beweging tot aan de laatste hoe het gegaan is. Iedereen die hem ooit geschaatst heeft, weet dat je zo’n dag nooit meer vergeet. Als mijn vrouw er niet bij is, zeg ik zelfs dat het mooier was dan mijn trouwdag”, voegt Wieling er met een knipoog aan toe. Elf jaar daarna behaalde Wieling zijn tweede kruisje. Helaas moest hij die editie van '97 alleen volbrengen omdat zijn vrouw uitgerekend die dagen ziek was.

4 januari 1997: een historische dag voor velen. | Foto: Soenar Chamid

Aan het recept van de Elfstedentocht is sinds die laatste tocht nooit getoornd. “Aan de voorkant willen we niets veranderen en alles houden zoals het tijdens de andere vijftien uitvoeringen is geweest. De uitgangspunten zijn onveranderd: vrijwilligers organiseren de tocht, de natuur moet het doen en er hangen geen commerciële belangen aan de Elfstedentocht. We doen het met elkaar, de basis is vriendschap. Daarnaast is de start altijd ’s ochtends bij de Zwette in het donker, hebben de rijders een stempelkaart bij zich en moeten ze voor twaalf uur finishen.”

Wat wel veranderd is, een besluit waar Wieling met trots op terugkijkt, is het aantal deelnemers. Waar tijdens de vijftien gereden edities werd geloot wie de Elfstedentocht mocht rijden, zijn nu alle 32.000 leden van de vereniging startgerechtigd, waarbij verwacht wordt dat tussen de 24.000 en 27.000 ook daadwerkelijk willen starten. “Stel je voor dat de Tocht er echt zou komen en we zeggen tegen leden die al veertig jaar lid zijn en hem nog nooit hebben geschaatst, dat ze niet mee mogen doen”, legt Wieling de beslissing uit. “Daarom hebben we simulatieprogramma’s gebruikt om te kijken of er ophopingen zouden ontstaan als zoveel deelnemers mee zouden doen. Sneek zou door dit grote aantal vastlopen. Als oplossing voor dat probleem hebben we daar twee verschillende routes uitgestippeld.”

Een andere noviteit, al is dat niet meer dan een logisch gevolg van de ontwikkeling van de sport in de afgelopen decennia, is dat er twee wedstrijden gereden worden: ook de vrouwen krijgen na afloop hun podium. Daarnaast hebben rijders een transponder om de enkel, is een helm verplicht en draagt elke deelnemer een hesje, om zwartrijders er makkelijk uit te kunnen halen.

Ook is er gekeken naar de toeschouwersaantallen in de provincie en zijn er noodscenario’s uitgewerkt. “Je moet niet vergeten dat er in 1997 bijna twee miljoen mensen zijn geweest, die verdwenen door de gehele provincie. Daar hebben we weinig hinder van ondervonden. Er zijn berekeningen gemaakt hoeveel mensen verwacht worden. Mocht het toch te druk dreigen te worden, zullen toegangswegen worden afgezet.” Voor de verbindingen is er zelfs gesproken met providers over steunzenders en de organisatie heeft een eigen communicatiesysteem, onafhankelijk van elk ander systeem.

Vorst te voorspellen?

Je kunt alles tpt in de puntjes regelen, maar Koning Winter blijft de beslissende factor. Door de verbeterde weermodellen kan het bestuur aan het begin van een vorstperiode beter voorspellen of een Elfstedentocht mogelijk is. “In vorstperiodes krijgen we elke dag updates van het KNMI met ijsgroeivoorspellingen. Het kan tegenwoordig voor een dag of vijf à zes heel goed voorspeld worden.” Veel verder kan de techniek nog niet vooruitkijken, althans niet op betrouwbare wijze. “Piet Paulusma belde mij weleens in oktober: ‘Er komt een horrorwinter aan, Wiebe.’ De laatste keer dat hij dat zei, hadden we maar een nacht vorst in de hele winter. Het was dan ook maar een voorspelling, zei Piet. Ach, hij moest ook zijn publiciteit hebben.”

In 2012 kwam Nederland het dichtst bij een Elfstedentocht in de buurt. “Twee weken vorst waren voorspeld. We hadden het hele circus inclusief persconferenties opgestart. Omdat het op zondag ging dooien en er slechts acht centimeter lag in het zuiden van Friesland, hebben we woensdagavond de boel moeten afblazen.” Terwijl heel Nederland aan de buis gekluisterd was, moest Wieling de boodschap overbrengen. “Ik heb destijds helemaal geen druk gevoeld. De pers en alles eromheen was hectisch, maar binnen het bestuur hebben we ons daarvoor kunnen afsluiten. We hebben het altijd plezierig kunnen houden.”

Wiebe Wieling
Vele cameraploegen moest Wieling in 2012 te woord staan. | Foto: Martin de Jong

Om de waarden van de Tocht door te kunnen geven heeft de vereniging verschillende maatregelen genomen. “Wij zijn niet blind voor klimaatverandering. De kans op een Elfstedentocht wordt eerder kleiner dan groter. Het schaatsen op natuurijs staat onder druk. Via de Sven Kramer Academy steunen wij daarom het schoolschaatsen. Vorig jaar heeft in Friesland meer dan zestig procent van alle schoolkinderen geschaatst. Ook willen we langs de route QR-codes met herinneringen neerzetten, om de geschiedenis in leven te houden. Mocht de Tocht er komen, dan willen we die klimaatneutraal organiseren. Deze drie doelstellingen zijn er de laatste jaren bijgekomen. Ze sluiten aan bij onze statuten, waarin staat dat we de schaatssport in Friesland bevorderen.”

Als voorzitter van de vereniging fungeert Wieling als spreekbuis naar de media. Niet alleen in Friesland, maar van over de hele wereld heeft hij interviewverzoeken gehad. Cameraploegen uit bijvoorbeeld Japan en Zuid-Afrika kwamen naar Nederland om een item te maken over de Elfstedenkoorts. Dan is het aan Wieling om te vertellen waar die gekte vandaan komt. “De Elfstedentocht zit in ons bloed. Het is zo iets unieks in de wereld. Er bestaat geen evenement dat op zo’n manier georganiseerd wordt. Er komt geen sponsoring aan te pas, het komt uit ons hart.”

En nu maar hopen dat deze winter er eentje wordt voor in de geschiedenisboeken. Voor de saamhorigheid in Nederland, de Friese cultuur én voor Wiebe Wieling.