Met de finale van de ploegenachtervolging zaten de wedstrijden in de Adler Arena erop. Na deze winter wordt de baan een congres- en evenementencentrum en verdwijnt de ijsvloer.

Voordat het zover was werd de baan nog even opengesteld voor alle vrijwilligers die de afgelopen weken uitstekend werk hebben geleverd. Sommigen reden op kunstrijschaatsen, anderen op noren. Er waren zelfs vrijwilligers bij die over een aardige techniek bleken te beschikken.

Ook twee collega’s en ik konden ons niet bedwingen. Wij wilden ook het olympisch ijs op. Ruim twee weken hadden we aan de boarding gestaan, de schaatsers zien trainen, zwoegen, huilen en juichen.

Het was bijzonder ijs. Record na record werd gebroken door de Nederlandse equipe. De eerste gouden medaille op de 500 meter, de eerste zeges op de ploegenachtervolging. Wüst werd er de beste Nederlandse olympiër ooit. Margot Boer kwam van haar vierdeplaatssyndroom af. Stefan Groothuis zegevierde er en Jorrit Bergsma versloeg er Sven Kramer.

En niet alleen voor de Nederlanders was het bijzonder ijs. Denny Morrison schreef er met hulp van Gilmore Junio een zilveren sprookje. De zwijgzame Sang-Hwa Lee deed er wat ze moest doen, maar de Amerikanen stelden teleur.

We klommen over de boarding het ijs op. We schuifelden naar de meet. Een foto op de finish van het olympisch ijs in Sotsji. Een mooi afscheidscadeau na de eerste Spelen die ik meemaakte. Ik heb ervan genoten.