Blokhuijsen, Koen Verweij en Sven Kramer reden een goede race, waarop ze veel tijd pakten op de concurrentie in het slot. Dat was van tevoren ook de opzet geweest, legde Kramer uit. “Het ging erg goed. We hebben het plan uitgevoerd.” Dat het goed liep, maakte de wedstrijd nog niet perfect. Er waren nog wel wat verbeterpunten, vond Blokhuijsen. “De overnames kunnen beter.”
Of ze in de ideale samenstelling op het ijs waren verschenen durfden Kramer en Blokhuijsen niet te zeggen. “We kunnen erg goed met elkaar rijden omdat we allemaal veel power en inhoud hebben”, zei Blokhuijsen. “Maar met Wouter olde Heuvel zou het misschien nog makkelijker gaan omdat we zo vaak met hem trainen.”
Kramer stelde dat er voor de ploegenachtervolging op dit moment vijf rijders in aanmerking komen die allemaal goud in de benen hebben. Want naast de drie mannen van de Essent WK en Olde Heuvel liet ook Douwe de Vries in Berlijn zien een goede team pursuit te kunnen rijden.
Het meeste werk werd tijdens de wedstrijd opgeknapt door Kramer. Dat gaf de TVM-rijder zelf ook toe. “Maar”, zo zei hij, “daar gaat het niet om. Je kan wel de sterkste zijn, maar je moet het met zijn drieën doen.”
Het deed er daarom niet toe of Kramer zich goed voelde tijdens de rit, vond hij. “Het gaat niet om het individuele gevoel. Je kan niet derde worden en denken: ik was vandaag lekker de sterkste. Het gevoel is pas goed als je met zijn drieën wint.”