De marathonschaatsers maken zich, in de smerige, stinkende kleedkamers, klaar voor 125 ronden gas geven. De ijshockeyers waren voor ons te gast en dat is nooit goed nieuws. Die schijnen hun beschermende outfit eens per seizoen te wassen en dat ruik je. Op afstand. Gelukkig doen marathonschaatsers er niet lang over er hun eigen lucht van te maken.

In de al even grauwe en smerige catacomben van de ijsbaan loopt daar ineens de kroonprins. Het is een contrast van jewelste. Tussen lange slungelige lichamen, ineens de lange, te blonde haren en brede glimlach van Koen Verweij. In het maagdelijk witte gewaad van zijn sponsor, de borst een halve meter vooruit, imposant gevormde poten. De glamourboy van de schaatswereld. Zo eentje die zich moeiteloos over een rode loper zou bewegen.

Hij trekt zijn gelikte schaatsen aan om een potje te rammen met de mannen van de lange adem, na de draai om de oren die hij en zijn collega’s kregen op de KPN NK Afstanden een week eerder.

Verweij gaf het zelf toe. “Ik moet weer werken aan mijn duurvermogen.” Wat hij daarmee bedoelt? Dat hij er aan toe was een uur lang ongecompliceerd de longen wat op te rekken, in plaats van 10 setjes squat-oefeningen in een sporthal te moeten afwerken. De schaatsen krom jagen in volle finale, in plaats van de hele dag naar een metertje te staren en urenlang te buigen en slijpen.

Zonder boeren geen eten, luidt het gezegde. Zonder boeren geen goede schaatsers. Verweij moest even zijn kop leegmaken en waar kan dat beter dan tussen de mannen van de gestampte pot. De gedroomde opvolger van Sven Kramer, die in Vancouver al Olympisch kampioen had willen worden, moest mentaal even weer met de benen op de grond worden gezet. Geen camera’s, geen tv-voorbeschouwingen of interviews. Geen medelijden.

Ted-Jan Bloemen volgde het voorbeeld. De voormalig nummer vier van de wereld ‘kwam even checken wat hier gebeurt’, nadat hij ook roemloos buiten de boot viel een week eerder op de vijf en tien kilometer. Checken wat er gebeurt, in dit geval: met de poten in de klei worden gezet. Verplicht de mouwen opgestroopt en de lakschoenen ingewisseld voor strontlaarzen.

Het lijkt een trend te worden. Marathonschaatsers hebben niet langer de langebaners nodig, de langebaners hebben de marathonschaatsers nodig. Het is blijkbaar goed voor de sterren van de glimmende ijsvloeren om zich af en toe te begeven op de doffe, van scheuren en gaten voorziene ijsakkers.

Leuk is het wel. Het maagdelijke wit van de kroonprins mag dan geen kleur zijn, het peloton werd er een stuk kleurrijker van.