Dat de ijshal was leeggestroomd deed De Vries weinig. “Het is vooral van tevoren jammer dat het in de B-groep is, maar als je aan het schaatsen bent merk je daar weinig van.”

Het is zelfs waarschijnlijk dat het rijden in het B-programma in zijn voordeel was, want de B-races worden in kwartetten verreden en dat beviel De Vries wel. “Het blijft moeilijk vergelijken. Het rijden in kwartetten heeft zijn voor- en nadelen, maar ik vind het als racer prettig.”

“De rondjes kwamen heel gemakkelijk. Het kostte me weinig moeite. Ik had ook iemand voor me. Dat was wel fijn. Ik had vier à vijf ronden lang Håvard Bøkko als richtpunt. Dat breekt de race een beetje. Dat is mentaal lekker.”

Toch was juist het inhalen van Bøkko het kantelpunt in zijn race. In een ronde 29,9 reed hij naar de Noor toe. Eenmaal gepasseerd liep zijn rondetijd op naar 31,0 en daarna zelfs 31,2. “Ik had wel nog een klein kinkje in mijn race”, gaf hij toe. “Ik ging de 31’ers in. Anders had ik misschien het Nederlands record kunnen pakken, want daarna ging ik weer sneller.”

Dat is een bekend probleem bij De Vries. Hij vindt het lastig om puur en alleen uit zichzelf de kracht te halen om vlak door te rijden. “Ik wil vaak te graag en ik ben vanuit de marathon een racer. Dan wil ik erin vliegen. Dat doe ik op de langebaan te snel en dat moet niet.” Hij start soms te vlug en kan het dan mentaal moeilijk opbrengen om door te zetten.

Daarbij was De Vries vaak onzeker over zijn mogelijkheden. Daar heeft zijn optreden in Salt Lake City wel een einde aan gemaakt, dacht hij. “Voorheen dacht ik als ik de tijden van Sven Kramer en Jorrit Bergsma zag dat ik er niet eens aan hoefde te beginnen. Dat is nu anders”, zei hij.

Tegelijkertijd weet hij dat hij zijn naam nu niet al meteen gevestigd heeft. “Mijn ambities zijn niet erg veranderd. Het is duidelijk dat ik als ik super goed rijd, ik de WK Afstanden kan halen. Maar het blijft in Nederland lastig. We moeten kijken.”

Het zou namelijk kunnen dat De Vries met name in Salt Lake City goed uit de voeten kan. “Ik heb hier nu drie keer goed gereden. Dan moet het me wel liggen. Het scheelt dat ik een lichte slag heb, daardoor heb ik minder last van de verzuring.”

Toch was ook De Vries zelf verbaasd over de tijd die hij zaterdag neerzette. Al duurde het wel even voordat was doorgedrongen hoe speciaal die tijd nu precies was. “Toen ik zag dat ik onder de dertien minuten had gereden, dacht ik eerst alleen: eindelijk.”

“Ik hoopte op een tijd onder de dertien minuten, tussen 12.50 en 12.55. Ik had al tegen de jongens gezegd: ‘Ik kom hier alleen om een dik persoonlijk record te rijden’. Ik realiseerde me pas later hoe bijzonder het is wat ik gedaan had. Eerst was het vooral zwart voor mijn ogen.”

Toen hij bij was gekomen kwam het besef wel. En de verbazing over zijn eigen presteren. “Ik had een tijd als dit niet verwacht”, gaf hij toe. “Het schaatsen ging de afgelopen tijd echt heel goed, maar de KNSB Cup viel tegen. Ik ben te wisselvallig. Nu viel alles op zijn plek. Ik kon ontspannen blijven rijden tijdens de rit.”

De Vries was anders dan zijn ploeggenoten niet eerst in Calgary geweest, maar was pas na de KPN Marathon Cup in Haarlem in het vliegtuig gestapt. Hij had die aanpak gekopieerd van de vijf kilometer die hij in 2009 in Salt Lake City had gereden en waarin hij 6.10,56 reed.

“Toen kwam ik ook vlak ervoor vanuit de marathon overgevlogen omdat ik reserve stond. Dat heb ik nu weer gedaan”, vertelde hij. “Ik mocht mee naar Calgary, maar daar had ik geen zin in.”

“Ik ben sowieso liever thuis dan op pad.  En als ik in Calgary was geweest dan had ik geen langebaan- en geen marathonwedstrijd gereden, dan had ik mezelf alleen maar op zitten vreten.  Ik ben rustiger als ik in Nederland gewoon een wedstrijd kan rijden. Dat heeft super uitgepakt.”